Boszandoog
De boszandoog (Lopinga achine) is een vlinder uit de familie Nymphalidae. De wetenschappelijke naam van de soort werd in 1763 als Papilio achine gepubliceerd door Giovanni Antonio Scopoli.[1] Volgens Scopoli verwijst de soortaanduiding achine naar de moeder van Danaos (bij ons Anchinoë). Beschrijving
VerspreidingDe soort komt voor van Zuidoost-Zweden en Zuid-Finland tot Zuid-Frankrijk en de Balkan en van West-Frankrijk tot Japan. In Noordwest-Europa is de boszandoog overal zeer sterk bedreigd of al verdwenen. In België kwam de soort voor in de Gaume, in Belgisch-Lotharingen, maar is daar sinds 1926 verdwenen. In Nederland is maar één waarneming van deze soort, op 29 juli 1866 te Balleman/Rijsbergen bij Breda door F.J.M. Heylaerts (1831-1916). LevenswijzeVan de boszandoog zijn de volgende waardplanten bekend: roodzwenkgras (Festuca rubra), boskortsteel (Brachypodium sylvaticum), knikkend parelgras (Melica nutans), bergzegge (Carex montana) en ijle zegge (Carex remota). De rupsen groeien langzaam en overwinteren halfvolgroeid, verscholen in een graspol. De vliegtijd is van eind juni tot begin augustus. BiotoopDe vlinder leeft in bossen met een weelderige ondergroei van grassen, bij voorkeur op plaatsen waar de bodem 's winters drassig is. Synonymie
Externe linkBronnen, noten en/of referenties
Zie de categorie Lopinga achine van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
|