EpicurismeHet epicurisme is een stroming in de klassieke filosofie. Zij gaat terug op de lessen van de Griekse filosoof Epicurus (341-270 v.Chr.). Aanhangers van deze stroming noemt men epicuristen. EpicurismeBij geen enkele andere filosofische school uit de oudheid is de invloed van de stichter zo groot geweest als bij het epicurisme. De leer van Epicurus werd men geacht te kennen en te verspreiden, zoals de Romeinse dichter Lucretius gedaan heeft. Diens leerdicht De Rerum Natura, dat zo goed als volledig is overgeleverd, mogen we dan ook gebruiken als bron voor onze kennis van Epicurus' opvattingen. We zien in dit gedicht ook hoe Epicurus als verlosser, als God vereerd wordt.[1] Het begin van het vijfde boek van De Rerum Natura omschrijft Epicurus als volgt: deus ille fuit, deus of vertaald door A. E. Stallings "he was a god, a god indeed".[2] Voor de inhoud van deze leer, zie het artikel Epicurus.
EpicuristenVerdere Epicuristen die wij kennen zijn:
Metrodorus van Lampsacus (331-277 v.Chr.) was een aanhanger van Epicurus van wie fragmenten zijn overgeleverd. Hij kwam in contact met Epicurus in Lampsacus, en volgde hem naar Athene. Hij was zijn beoogd opvolger als schoolhoofd, maar hij stierf eerder dan Epicurus.
Hermarchus was de eerste opvolger van Epicurus als schoolhoofd.
Colotes van Lampsacus was een 3e-eeuwse leerling van Epicurus. Hij heeft een werk geschreven met als titel: Het is onmogelijk te leven op grond van de leer van de andere filosofen. We kennen dit geschrift alleen indirect doordat Plutarchus er een verweerschrift tegen heeft geschreven (Tegen Colotes).
Schreef een leven van Epicurus. Leefde in de 2e eeuw v.Chr.
Philodemus van Gadara (ca. 110-40 v.Chr.) was een andere aanhanger van Epicurus. Zijn naam wordt geassocieerd met een bibliotheek met papyrus-rollen met epicuristische teksten die in Herculanum is teruggevonden. De uitbraak van de Vesuvius in 79 na Chr. is er verantwoordelijk voor geweest dat deze teksten deels bewaard zijn gebleven. Ze zijn ontdekt in de jaren 1752-1754.
Lucretius is de Romeinse dichter uit de 1e eeuw v.Chr. die met zijn De Rerum Natura niet alleen een loflied op Epicurus heeft gezongen, maar ook zijn hele leer in dichtvorm uiteen heeft gezet. Dit gedicht is bewaard en is daarmee een belangrijke bron voor onze kennis van Epicurus' opvattingen.
Diogenes van Oinoanda (Lycië, tegenwoordig Zuid-West Turkije) was een aanhanger van de leer van Epicurus uit de 2e eeuw na Chr. Op een enorme muur van zo'n 80 meter lang in Oinoanda heeft hij delen van Epicurus' leer laten inbeitelen. Hiervan resten fragmenten.[3] We weten verder niets van deze Diogenes, men mag slechts aannemen dat hij vermogend was. Tegen het einde van 19e eeuw hebben archeologen deze inscripties ontdekt. Sinds 2007 zijn Jürgen Hammerstädt en Martin Bachmann bezig alle inscripties te Oinoanda in kaart te brengen. Zij hebben daarbij nieuwe fragmenten ontdekt.[4]
Pierre Gassendi was een aanhanger van Epicurus' atomisme. Hij schreef onder andere De vita et moribus Epicuri libri octo. (Lyon, 1647.) Voetnoten
|