Asnath of Asnat (Hebreeuws: אָסְנַת) was volgens Genesis 41:45,50 en 46:20 een Egyptische die door de farao aan Jozef tot vrouw werd gegeven. Zij was de dochter van Potifera, een priester in Heliopolis. Deze Potifera is niet dezelfde als Potifar, de rijke man aan wie Jozef werd verkocht als slaaf.
Volgens Jozef en Asnath, een oude apocriefe uitbreiding van Genesis, zou Jozef Asnath als vrouw geweigerd hebben omdat zij heidens was. Asnath sloot zich daarna op in een toren, rouwde over haar afgoderij en bekeerde zich tot de God van Jozef. Hierna zou Jozef haar dan toch aanvaarden als vrouw. Dit verhaal is zoals eerder gezegd apocrief en er is geen auteur van bekend, men weet zelfs niet of de oorsprong christelijk of joods is hoewel de meeste deskundigen uitgaan van een Joodse oorsprong.[1]
Volgens een Midrasj uit de Joodse rabbijnse traditie[bron?] zou Asnath een dochter van Dina zijn uit de verkrachting van Dina door Sichem (Genesis 34:1-2). Dat kind zou dan door Potifera geadopteerd zijn. Op die wijze werd het probleem van een huwelijk met een niet-Joodse opgelost.