De plant wordt 30–90 cm hoog, vormt lange wortelstokken en heeft een ronde of iets afgeplatte stengels. De draadvormige, vrij donkergroene bladeren hebben op regelmatige afstand een dwars tussenschot.
De veldrus bloeit van juni tot september met donkerroodbruine bloemen. De bloeiwijze bestaat uit hoofdjes. De binnenste, toegespitste bloemdekbladen zijn langer dan de buitenste.
De vrucht is een roodbruine, 3 mm lange doosvrucht en heeft een lange snavel. De zaden zijn kleverig.
De plant komt voor op natte, matig voedselrijke grond in heidevelden, moerassen, langs beken, in hooilanden en natte duinvalleien.