Hij verraste al jong als specialist in proloogtijdritten. Gaandeweg ontwikkelde hij zich ook als tijdrijder in het langere werk. Knetemann was geen sprinter, maar boekte vrij veel overwinningen in een sprint-à-deux, door met een kompaan of in een klein groepje uit een peloton te ontsnappen. Op die manier werd hij verrassend wereldkampioen in 1978 door Francesco Moser te verslaan. In datzelfde jaar won hij de laatste rit van de Ronde van Frankrijk met de sprint op de Champs Élysées.
Knetemann kon goed uit de voeten in meerdaagse wedstrijden, maar hij schoot tekort in het hooggebergte om in de Tour een goed klassement te rijden. Hoewel geen klassementsrijder voor de Ronde van Frankrijk, bleek hij een der succesvolste Nederlandse Tourrenners. Tienmaal won hij een etappe, een Nederlands "record", dat hij deelt met Jan Raas en Joop Zoetemelk, en achtmaal was hij drager van de gele trui. Met het collectief stond hij ook nog negenmaal op het podium als winnaar van een ploegentijdrit. Hij was de eerste wielrenner die de grens van 50 km/u doorbrak in een tijdrit.
Biografie
Profcarrière
Voordat Knetemann profwielrenner werd, was hij stratenmaker. Hij was lid van de Weesper Wielervereniging "Germaan Gazelle Matador Combinatie" (GGMC). Hij werd in 1974 profwielrenner bij de Franse Mercierploeg, waar Joop Zoetemelk kopman was. Typerend voor zijn instelling was dat hij datzelfde jaar laatste werd in Parijs-Roubaix, maar een week later de Amstel Gold Race won. In 1975 tekende hij een contract bij de Raleighploeg van Peter Post. Met Jan Raas was hij daar jarenlang de blikvanger, tot de breuk in 1983. In 1982 verraste Gerrie Knetemann in de Tour door de Ier Seán Kelly voor te blijven in een massasprint en door Bernard Hinault te verslaan in een lange tijdrit.
In 1983 kwam hij zwaar ten val in Dwars door België. Aanvankelijk werd voor zijn leven gevreesd, maar na een lange revalidatie keerde hij terug in het peloton om nog eenmaal uit te pakken in de Amstel Gold Race van 1985.[1]
Knetemann viel op in het wielerpeloton door zijn gevoel voor humor en zijn opmerkelijk taalgebruik. Hij introduceerde een groot aantal uitdrukkingen, waaronder 'hij zit te harken', 'doorkachelen', 'met je hol open zitten' en 'opgebaard over de meet komen, nadat je je het snot voor de ogen hebt gereden'. In het radioprogramma Radio Tour de France had hij veel succes met zijn Kneetstory, waarin hij dagelijks vertelde over zijn belevenissen.
Na zijn profcarrière
In 1989 nam Knetemann afscheid van het peloton. Hij trad nog enige tijd op als pr-man voor de PDM-ploeg. Daarna werd hij in 1991 bondscoach van de KNWU en wedstrijdleider van de Ronde van Noord-Holland en het RAI Derny Criterium. Als bondscoach behaalde hij 2 medailles op in totaal 14 WK's.
Knetemann overleed op 53-jarige leeftijd aan de gevolgen van een longembolie nadat hij tijdens een mountainbiketocht nabij Bergen onwel was geworden. Zijn overlijden was enigszins ondergesneeuwd in het nieuws door de moord op Theo van Gogh op dezelfde dag. Op 8 november 2004 namen op de wielerbaan van Alkmaar 2000 mensen afscheid van Knetemann, waarna de begrafenis in besloten kring plaatsvond in Krommenie.
Herinnering
Met ingang van 2004 is de prijs die jaarlijks aan de meest talentvolle wielrenner onder de 23 jaar wordt uitgereikt omgedoopt tot de Gerrie Knetemann Bokaal. Theo Bos was de eerste winnaar van deze bokaal. Sinds 2005 heet de prijs de Gerrie Knetemann Trofee. In 2006 en 2007 werd de Grote Prijs Gerrie Knetemann georganiseerd. In 2006 won de Belg Roy Sentjens in Renkum de eerste editie.
Vanuit het Olympisch Stadion – start en finish – wordt jaarlijks de Gerrie Knetemann Classic georganiseerd. Een toertocht door het Groene Hart, ter ere van Gerrie Knetemann.[2] In Amsterdam is een straat naar hem vernoemd, de Gerrie Knetemannlaan in Bos en Lommer.[3]
Privéleven
Knetemann was getrouwd en had een zoon en twee dochters. Zijn vrouw Gré was soigneur bij Parkhotel Valkenburg.[4][5] Zijn dochter Roxane Knetemann was een verdienstelijk wielrenster en werd na haar wielercarrière televisiecommentator bij o.a. de NOS en SBS6.
Zijn zoon Marnix was in 2018 deelnemer aan het tiende seizoen van het televisieprogramma Boer zoekt Vrouw en in 2022 bijdrager aan het televisieprogramma Onze boerderij: en nu zelf. In 2023 was hij lijstduwer voor de BoerBurgerBeweging in het waterschap Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en te zien in het televisieprogramma Onze boerderij in Europa. Dochter Elise trouwde op de dag dat haar vader wereldkampioen werd, maar dan 35 jaar later.[6]
Tussen 1975 en 1992 woonde Knetemann in Huijbergen op de Brabantse Wal. Topamateur Peer Maas was buurman. Jac van Meer was een van zijn trainingsmaten. Later toen hij in het Noord-Hollandse Krommenie woonde keerde hij regelmatig naar de streek terug op bezoek en voor een maandelijks ritje met oud-renners.[7]
In 1976 was Knetemann erbij toen oud-wereldkampioen Harm Ottenbros zijn fiets van de Zeelandbrug afdonderde. De Kneet gaf hem een lift terug.[9]
In 1981 nam Knetemann met de ploeg van Post een single op, "Wie zijn de vedettes", waarmee hij een negentiende plaats bereikte in de Tipparade.
Hoewel de uitdrukking "de dood of de gladiolen" vaak wordt toegeschreven aan Gerrie Knetemann, werd de uitdrukking al eerder gebruikt, onder meer door wielrenner Wim Schepers in mei 1971.[10]