Het Koninklijk Nederlands Korfbalverbond (KNKV) is de Nederlandsekorfbalbond. Deze bond is ontstaan op 1 juli1973 na een fusie tussen de NKB en de CKB. De NKB (Nederlandsche Korfbal Bond) is opgericht op 2 juni1903 en kreeg op 16 mei 1938 het predicaat Koninklijk. De CKB (Christelijke Korfbal Bond) was de Christelijke tegenhanger van deze bond en werd opgericht in 1919. Naast deze twee bonden was er ook nog een bond voor dameskorfbal, de Nederlandse Dames Korfbal Bond, opgericht in september1947. Deze fuseerde met het KNKV in 1994. Het KNKV vertegenwoordigt de Nederlandse korfbalverenigingen en organiseert de Nederlandse Korfbalcompetitie.[1]
Organisatie
Het KNKV is een landelijke organisatie waarin alle korfbalclubs (ca. 450 stuks) van Nederland zijn vertegenwoordigd. De organisatie bestaat uit zowel vrijwilligers als een professioneel bureau, dat in Papendal is gehuisvest. Het KNKV wordt bestuurd door een Bondsbestuur dat wordt ondersteund door een Bondsbureau. Het bondsbestuur kent 5 leden. Het Bondsbureau wordt geleid door een eenkoppige directie, bestaande uit Henry van Meerten (algemeen directeur).
Het Bondsbestuur kent de volgende samenstelling:
Irene van Rijsewijk – Voorzitter
Erik Kraaij – lid Bondsbestuur
Marita Verkaik – lid Bondsbestuur
Stefan van der Padt - lid Bondsbestuur
Mamoun Loukili - lid Bondsbestuur
De organisatie kent verder nog diverse commissies die aan het bestuur rapporteren, maar ook onafhankelijke commissies namelijk de Financiële Commissie, de Tuchtcommissie, de Commissie van Beroep en de Reglementscommissie. De Landelijke Financiële Commissie adviseert de Bondsraad waar het de financiële kant van haar toezicht betreft.
De controle op het bestuur wordt gedaan door de Bondsraad. Met ingang van 2021 heeft het KNKV gekozen voor een regiostructuur en is het land ingedeeld in 24 regio’s. Voor elke regio is er minimaal één bondsraadslid die de verenigingen uit die regio vertegenwoordigt in de Bondsraad.
De samenwerking tussen Bondsbestuur, Bondsbureau, Bondsraad en verenigingen is geregeld in de Strategische Cyclus, waarin afspraken worden gemaakt over voorgesteld beleid en de uitvoering daarvan.
Bovenstaande schema is van toepassing op de standaardteams, voor de reserveteams gelden dezelfde klassen voor top- en wedstrijdkorfbal. Er is ook breedtekorfbal, met een per district verschillend aantal klassen (beginnend bij reserve 5e klasse tot en met reserve 8e klasse.)