Rupert V van Nassau
Rupert V van Nassau (1280[1][2][3] – (gesneuveld) in Bohemen, 2 december 1304[noot 1]), Duits: Rupert V. Graf von Nassau, was graaf van Nassau uit de Walramse Linie van het Huis Nassau. BiografieRupert was de tweede, maar oudste overlevende, van de vijf zonen van graaf Adolf van Nassau en Imagina van Isenburg-Limburg,[1][2][3][4] dochter van Gerlach I van Isenburg, heer van Limburg an der Lahn en Imagina van Blieskastel.[1][4] Omdat hij in 1292 een oorkonde heeft opgesteld waarin een schenking van zijn grootmoeder Machteld van Gelre en Zutphen aan Klooster Altenberg bij Wetzlar wordt bevestigd, moet hij op dat moment meerderjarig zijn geweest, d.w.z. ten minste 12 jaar oud. Als onderdeel van de verkiezingsbeloften van de nieuwgekozen rooms-koning Adolf van Nassau en ter bevestiging van zijn alliantie met koning Wenceslaus II van Bohemen werd er op 30 juni 1292 een huwelijksovereenkomst voor Rupert gesloten met Wenceslaus’s nog in de kinderleeftijd zijnde dochter Agnes.[5][6] De nog jonge Agnes werd in 1296 overgedragen aan Rupert, maar stierf kort daarna.[7] Rupert streed op 2 juli 1298 in de Slag bij Göllheim, waarbij zijn vader sneuvelde. Rupert werd gevangen genomen door de aartsbisschop van Mainz, Gerhard II van Eppstein.[8] Deze kon, samen met zijn familieleden de heren van Eppstein, de Burcht Sonnenberg innemen en zwaar verwoesten. Ruperts broer Gerlach, op dat moment nog een kind, kon gered worden. De heren van Eppstein waren al generaties de vijanden van de graven van Nassau. Ruperts moeder Imagina vroeg Elisabeth van Karinthië, de echtgenote van de nieuwe rooms-koning Albrecht I, in de herfst van 1298 op de hofdag in Neurenberg om de vrijlating van haar zoon.[9] In 1299 werd Rupert door de heer van Rheinberg uit zijn gevangenschap bevrijd.[noot 2] Samen met zijn broer Gerlach volgde Rupert zijn vader op als graaf van Nassau.[10] In Idstein zette hij de bouw van stadsmuren voort. Hij steunde koning Wenceslaus II van Bohemen in diens ruzie met rooms-koning Albrecht I. Rupert sneuvelde in Bohemen en werd begraven in Praag.[1][3][4] Hij werd opgevolgd door zijn broer Gerlach. VooroudersExterne links
Bronnen, noten en/of referenties
Voetnoten
Referenties
|