Alfons VI van León
Alfons VI (?, vóór juni 1040 – Toledo, 1 juli 1109), bijgenaamd el Bravo (de dappere), was koning van León van 1065 tot 1109 en van koninkrijk Castilië sinds 1072 na het overlijden van zijn broer. Hij wordt soms ook wel Alfons I van Castilië genaamd. In 1077 riep hij zichzelf uit tot "Keizer van Hispanië". Rond zijn figuur zijn vele verhalen ontstaan. GeschiedenisAls tweede en favoriete zoon van koning Ferdinand I van León en prinses Sancha van León, verkreeg hij na het overlijden van zijn vader León toegewezen terwijl zijn oudere broer Sancho Castilië kreeg en zijn jongste broer García Galicië. In 1072 werd Sancho vermoord. Het jaar erop (1073) onttroonde hij zijn andere broer Garcia om die vervolgens voor de rest van zijn leven in de gevangenis op te sluiten. Zijn vlucht uit het klooster van Sahagun, waar zijn broer Sancho het gewaagd had hem op te sluiten, zijn ridderlijke vriendschap voor zijn gastheer Almamun van Toledo, caballero aunque moro, "een ridder, al is hij een Moor". De passionele loyaliteit van zijn vazal Pero (Pedro) Ansúrez en zijn broederlijke liefde voor zijn zus Urraca van Zamora hebben wellicht bijgedragen aan het heroïsche beeld dat dichters van hem ophingen. Dit beeld stond in scherp contrast met het beeld dat de edelen van hem verspreidden via hun dichter die hem afdeed als de koning die Rodrigo Díaz de Vivar (El Cid) een vernederende eed liet afleggen om zo zijn broer alle hulp te ontzeggen tijdens zijn dood in de kerk van Santa Gadea te Burgos en die dan de moedige man vervolgde die hem durfde te weerstaan. Alles beschouwd komt Alfonso VI naar voren als een sterk man die als koning vocht voor wet en orde, die zijn land leidde in de Reconquista. Hij kwam bij de Arabieren over als een zeer woeste en schrandere vijand, maar wel iemand die zich aan zijn woord hield. Wat er ook van zij, we weten dat Alfons op een opvallende wijze deze twee grote invloeden, die het karakter en de beschaving van Spanje zouden bepalen, vertegenwoordigde. Op voorspraak van zijn vrouw Constance, zo wordt althans beweerd, bracht hij de Cisterciënzer Orde naar Spanje om ze te Sahagún te vestigen. Vervolgens koos hij een Franse Cisterciënzer, Bernard, als eerste aartsbisschop van Toledo na de verovering van de stad op 25 mei 1085. Hij huwde zijn dochters, Urraca, Teresa en Elvira uit aan Franse prinsen en verspreidde de Franse invloed - de cultureel meest beschaafde kracht in Europa. Hij bracht Spanje ook dichter bij de paus door de Romeinse ritus in te stellen ter vervanging van het oude misboek van St. Isidoor - de Mozarabische ritus. Aan de andere kant stond hij heel open voor Arabische invloeden. Hij beschermde de moslims onder zijn onderdanen en sloeg munten met inscripties in Arabische letters. Hij stelde ook zijn hof en bed open voor de gevluchte moslimprinses Zaida van Sevilla. Alfons werd verslagen op 23 oktober 1086 in de slag bij Zallaqa door Yusuf ibn Tashfin en Abbad III al-Mu'tamid. Tijdens deze slag geraakte hij zwaargewond aan zijn been. Deze veldslag luidde mede het begin in van de heerschappij van de Almoraviden in Spanje. Huwelijken en kinderenAlfons trouwde minstens vijf keer, had twee (officiële) minnaressen en een verloofde:
Hiernaast had hij ook twee minnaressen:
Voorouders
TriviaDe vele Chansons de Geste die er rond de persoon van Alfons VI gegroeid zijn, zijn gebundeld in de kronieken van Alfons de Wijze of in ballades. Referenties
Zie de categorie Alfonso VI of León and Castile van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
|