Romeinse schilderkunst
De kennis van de Romeinse schilderkunst berust grotendeels op de vondsten van fresco’s uit de plaatsen die na de uitbarsting van de Vesuvius in 79 n.C. bedolven raakten. Van de Griekse schilderijen die de Romeinen naar Rome importeerden is niets bewaard gebleven, en evenmin van de schilderijen die sinds het einde van de 3e eeuw v.Chr. door de Romeinen zelf gemaakt werden voor triomftochten. Oudste Romeinse schilderkunstVolgens de overlevering was Gaius Fabius de eerste Romeinse schilder. Het leverde hem – en zijn latere familieleden – de bijnaam Pictor (schilder) op. Hij bracht in 304 v.Chr. fresco’s aan in de tempel van Salus op het Quirinaal in Rome. Het oudste fragment van een Romeins fresco dat bewaard is gebleven (nu in museum Centrale Montemartini te Rome) is gevonden in een graftombe in een necropolis bij de Esquilijn te Rome. Het laat gevechts- en oorlogsscènes zien in vier registers onder elkaar. De namen Q. Fabius en M. Fannius, die bij de centrale figuren zijn geschreven, maken het vrijwel zeker dat het gaat om een scène uit de Samnitische oorlogen (1e helft 3e eeuw v.Chr.) en dat het graf van een van beiden was. Vier Pompeiaanse stijlenOp grond van de wandschilderingen die in de Campaanse plaatsen als Pompeï, Herculaneum, Stabiae en Boscoreale zijn gevonden, heeft de Duitse archeoloog August Mau (1840-1909) een indeling gemaakt in vier zogenaamde Pompeiaanse stijlen. Daarbij heeft hij gebruikgemaakt van de beschrijving van Vitruvius (De architectura VII, 5, 1-4), die betrekking heeft op de eerste drie van de stijlen van Mau. Deze indeling wordt ook toegepast op fresco’s die niet uit Pompeï of omgeving afkomstig zijn. De belangrijkste museumcollectie van Romeinse fresco’s buiten Campanië is die in het Palazzo Massimo te Rome, waar onder andere fresco’s te zien zijn uit de Villa van de Farnesina (tweede en derde stijl) en fresco’s met tuinscènes uit de Villa van Livia in Primaporta (ca. 20-10 v.Chr.). Eerste stijl: incrustatiestijlPeriode: 200-90 v.Chr. Tweede stijl: architectuurstijlPeriode: 90-20/15 v.Chr. Voorbeelden van deze stijl zijn het cubiculum van de Villa van Fannius Synistor uit Boscoreale (zie afbeelding), de beroemde fresco’s uit de Villa dei misteri in Pompeï, fresco’s uit het Huis van Livia in Rome, een aantal van de fresco’s uit de Villa van Poppaea te Oplontis en de Odysseeschilderingen uit een Romeins huis op de Esquilijn (nu in de Vaticaanse Musea). Derde stijl: ornamentele stijlPeriode: 20/15 v.Chr.-45 n.C. Vierde stijl: barokke stijlPeriode: 45-100 n.C. Tot de bekendste voorbeelden van de vierde stijl behoren veel fresco’s uit het Huis van de Vettii in Pompeï, de schilderingen uit de Tempel van Isis in Pompeï (nu in het Archeologisch Museum te Napels) en de fresco’s uit de Domus Aurea in Rome. Zie de categorie Ancient Roman paintings van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
|