Ungabuurt
Ungabuurt (Fries: Ungaboer) is een voormalige buurtschap in de gemeente Harlingen, in de Nederlandse provincie Friesland. De buurtschap lag ongeveer waar de wegen de Verlengde Edisonstraat en de Ungabuurtsterweg zijn gelegen in Oostpoort, een industrieterrein van de stad Harlingen. In 2016 duidde Nieuwe encyclopedie van Fryslân het nog als een van de buurtschappen van Harlingen. Het bestond dan toen nog uit meerdere los gelegen bewoning aan de Ungebuursterweg. Anno 2024 wordt het industrieterrein verder uitgebreid, waarmee de buurtschap feitelijk grotendeels opgeslokt geraakt. Alleen de meest oostelijke boerderij is dan nog echt los gelegen van het industrieterrein. GeschiedenisDe oudste vermelding uit 1402, Vnghaburstata tilla verwijst naar een brug. In 1511 werd de plaats zelf vermeldt als Ongebuer, In 1664 en 1718 (de Schotanusatlas) als Unga Buir en in de 19e eeuw duidde Eeckhof op zijn kaart tweemaal Ungabuur, dichtbij elkaar. Mogelijk verwijzend naar het feit dat het oorspronkelijk verdeeld lag tussen Midlum en Herbaijum. In 1853 en 1899 werd de plaats vermeld als Ungabuurt. De plaatsnaam zou oorspronkelijk verwijzen naar een (klein) huis), van het Oudfriese woord buir, van de familie van het geslacht Unga, Uninga of Unia, afgeleid van de persoonsnaam One. Later zou het vernederlandst dan zijn tot buurt, als in een buurtschap of gehucht bewoond of gesticht door de genoemde familie. Vanaf de 17e tot in het begin van de 20e eeuw werd er kleigewonnen en verwerkt in en rond Ungabuurt, voor allerlei soorten steenfabrieken. Ungabuurt behoorde tot de zogenoemde Harlinger Werken, een druk werkgebied langs de Franekertrekvaart. Tussen 1720 en 1920 stonden er in totaal tussen Harlingen en Ungabuurt twee kalkwerken, drie panwerken en maar liefst negen tichelwerken.[1] Ungabuurt lag in de 80 hectare grote polder Ungabuurt tussen Midlum en Herbaijum ten noorden van De Ried, later de Sexbierumervaart. De polder lag verdeeld tussen die twee plaatsen in. Tussen Midlum en Herbaijum werd er ook de Rijksweg aangelegd, daar ontwikkelde ook bewoning naast dat er tussen 1903 en 1935 het treinstation Midlum-Herbaijum aan was gevestigd. In 1857 werd door samenvoegingen onder de naam Ungabuurtsterpolder opgericht, deze lag in het gebied tussen IJslumburen, Kiesterzijl. Ungabuurt en Koetille. Het was circa 262 hectare groot. In de 1913 nam het waterschap Ludinga waterstaatkundige werken van deze laatste polder over. De polder van Ungabuurt heeft diverse poldermolens gekend om het te bemalen. In de westkant van de polder, aan wat later de Kelvingstraat werd in 1857 een stellingmolen van het type spinnenkop, de poldermolen wordt aangeduid als Polder 7, de polderduiding van de polder van Ungabuurt. De molen had een vierkante ondertoren en werd in 1922 afgebroken. Het zou daarna enige tijd vervangen zijn door een windmotor. In de oostkant, ten oosten van de verst gelegen boerderij stond de spinnenkop-poldermolen Ungabuurtsterpolder, de molen met ook een vierkante ondertoren werd voor 1832 gebouwd en was tot in het begin van de 20ste eeuw in werking. De molen werd voor 1928 afgebroken. Toen Midlum in 1971 bij de gemeente Harlingen werd gevoegd werd de nieuwe grens getrokken bij de opvaart die bij de hoofdkern van Ungabuurt was gelegen. Daarvoor viel het geheel binnen de gemeente Franekeradeel. Volgens plaatsengids.nl verkreeg het oostelijke deel dat onder Midlum desondanks viel in 1978 een eigen postcode, omdat postcodes niet binnen twee gemeenten kon liggen. Plaatsengids meldt tevens dat in 1984 de grens weer aangepast werd toen er een gemeentelijke herindeling was. Op de kadasterkaarten is dat pas in de jaren 90 zichtbaar. Op het einde van de twintigste eeuw werd een deel van de polder en de buurtschap ingepland voor ontwikkeling van het bedrijventerrein Oostpoort. Daarvoor het gebied ten zuiden van de Rijkstraatweg dat oorspronkelijk binnen Midlum viel aan het grondgebied van de stad Harlingen toegevoegd. Het meest oostelijke deel bleef binnen Herbaijum vallen. Voor ontwikkeling van het industrieterrein en de A31 wat van de bewoning verwijderd worden en andere gingen op in het bedrijventerrein die zich ontwikkelde in de eerste jaren van de 21ste eeuw. In 2007 duidde Gildemacher in zijn werk over de vele plaatsen in Friesland het nog als een zelfstandig plaats, toen de eerste fases van het bedrijventerrein nog in bouw was. In 2016 toen die fases al klaar waren duidde de Nieuwe encyclopedie van Fryslân het nog als een van de buurtschappen van Harlingen. De buurtschap bestond toen ook nog altijd uit diverse los gelegen bewoning aan de Ungabuurtsterweg. In 2014 werd er een uitbreiding voorgesteld van het bedrijventerrein en in 2016 werd het eerste plan uitgewerkt en voorgelegd. In 2023 werd het plan uiteindelijk goed gekeurd. Daarmee startte de derde fase van het bedrijventerrein. Op 21 maart 2024 ging men officieel van start met symbolische eerste schop te plaatsen. Door deze uitbreiding is alleen het oostelijkste boerderij nog los gelegen bewoning van de oorspronkelijke buurtschap. Bronnen, noten en/of referenties
|