Gallia Comata
Gallia Comata of Tres Galliae zijn namen die de Romeinen gaven aan het noordelijke, grootste deel van Gallia Transalpina tussen de Rijn en de Pyreneeën, vóór het door Julius Caesar werd onderworpen tijdens de Gallische Oorlog (58-51 v.Chr.) en vervolgens in 22 v.Chr. gesplitst in drie Romeinse provincies. Gallia Comata betekent letterlijk "langharig Gallië" en verwijst daarmee naar het kapsel van de daar woonachtige Galliërs, die de meeste Romeinen maar onbeschaafd vonden, en langharigheid was daar blijkbaar een belangrijk kenmerk van. Caesar gebruikte deze benaming niet; in de allereerste zinnen van zijn Commentarii de bello Gallico vertelt hij:
Met "Gallië" bedoelt Caesar de niet-Romeinse delen van Gallië (dus hij laat Gallia Cisalpina en Gallia Narbonensis buiten beschouwing). Zijn driedeling van niet-Romeins Gallië heeft geleid tot het begrip Tres Galliae, "Drie Galliën". Naar de er woonachtige stammen heetten deze drie Galliën Aquitania, Celtica en Belgica. Toen keizer Augustus in 22 v.Chr. heel Gallië liet reorganiseren, deelde hij Gallia Comata op in drie provincies: Gallia Aquitania (Caesars Aquitania met een groot stuk Celtica ten zuiden van de Loire), Gallia Belgica (Caesars Belgica het deel van Celtica tussen de Rijn en de Marne) en Gallia Lugdunensis (het overgebleven gedeelte van Celtica). Bronnen, noten en/of referenties
|