Tijdens het FIM-congres in oktober 1970 kreeg de organisatie van de Isle of Man TT de opdracht het circuit én de races veiliger te maken. Toen was er inmiddels tijdens Manx Grand Prix nog een dode[3] te betreuren. Het bleek echter onmogelijk het stratencircuit veiliger te maken, en toen in 1972 Gilberto Parlotti (leider in het 125cc-wereldkampioenschap) verongelukte was voor de coureurs de maat vol. In 1973 volgde er een boycot van vrijwel alle toprijders en in 1977 verloor de TT van Man haar WK-status.
WK-klassen
Senior TT (500 cc)
Op vrijdag 12 juni, de laatste dag van de TT van Man, werd de Senior TT verreden. Giacomo Agostini (MV Agusta) werd de eerste in de geschiedenis die drie jaar achter elkaar zowel de Junior TT als de Senior TT won. Peter Williams (Matchless) werd tweede en Bill Smith (Kawasaki) werd derde. Daardoor finishte voor het eerst sinds 1928 (T.L. Hatch met een Scott) weer een tweetaktmotor op het podium van de Senior TT. Agostini had het niet makkelijk, een halve ronde lang liep zijn MV Agusta 500 3C op slechts twee cilinders. Het probleem loste vanzelf op en bleek later aan een onwillige condensator te hebben gelegen. John Wetherall verongelukte dodelijk tijdens deze race, terwijl Alan Barnett (gevallen op gesmolten asfalt bij Doran's Bend), Barry Randle en Brian Steenson naar het ziekenhuis werden overgebracht. Steenson overleed vijf dagen later.
In de Junior TT begon Giacomo Agostini meteen met de snelste ronde van de dag, en dat was dan nog de openingsronde met staande start. Na één ronde, die weliswaar 60 km lang was, had hij al een voorsprong van 1 minuut en 10 seconden op Kel Carruthers (Benelli). Benelli had eerder in het seizoen Santiago Herrero opgeroepen om de geblesseerde Renzo Pasolini te vervangen, maar die laatste startte toch zelf (Herrero lag intussen al in het ziekenhuis na zijn zware val in de Lightweight 250 cc TT). Pasolini viel echter uit met ontstekingsproblemen en ook Kel Carruthers kreeg problemen. Tijdens het tanken bij de pitstop brak een steun van zijn stroomlijnkuip, waardoor hij tijd verloor voor de noodreparatie. Alan Barnett kwam daardoor op de tweede plaats terecht. Barnett reed met de fabrieks-Aermacchi van Carruthers uit 1969. In de vierde ronde moest Carruthers in Ramsey opgeven met een gebroken ketting. Nu kon Paul Smart (Yamaha TR 2) naar de derde plaats rijden. Brian Steenson (Seeley) was toen al uitgevallen met een flinke olielekkage en Jack Findlay (Aermacchi) viel uit met een defecte versnellingsbak.
In de Lightweight 250 cc TT nam Kel Carruthers (Yamaha TD 2) meteen de leiding, om deze niet meer af te staan. Na de eerste ronde lag Paul Smart (Yamaha TD 2) tweede, 16 seconden achter Carruthers en 17 seconden voor Rodney Gould (Yamaha TD 2). In de tweede ronde vergrootte Carruthers zijn voorsprong tot 32 seconden, maar de derde plaats werd overgenomen door Stan Woods (Yamaha TD 2). Santiago Herrero (Ossa) zat Gould ook al op de hielen. Paul Smart viel in de derde ronde uit. Herrero ging onderuit bij Braddan en verloor een minuut met het weer rijklaar maken van zijn machine. Gould lag nu tweede, kort voor Woods. Herrero was ondanks zijn tijdverlies nog steeds vierde. In de vierde ronde schoof Woods door naar de tweede plaats, nu de Yamaha van Gould duidelijk langzamer werd. Woods stopte in de vijfde ronde om aan zijn motor te werken, waardoor Herrero weer naar de tweede plaats kwam. Bij de 13e mijlpaal, kort voor het binnenrijden van Kirk Michael, viel hij echter over gesmolten asfalt. Hij sloeg tegen een boom en moest per helikopter worden overgebracht naar het ziekenhuis. Ook Stan Woods viel op dezelfde plaats en brak daarbij zijn enkel. Gould werd hierdoor toch weer tweede, en Günter Bartusch (MZ) kreeg de derde plaats min of meer in de schoot geworden. Santiago Herrero was als leider in het 250cc-kampioenschap naar Man gekomen, maar overleed twee dagen na zijn val in het ziekenhuis.
Dieter Braun won de Lightweight 125 cc TT met de inmiddels drie jaar oude Suzuki RT 67 (met inmiddels slechts de reglementaire zes versnellingen). Dave Simmonds had aanvankelijk de leiding, maar zijn Kawasaki stopte in de tweede ronde met een vastgelopen big-end. Börje Jansson werd met een fabrieks-Maico tweede. Günter Bartusch had een nieuwe MZ tweecilinder tandemtwin, waarmee hij derde werd. De eerste drie rijders reden hun debuutrace op het eiland Man.
De Production 750 TT kreeg de status van Internationale race, maar de deelname van coureurs van buiten het Verenigd Koninkrijk was zeer beperkt. Zoals verwacht werd de race beheerst door de Triumph T150 Tridents, die weliswaar veel leken op de normale straatversies maar die toch door de fabriek zelf waren ingeschreven voor Malcolm Uphill en Tom Dickie. Norton schreef haar eigen ontwikkelingsingenieur Peter Williams in met de Norton Commando, gesteund door Ray Pickrell. Uphill leidde de race aanvankelijk met gemak, maar Williams begon het gat te dichten en reed zelfs een ronderecord, maar hij kwam 1,6 seconden tekort om te winnen.
In de Production 500 TT was er weinig spanning. De klasse was ook matig bezet en Frank Whiteway was met zijn door Eddie Crooks getunede Suzuki T 500 veruit de snelste. Hij had aan de eindstreep bijna anderhalve minuut voorsprong.
De Sidecar 750 TT werd eerder gereden dan de Sidecar 500 TT die voor het wereldkampioenschap telde. Siegfried Schauzu won de 750 cc race, waarin veel favorieten zoals Klaus Enders en Georg Auerbacher uitvielen. Er was een enorm startveld: naast 38 combinaties die geklasseerd werden waren er ook nog 54 uitgevallen.
↑Santiago Herrero ging in de tweede week van januari naar de Triumph-fabriek, waar hij een Triumph T150 Trident leende om de Snaefell Mountain Course op het eiland Man nog eens te verkennen. Hij had daar in 1968 en 1969 al gereden maar wilde zich optimaal voorbereiden voor de Lightweight 250 cc TT van 1970. Herrero reed in de race op de tweede plaats. Bij de 13e mijlpaal, kort voor het binnenrijden van Kirk Michael, viel hij echter over gesmolten asfalt. Hij sloeg tegen een boom en moest per helikopter worden overgebracht naar het ziekenhuis. Ook Stan Woods viel op dezelfde plaats en brak daarbij zijn enkel. Santiago Herrero overleed twee dagen na zijn val in het ziekenhuis. Ossa stopte onmiddellijk en voorgoed met haar deelname aan wegraces.
↑In de Senior TT lag Brian Steenson in de derde ronde op de vierde plaats, toen hij hard viel in de Mountain Box. Hij werd met een helikopter naar Nobles Hospital in Douglas gebracht, waar een schedelbasisfractuur werd vastgesteld. Dit gebeurde op 12 juni. Op 17 juni overleed hij in het ziekenhuis.
↑Rose Hanks-Arnold was de schoonzuster van Norman Hanks. Ze was getrouwd met zijn broer Roy Hanks, met wie ze in de Sidecar 750 cc TT startte. Hun dochter Julie Hanks werd ook bakkeniste, bij haar echtgenoot Paul Elliott