Er valt een traan op de tompoes"Er valt een traan op de tompoes" is een toneelstuk van Annie M.G. Schmidt uit 1980 Personages:
PlotTim is een bar aan het bouwen in de keuken van Sofie en Ben. Ben ligt in het ziekenhuis. Plots komt Ben thuis, hij is gevlucht uit het ziekenhuis en wil niet meer terug. Sofie verzorgt Ben, maar wil liever dat hij teruggaat. Als Sofie het huis uit is, laat Ben Heleen langskomen. Lennie en Tim zijn nog wel thuis, vooral Lennie schrikt van de komst van Heleen (dacht dat de relatie verbroken was). Heleen spreekt met Ben over huisje in Bergen aan zee en de pillen, die ze verkregen via haar broer die arts is. Sofie komt thuis. Lennie houdt moeder aan de praat en probeert haar het huis uit te werken zodat ze Heleen niet ontmoet. Sofie krijgt argwaan en ontmoet Heleen. Sofie en Ben krijgen ruzie. Ben vertelt ertussenuit te willen, naar het huisje van Heleen. Protest van Sofie. Heleen komt Ben halen. Met goedkeuring van Tim gaan ze ervandoor. Sofie ziet dat Ben zijn medicijnen is vergeten. Die komen ze zo wel halen, denkt ze. Tim stelt Lennie op de hoogte van de euthanasiewens van Ben en dat Ben de daad bij zijn woord aan het voegen is in het huisje van Heleen. De volgende dag gaat de bel. Heleen komt binnen met een brief voor Sofie. Sofie snapt eerst niet waar het over gaat. Langzaam dringt het tot haar door dat Ben zelfmoord heeft gepleegd. Ze beschuldigt Heleen van moord. Zij heeft Ben vermoord. Ben komt binnen. Hij kon het niet. Ben is naar de broer van Heleen gegaan, maar Heleen was hier niet meer. Ben en Heleens broer (arts) hebben lang gesproken. Ben gaat zich weer laten behandelen, maar niet bij dokter Landstra, maar een andere arts met een nieuwe methode. Heleen huilt, deze nieuwe methode werkt niet. Vreugde bij Sofie en Lennie, samen lachen ze omdat Heleen haar zin niet heeft gekregen. Zeer binnenkort zal Ben weer in het ziekenhuis liggen. |