Guinizelli ontwikkelde zich van een volgeling van de stijl van Guittone naar een volgeling van de Siciliaanse school, maar omdat hij deze te koud voor zijn emoties vond, begon hij zelf te experimenteren met een nieuwe stijl, de latere dolce stil nuovo.
Snel begon zijn stijl navolgers te vinden, onder wie Dante Alighieri, die hem beschouwde als zijn grootste voorbeeld:
...quand' io odo nomar sé stesso il padre
mio e de li altri miei miglior che mai
rime d'amor usar dolci e leggiadre...
(Purgatorio, XXVI 97-98).
De belangrijkste thema's van zijn stijl kunnen gevonden worden in Al cor gentil repara sempre amore: de vrouw als meer dan een liefde alleen, vaak metaforisch vergeleken met de zon.
Guinizelli's werk kenmerkt zich door een groot introspectief, psychologisch inzicht. Zijn hoofdwerken zijn: Al cor gentil repara sempre amore, Voglio del ver la mia donna laudare en Vedut'ho la lucente stella Diana.