Vanwege politieke problemen met Israël is dit team beperkt in zijn mogelijkheden voor training en uitwisseling. Palestijnse sporters klagen over aanvallen op Palestijnse sportaccommodaties, het gevangen nemen van toonaangevende atleten[1]
en de beperkte bewegingsvrijheid die Palestijnse sporters hebben.[2][3]
Geschiedenis
In het Mandaatgebied Palestina was in 1928 de Palestine Football Association (PFA) (deze moet niet verward worden met de latere Palestijnse voetbalbond) opgericht, die in 1934 en 1938 aan de WK-kwalificatie deelnam. Plaatsing werd niet afgedwongen, in 1934 was Egypte en in 1938 was Griekenland te sterk. In 1931 werd de 'Arab Palestine Sports Federation' opgericht, die tot eind jaren '30 functioneerde en in 1944 weer werd her-opgericht.
Het Arabische voetbalteam van mandaatgebied Palestina kent een legende: Jabra Az-Zarqa. Na de Arabisch-Israëlische Oorlog van 1948 verliet hij het land en ging naar Syrië.[4] In de jaren vijftig, na de stichting van de staat Israël, weken veel Palestijnse voetballers naar Jordanië uit. Tussen 1948 en 1997 hadden de Palestijnen alleen nog een onofficieel nationaal elftal dat alleen maar vriendschappelijke wedstrijden mocht spelen.
De huidige Palestijnse voetbalbond (PFA) werd in 1962 opgericht, maar werd pas in 1998 door de FIFA als lid erkend. In de eerste jaren speelde het Palestijns voetbalelftal zijn meeste thuiswedstrijden in Qatar, terwijl er in Egypte werd getraind. In 2001 sloot de bond zich aan bij de 'West Asian Football Federation' (WAFF).
In 2008 erkende de FIFA Palestina officieel ook als land. Op 26 oktober 2008 werd voor het eerst een (vriendschappelijke) interlandwedstrijd gespeeld in het nieuwe Faisal Al-Husseini International Stadium (met een toeschouwerscapaciteit van 10.000) in Ar-Ram (bij Ramallah) op de Westelijke Jordaanoever; tegenstander was Jordanië, de wedstrijd eindigde in een 1–1 gelijkspel.
De eerste officiële WK-kwalificatiewedstrijd in dit stadion was op 8 maart 2011 tegen Thailand. Deze wedstrijd liep bijna in het honderd, omdat acht spelers geen toestemming van de Israëlische politie kregen om naar Ramallah te reizen. Uiteindelijk ging de wedstrijd in het Faisal al-Husseini-stadion toch door.
Door in 2014 de AFC Challenge Cup te winnen kwalificeerde Palestina zich voor de eerste keer voor het Aziatisch kampioenschap voetbal. In de finale werd met 1-0 van de Filipijnen gewonnen. Alle drie de wedstrijden van het Aziatisch kampioenschap werden verloren, de doelcijfers waren een voor en elf tegen. Voor de kwalificatie van het WK van 2018 eindigde Palestina achter Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten. Er was veel commotie rond de thuiswedstrijd tegen Saoedi-Arabië, de Saoedi's weigerden in Ramallah te spelen, omdat zij dan door het niet door Saoedi-Arabië erkende Israël zouden moeten reizen.[5] Na enig geharrewar werd de wedstrijd uiteindelijk in Amman in Jordanië gespeeld.
Vrouwen-voetbalelftal
In 2001 werd de 'Palestine Women's National Football League' opgericht en lid van de 'West Asian Football Federation'.
Op 10 februari 2011 werd in het Feisal al-Husseini Stadion de openingswedstrijd gespeeld georganiseerd door de FIFA en de Palestijnse en Jordaanse voetbalbonden.[6]
In april 2014 won het team met 4-0 van Bahrein[7]
Problemen in verband met de bezetting door Israël
In 1950, na de stichting van de staat Israël, werd de Westelijke Jordaanoever door Jordanië geannexeerd. Hierdoor kregen veel Palestijnse voetballers de Jordaanse nationaliteit. Tussen 1948 en 1997 had Palestina alleen nog een onofficieel nationaal elftal dat alleen maar vriendschappelijke wedstrijden mocht spelen.
De Palestijnse voetbalfederatie (PFA) ondervindt veel problemen bij de training en bij de deelname aan internationale wedstrijden vanwege de bezetting van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook. Vanwege restricties door Israël en problemen omtrent het verkrijgen van in- en/of uitreisvisa aan Palestijnse spelers wordt het individuele spelers en/of het gehele team vaak onmogelijk gemaakt zich te kwalificeren. Ook supporters kunnen de wedstrijden daardoor vaak niet bijwonen.[bron?]
In 2012 schreef de voorzitter van de PFA, Jibrill Rajoub een brief aan de UEFA om Israël in 2013 te weren bij een toernooi aangezien drie Palestijnse spelers zonder tenlastelegging in Israëlische detentie waren genomen. Een van hen was de bekende Palestijnse voetballer Mahmoud Al-Sarsak uit Rafah die in 2009 gearresteerd werd toen hij de Gazastrook verliet op weg naar een team op de Westelijke Jordaanoever.[8][9] In 2015 verzocht PFA-voorzitter de FIFA om een stemming voor schorsing van Israël vanwege discriminatie jegens Palestijnse voetballers, beperking van hun bewegingsvrijheid en de locatie van vijf Israëlische clubs in de Israëlische nederzettingen. De Israëlische voetbalbond (IFA) bracht daar tegenin dat zij niet verantwoordelijk gesteld konden worden voor door de staat gehanteerde restricties. Na een bezoek van Sepp Blatter aan premier Benjamin Netanyahu en premier Mahmoed Abbas trok Rajoub zijn verzoek in "but it does not mean that I give up the resistance.".[10]