Berger regisseerde in 1916 bij het Stadttheater Mainz zijn stuk Gärtnerin der Liebe.
Hij was ook actief in de filmwereld en maakte zijn regiedebuut na 1920 met de films Ein Glas Wasser en Der verlorene Schuh (beide in 1923). Zijn eerste geluidsfilm was de in 1930 in de Verenigde Staten gemaakte The Vagabond King. In Duitsland maakte hij de Walzerkrieg in 1933, met Renate Müller, Hanna Waag en Willy Fritsch.
Berger behoorde tot de Duitse emigranten in Nederland vanaf 1933, en vestigde zich in 1938 met vervalste papieren in Amsterdam. Hij schreef de tekst voor het massaal gemonteerde historische gelegenheidsspel Eenheid door Oranje, dat in 1938 ter gelegenheid van het 40-jarig regeringsjubileum van Koningin Wilhelmina onder regie van Eduard Verkade op landgoed Elswout in première ging. Bergers huis in Schlangenbad was gedurende de oorlog met een beheerder veiliggesteld. In 1940 dook hij onder, maar bleef les geven aan jong Nederlands talent. Gedurende de Hongerwinter (1944) regisseerde Berger onder meer Shakespeares Een Midzomernachtsdroom. De voorstelling werd illegaal vertoond in de zitkamer van zijn huis in de Amsterdamse Vondelstraat.[1]
Na de oorlog maakte Berger lange reizen. Hij kwam in 1947 weer naar Duitsland terug, en werkte in de Bondsrepubliek als theater-, televisie- en hoorspelregisseur. Hij schreef diverse toneelstukken, prozawerk en monografieën.
Filmografie
1920 - Der Richter von Zalamea
1921 - Der Roman der Christine von Herre
1923 - Ein Glas Wasser. Das Spiel der Königin
1923 - Der verlorene Schuh
1925 - Ein Walzertraum
1927 - Der Meister von Nürnberg (tevens scenario)
1928 - Die Dame aus Moskau (The Woman from Moscow)
1928 - Sünden der Väter (Sins of the Fathers)
1929 - Das brennende Herz
1930 - Der König der Vagabunden (The Vagabond King)