Het aantal inwoners, in totaal 32.329, van wie 15.842 als man en 16.487 als vrouw stonden geregistreerd, is ontleend aan de gemeentewebsite.[3] Peildatum: 23 september 2020.
Religie
Rooms-katholieken: 12.601
Evangelisch-luthersen: 8.997
Overigen, incl. atheïsten: 10.731
Bron: zie boven.
Ligging, infrastructuur
De stad ligt op de westelijke, stroomafwaarts varend gezien linker, oever van de Rijn en wordt tot de westelijke periferie van het Ruhrgebied gerekend. Aan weerszijden van de Rijn liggen in Rheinberg, Orsoy en omgeving diverse vogelreservaten.
Naburige steden
Rheinberg ligt 8 km ten noordoosten van Kamp-Lintfort, 15 km ten zuiden van Wesel, 11 km ten noorden van Moers en circa 16 km ten noordwesten van Duisburg.
Aan de in 1904 geopende spoorlijn Rheinhausen - Kleef liggen binnen de gemeentegrenzen twee stations: Station Millingen bei Rheinberg[4] en Station Rheinberg (Rheinl). Op het eerste daarvan stoppen vooral goederentreinen, maar ook 1 x per uur een stoptrein voor reizigersvervoer. Station Rheinberg wordt ook alleen door deze stoptreinen aangedaan. Dit station ligt ten westen van het stadscentrum. Dicht erbij ligt het ZOB (busstation).
Rheinberg heeft tamelijk frequente busverbindingen met Xanten, Wesel, Kamp-Lintfort en Moers. Daarnaast rijden er enkele scholierenbusdiensten en één lokale belbus.
Waterwegen
De stad is via een 2 km lange zijarm verbonden met de Rijn, en bezit twee binnenhavens voor vrachtschepen, en wel te Ossenberg, Rijnkilometer 806, voor met name de overslag van zout en kalksteen voor de soda-fabricage, en te Orsoy, rondom Rijnkilometer 794, voor steenkool en andere bulkgoederen.
Van Rheinberg-Orsoy naar Duisburg-Walsum vaart een veerpont, waarmee ook auto's overgezet worden (Rijnkilometer 793).
Economie
Zoutmijn te Borth (2014)
Industriehaven Ossenberg
Rheinberg, sodafabriek van voorheen Solvay
Rheinberg, het voormalige fabrieksgebouw van Firma Underberg
In stadsdeel Borth bevindt zich sinds 1906 de zoutfabriek van voorheen Solvay, later overgenomen door esco, sedert 2019 een onderdeel van het K+S-concern. Sinds 1924 is ter plaatse ook een zoutmijn aanwezig, één der grootste van geheel Europa. De aangeboorde zoutlaag is 200 meter dik en strekt zich onder de grond uit tot 50 km ver, tot juist over de Nederlandse grens bij Winterswijk. Uit dit zuivere, 700-900 meter diep onder de grond aanwezige, steenzout wordt kwalitatief hoogwaardig keukenzout voor menselijke consumptie gewonnen. Het zout wordt ook geleverd aan overheden als strooizout voor gladheidsbestrijding in de winter op de wegen en aan de farmaceutische en chemische industrie als grondstof. De zoutfabriek en de mijn hebben samen tussen 300 en 400 personeelsleden.
In Rheinberg zelf staat sinds 1906 de sodafabriek van voorheen Solvay, later overgenomen door esco, sedert 2019 een onderdeel van het K+S-concern.
In het hart van de stad staat de fabriek, waar de kruidenbitter Underberg gemaakt wordt, met een bijbehorende kantoortorenflat; de bottelarij van deze drank is echter elders gevestigd.
In de gemeente is een groot distributiecentrum van het verzendhuis Amazon gevestigd.
In stadsdeel Millingen staat een tot het wereldwijd actieve Aumund-concern (waarvan één holding in Venlo zetelt) behorende fabriek (Aumund Fördertechnik), die transportbanden en soortgelijke installaties bouwt, die in havens e.d. gebruikt worden voor overslag van ertsen en andere bulkgoederen. Dit bedrijf beschouwt zich volgens zijn eigen website als wereldmarktleider in deze branche. Er werken circa 500 mensen (wereldwijd) van wie meer dan de helft in Rheinberg.
Eveneens te Millingen bevindt zich een kalkzandsteenwinning met een fabriek van bakstenen.
Geschiedenis
De plaats wordt onder de naam Berke (wat ofwel met berg (hoogte) ofwel met de boomnaam berk verklaard wordt) voor het eerst in een document, gedateerd anno 1003, vermeld. Uit datzelfde jaar dateert ook de eerste schriftelijke vermelding van Budberg.
Rheinberg kreeg in 1233 en Orsoy in 1273 stadsrechten van respectievelijk prins-bisschop Hendrik I van Keulen en Diederik VII van Kleef. In 1337 kreeg Rheinberg een Latijnse school, die in de vorm van het prestigieuze Amploniusgymnasium Rheinberg tot op de huidige dag voortbestaat.
De Spanjaarden probeerden van 1626 tot circa 1630 een Rijn-Maaskanaal aan te leggen vanaf de Rijn bij Rheinberg. Dit kanaal, de Fossa Eugeniana, moest via Geldern naar de Maas bij Venlo voeren, maar werd nooit voltooid.[7]
In 1633 heroverdeFrederik Hendrik de stad weer voor de Staatse partij. De Republiek hield Rheinberg daarna weer voor negenendertig jaar in bezit. De vesting vormde deel van de Kleefse barrière. In deze periode werd de Sint-Pieterskerk gebruikt voor protestantse erediensten. In het rampjaar 1672 werd Rheinberg ingenomen door het Franse leger van Lodewijk XIV. Ook in 1701 tijdens de Spaanse Successieoorlog veroverden de Fransen de stad. Vervolgens werd ze van 1703 tot 1715 bezet door Pruisen. In dat laatste jaar gaf Pruisen ze terug aan Keur-Keulen. In 1794 werd ze opnieuw bezet, nu door revolutionaire Franse troepen. Dat duurde tot 1814, toen Rheinberg bij Pruisen werd gevoegd. In 1721 werd Rheinberg door verzanding van de haven van de Rijn afgesneden, wat tot economische neergang leidde; in 1846 werd weer een toegang tot en haven aan de rivier open gebaggerd.
De geschiedschrijving van het dorp Ossenberg is vooral een opsomming van talrijke dijkdoorbraken en overstromingen, soms verergerd door bewegingen van kruiend ijs in de Rijn. Meestal leidden deze natuurrampen tot groot verlies aan mensenlevens en aan vee en tot grote materiële schade. De jaren, waarin zo'n natuurramp zich voordeed, zijn: 1374, 1450, 1551 - 1573 vrijwel jaarlijks, 1668, 1740, 1784, 1809, 1855, 1882, 1920 en het zgn. Jahrtausendhochwasser van 1926 met recordwaterpeil. Aangenomen mag worden, dat deze watervloeden ook elders in de omgeving ernstige gevolgen hebben gehad. Vanaf 1935 begon men, het gebied door middel van een bandijken- en sluizensysteem tegen hoog water in de Rijn te beveiligen. Een bijkomend probleem is, dat de ondergrond, met dijk of sluis en al, onvoorspelbaar in een zinkgat kan storten, omdat er oude mijngangen van voormalige steenkoolmijnen liggen. Daarom worden de dijken permanent gemonitord. De tot 14 meter hoge Rijnbandijken in de gemeente Rheinberg behoren tot de hoogste dijken ter wereld.
Het dorp Eversael kende tot de 18e eeuw een voor het Rijnland typisch instituut met de naam Honnschaft (honderdschap). Het was een onderlinge rechtspraak tussen de boeren onderling om geschillen over erfgrenzen, weiderecht e.d. te beslechten.
Van 1730-1850 had Orsoy belangrijke textiel-(laken-)nijverheid, die daarna tot 1960 opgevolgd werd door tabak- en sigarenproductie. In 1906 begon de industrialisatie met de opening van de Solvay-zout- en sodafabrieken. Na de Eerste Wereldoorlog was Rheinberg enige tijd door Belgische troepen bezet. Vanaf de Tweede Wereldoorlog tot rond 1990 kende Rheinberg belangrijke textielindustrie, die daarna door concurrentie van elders onrendabel werd en verdween.
Het in 1449 gebouwde, en tot 2014 als gemeentehuis en -kantoor gebruikte, Oude Raadhuis zal, na een in 2019 gestarte verbouwing die volgens de meest recente plannen tot 2022 zal duren, een multifunctioneel centrum voor cultuur en ontmoeting worden, met o.a. een museum, restaurants, concertzalen, vergaderruimtes enz.
Enkele restanten van de oude stadswallen, waaronder de ruïne van de Pulverturm ( de in 1598 verwoeste kruittoren) zijn bewaard gebleven.
Het gebouw Alte Kellnerei is het enige overblijfsel van het stadskasteel van Rheinberg. Het werd in 1573 gebouwd, in 1598 verwoest en in het begin van de 17e eeuw herbouwd. In een Kellnerei zetelde een namens de landheer optredende magistraat (Kellner), die o.a. over de belastingheffing zeggenschap had. Het gebouw huisvest een muziekschool, het stadsarchief en enkele vertrekken, die kunstenaars uit de regio kunnen huren voor exposities e.d.
Het gebouw Kamper Hof dateert in zijn huidige vorm uit 1509. Het is vanaf de 13e eeuw een refugiehuis geweest van het cisterciënzerKlooster Kamp. Wat er nu nog staat, was van origine de kloosterkapel. Het gebouw wordt gebruikt als accommodatie voor diners, feesten, partijen, kleine congressen en andere evenementen.
De rooms-katholieke Sint-Pieterskerk, in het eind van de 12e eeuw in gotische stijl gebouwd, is in de daaropvolgende eeuwen diverse malen uitgebreid of gerenoveerd. Het hoogaltaar combineert werken uit de 19e eeuw met enige Vlaamse kunstwerken uit de 16e eeuw. De Oude Pastorie ernaast is een landhuisachtig gebouw uit 1729.
De evangelisch-lutherse kerk is in 1768 gebouwd, waarbij een uit de 15e eeuw daterende schuur, die ook reeds als lutherse kerk in gebruik geweest was, in het godshuis is ingebouwd.
Het 19e-eeuwse Underberg-Palais wordt door de firma van die naam gebruikt voor representatieve bijeenkomsten. De ernaast staande torenflat Underbergturm is als hotel in gebruik.
Het oorlogsmonument Tor der Toten (Poort der Doden) werd in 1964 opgericht. De twee betonnen zuilen zijn 12 meter hoog. De Pergamenttruhe bij dit monument is een schrijn, dat een rol perkament bevat, waarop de namen van 650 oorlogsslachtoffers zijn geschreven. De architect was Toni Hermanns uit Kleef. Het monument staat ten oosten van de binnenstad en ziet uit op de Rijn.
Het torentje Spanischer Vallan in het stadspark dateert van omstreeks 1700 en is voor uiteenlopende culturele doeleinden in gebruik.
In de gemeente liggen verscheidene natuurgebieden in de nabijheid van de Rijn, o.a. rondom voormalige armen van deze rivier. De rijkdom aan beschermde planten-, vissen-, vogel- en insectensoorten is groot. Er lopen enkele langeafstands-wandel- en fietsroutes langs.
Dierentuin TerraZoo, gespecialiseerd in reptielen, niet ver ten noorden van stadsdeel Winterswick en ten oosten van de stad Rheinberg
Kasteel Ossenberg, eigendom van de adellijke familie Berghe von Trips, dateert uit het begin van de 18e eeuw. Het herbergt een klein hotel. Incidenteel worden in de feestzaal van het kasteel concerten gehouden. De nabijgelegen slotkapel is eveneens 18e-eeuws en bevat een 17e-eeuws altaar. Er worden van tijd tot tijd kerkelijke huwelijksvoltrekkingen en incidenteel ook andere kerkdiensten gehouden, zowel voor rooms-katholieken als evangelisch-luthersen.
De evangelisch-lutherse Lambertuskerk te Budberg dateert uit de 15e eeuw. Delen van een ouder kerkje uit de 12e eeuw zijn in dit gebouw opgenomen. De kerk is in de 18e tot en met de 20e eeuw diverse malen verbouwd en gerestaureerd.
Curieus is de rooms-katholieke Onze-Lieve-Vrouwekerk van Budberg uit 1949. In het kerkgebouw is een voormalige windmolen verwerkt. In 1985 dreigde het gebouw door mijnschade te verzakken en in te storten, waarna de vloer werd verstevigd met gewapend beton.
Dialect
Het door Duitse taalkundigen als zeer interessant beschouwde dialect van Rheinberg (Rinbäärkse Plat) is het meest zuidelijke in de Kleverlandse sectie van de Nederfrankische dialecten en vertoont daardoor sterkere verwantschap met de Nederlandse taal dan veel in omliggende gebieden gebruikte streektalen.
Voorbeeld:
Rheinberger dialect: Vertell mik es, wat dat is.
Nederlands: Vertel mij eens, wat dat is.
Rheinberger dialect (1929): Inne februar neegentinhondertneegenontwentech, as man glöwne, de wenter trök af, as di Rinberkse sech of dä fastelowent froine, brook öwer nach' äne strenge wenter herin, schlemmer as 1890, woerfan aale lüj dumols gärn vertellne. Öwer därtech grat onder null fror et schteen on been. Nor wenech daach schtoon dä Rin.
Nederlands: In februari 1929, toen men geloofde, dat de winter aftrok (voorbij was gegaan), toen de Rijnberkers zich op vastenavond verheugden, brak over nacht (opeens) een strenge winter uit, slimmer (erger) dan in 1890, waarvan oude lieden destijds gaarne vertelden. Over dertig graden onder nul, vroor het steen en been (dat het kraakte). Na weinig (een paar) dagen stond de Rijn (was de Rijn stijf bevroren).
↑De site geeft geen verklaring voor het verschil (40 vrouwen en 71 mannen) tussen het bevolkingscijfer van de gehele gemeente en het totaal van de inwonertallen van elk van de 4 Stadtbezirke. Bron: https://www.rheinberg.de/de/inhalt/statistiken-8549425/
↑(de) Irmgard Hantsche (2004) Atlas zur Geschichte des Niederrheins, Schriftenreihe der Niederrhein-Akademie 4, Peter Pomp, Bottrop/Essen (5e druk). ISBN 3-89355-200-6
↑Tijdens de beschietingen door de Spanjaarden schoten dezen een kanonskogel door de kruittoren van Rheinberg, wat een zware ontploffing tot gevolg had, waardoor een groot deel van de stad werd verwoest.
↑(nl) Roel Zijlmans, 'Plannen voor Schelde-Maas-Rijnverbindingen, 16e-18e eeuw', hoofdstuk 5 in: Troebele betrekkingen: Grens-, scheepvaart- en waterstaatskwesties in de Nederlanden tot 1800 (Hilversum, 2017, ISBN 978-90-8704-637-8).