Jaar |
Nationale- en amateurwedstrijden |
Internationale wedstrijden |
Isle of Man TT |
EK en WK
|
1925 |
|
|
Er startten al enkele Velocettes in de Junior TT, maar zowel Gus Kuhn als Fred Povey vielen uit met oververhittings- en smeerproblemen. |
|
1926 |
|
|
Alec Bennett won de Junior TT met tien minuten voorsprong op Jimmie Simpson (AJS). Gus Kuhn werd vijfde en Povey negende. |
|
1927 |
Toni Ulmen won de eerste race op de Nürburgring, de Eifelrennen. Karel Štěpán won de TT van Tsjechoslowakije. |
Frank Longman won de Grand Prix van Frankrijk in Saint-Gaudens |
Harold Willis werd tweede in de Junior TT achter Freddie Dixon (HRD). |
|
1928 |
|
|
Bennett won de Junior TT, Willis werd tweede en Freddie Hicks vijfde. De snelste niet-Velocette coureur was Kenneth Twimlow, die met een DOT derde werd, achttien minuten achter Bennett en zestien minuten achter Willis. |
|
1929 |
Velocettes eindigden in de Junior klasse van het Manx Amateur Road Race Championship (MARCC) op de plaatsen één, drie, vier, vijf en zeven. Harold Levings werd met zijn 350 cc Velocette zelfs tweede in de 500 cc Senior klasse. In de North West 200 won Billy McCracken de 350cc-race. Toni Ulmen won de Eilenriederennen in Duitsland. |
Freddie Hicks won de 350cc-klassen van de TT van Assen en de Grand Prix van Frankrijk. De Hongaar O. Sabruale won ook zijn thuiswedstrijd, de Grand Prix van Hongarije in Boedapest. |
Freddie Hicks won de Junior TT en onder de eerste tien waren zes Velocettes. |
Het Europees kampioenschap wegrace was in de beginjaren een eendagswedstrijd. Freddie Hicks won ook de 350 cc zijspanklasse in L'Ametlla del Vallès met een Velocette. Hij was de enige die de finish haalde…
|
1930 |
Velocettes bezetten de eerste acht plaatsen van de Junior klasse in de Manx Grand Prix (MGP). In de North West 200 werd J.W. Shaw tweede. Mario Ghersi werd 350cc-kampioen van Italië met een Velocette. |
Tore Oscarsson won de Grand Prix van Zweden in Saxtorp. Freddie Hicks won opnieuw de Grand Prix van Frankrijk. Frank Longman won de Ulster Grand Prix. Harold Willis won de TT van Zweden in Onsala. |
De Rudge Ulster modellen waren definitief doorgebroken en ze pakten de eerste drie plaatsen in de Junior TT. D. Hall werd met zijn Velocette vierde. |
|
1931 |
Doug Pirie won de Junior klasse van de MGP. In die wedstrijd debuteerden de jonge rijders Maurice Cann en John "Crasher" White met Velocettes, maar beiden vielen uit. Albert Schneider werd met een Velocette kampioen van Duitsland in de 350 cc zijspanklasse. Hij had daarvoor o.a. de Eifelrennen gewonnen. Franz Falk won de TT van Oostenrijk in Wolkersdorf im Weinviertel. |
Omobono Tenni kocht met hulp van leden van zijn motorclub een Velocette waarmee hij derde werd in een race in Monza. Die race werd gewonnen door een andere Velocette-rijder, Guido Landi. Tenni won in dat jaar wel de Grand Prix Reale in Rome. De Belg Fernand Renier won de Grand Prix van Frankrijk op het Autodrome de Linas-Montlhéry. Tivadar Zamecsnik won de Grand Prix van Hongarije. |
Hoewel de Rudges weer geklopt werden in de Junior TT, gebeurde door Nortons. Velocette kwam niet verder dan de zevende plaats voor A. Mitchell. |
|
1932 |
Jock Muir en Austin Munks werden tweede en derde in de Junior MGP. R.J. Gray werd derde in de North West 200. Albert Schneider werd met een Velocette opnieuw kampioen van Duitsland in de 350 cc zijspanklasse. Albert Schneider won opnieuw de 350 cc zijspanklasse van de Eifelrennen. |
De Oostenrijker Franz Falk won de Grand Prix van Hongarije in Sopron. De Italiaan Eduardo Self won de Grand Prix van Zweden. |
Les Archer werd zesde in de Junior TT. Alec Bennett, die het vanwege zijn eigen zaak een aantal jaren rustig aan had gedaan, werd met een Velocette achtste. Fernand Renier won opnieuw de Franse Grand Prix. |
|
1933 |
Austin Munks won de Junior MGP, een wedstrijd die bijna helemaal werd bestreden door Nortons en Velocettes. Albert Schneider won weer de Eifelrennen, maar ditmaal met een 350 cc solo-Velocette. Hij won ook de Eilenriederennen. |
Wal Handley won de Ulster Grand Prix. |
Hoewel de eerste drie plaatsen in de Junior TT werden bezet door Nortons, kwamen daar achter zeven Velocettes. Vijfde werd Henry Tyrell-Smith, die was overgekomen van Rudge, en zevende werd Wal Handley, inmiddels veteraan die ook al autoraces reed. |
|
1934 |
De Norton productieracers werden steeds beter. Munks en Bertie Rowell kwamen niet verder dan de derde en vierde plaats in de MGP. Walter Rusk won de 350 cc North West 200 en J.J. O'Neill werd tweede. |
Ted Mellors won de Grand Prix van Zweden. De Spanjaard Fernando Aranda won de GP van Barcelona. |
Ook in 1934 kwamen zeven Velocettes op de plaatsen vier t/m tien van de Junior TT, waaronder op de zevende plaats de nieuweling Walter Rusk, die een korte carrière zou hebben omdat hij tijdens de Tweede Wereldoorlog sneuvelde. |
Wal Handley werd in 1935 Europees kampioen door opnieuw de Ulster Grand Prix op het Clady Circuit te winnen.
|
1935 |
Bertie Rowell werd als beste Velocette-rijder slechts vijfde in de MGP. |
De Oostenrijker Hermann Deimel won de Grossglockner Races. |
In de Junior TT werd Doug Pirie vierde, Ernie Nott vijfde en Ernie Thomas zesde. |
|
1936 |
Austin Munks won de MGP, zeven seconden vóór J. Blyth met een Norton. Ernie Thomas werd tweede in de North West 200.
|
Ted Mellors won de 350cc-klasse van de Grand Prix van België in Floreffe en de Grand Prix van Frankrijk in Saint-Gaudens. Ernie Thomas won de Ulster Grand Prix. |
De ervaren Ted Mellors wist de derde plaats in de Junior TT te pakken. Ernie Thomas werd vierde. Met het 500 cc prototype uit 1935 werd Stanley Woods tweede in de 500 cc Senior TT |
|
1937 |
In 1937 waren de Velocettes in de MGP bijna uitgestorven. Vier kwamen er aan de start, maar ze vielen allemaal uit. Een van hen werd bereden door debutant Arthur Wheeler. Roger Laurent werd met Velocette 350cc-kampioen van België. |
Hermann Deimel won de Grand Prix van Hongarije. Ted Mellors won de Grands Prix van Zweden, Ulster, Italië en Frankrijk. |
De ervaren Stanley Woods werd vierde in de Junior TT en tweede in de Senior TT. |
|
1938 |
In de MGP was Norton nog oppermachtig. De eerste twee Velocettes werden zevende en achtste. Roger Laurent werd met Velocette opnieuw 350cc-kampioen van België. |
Roger Loyer won de Grand Prix van Frankrijk. Ted Mellors won de TT van Assen en opnieuw de Grand Prix van Italië. |
In de jaren na 1930 moest Velocette ook het hoofd buigen voor Norton, maar vanaf 1938 werd er weer goed gepresteerd: Stanley Woods en Ted Mellors werden eerste en tweede in de Junior TT. Met de MT 500 werden ze tweede en derde in de Senior TT |
In 1938 werd Ted Mellors Europees kampioen in een meerdaags kampioenschap. Hij won de Ulster Grand Prix.
|
1939 |
Toen de MGP van 1939 plaats zou vinden was de oorlogsdreiging al zo groot dat ze werd afgelast. Jimmy Little won in dat jaar wel de North West 200. |
Ted Mellors won de 350cc-klasse van de Grand Prix van België in Spa-Francorchamps. Ernie Thomas won de Hamburger Stadtparkrennen. |
Woods won de Junior TT opnieuw, Mellors werd derde en er waren weer zes Velocettes onder de eerste tien. Eric Oliver, wereldkampioen zijspanrace in 1949,1950,1951 en 1953, werd met een Velocette zeventiende. |
Stanley Woods werd geen Europees kampioen, maar hij won wel een van de kampioenschapsraces, de Ulster Grand Prix.
|
1946 |
In dit jaar waren er in de MGP 65 starters, maar slechts tien reden er op een Velocette. Jack Cannell was de snelste van hen, met een vijfde plaats. Gilbert de Rudder won in België de Grand Prix de la Cambre op het Circuit du Bois de la Cambre. |
Lous van Rijswijk won de TT van Assen. Walther Hess won de Grand Prix van Zwitserland op het stratencircuit van Bremgarten. Vic Willoughby won de Ulster Grand Prix |
De Isle of Man TT werd in 1946 nog niet georganiseerd. |
Het Europees kampioenschap werd in 1946 nog niet georganiseerd.
|
1947 |
In de Manx Grand Prix werd J. Purnell derde en Arthur Wheeler werd zesde. Hein Thorn Prikker won Rund um Schotten op de Schottenring. |
Peter Goodman won de TT van Assen. Goodman was een kleinzoon van de oprichter van het merk, Johannes Gütgemann. Fergus Anderson won de Grand Prix-wegrace van Zwitserland in Bremgarten. |
Toen de internationale racerij in 1947 weer werd opgestart waren de Velocettes overtuigend de sterkste in de Junior TT: Bob Foster won vóór zijn teamgenoten David Whitworth, Jock Weddell en Peter Goodman. |
Fergus Anderson werd Europees kampioen op het stratencircuit van Bremgarten.
|
1948 |
In de "Manx" bezetten Velocettes de plaatsen drie, vier en vijf. Cecil Sandford debuteerde met een Velocette, maar viel uit |
Ken Bills won de TT van Assen. Bob Foster won de 350cc-klasse van de Grand Prix van België in Spa-Francorchamps. Ernie Thomas won de Grand Prix van Hongarije in Budaörs. De Belg Roger Laurent won de Grand Prix van Finland in Helsinki. |
Freddie Frith won de Junior TT en Foster werd tweede. |
In 1948 won Freddie Frith de Ulster Grand Prix én de Europese titel op het Clady Circuit.
|
1949 |
Velocettes eindigden in de MGP Junior race op de vijfde en zesde plaats, bereden door latere beroemdheden: Cecil Sandford en Bill Lomas. In Clubmans Junior TT, een amateurklasse die in dat jaar was ingesteld tijdens de Isle of Man TT, werd Cecil Sandford ook vijfde. Freddie Frith werd tweede in de North West 200. De Fin Curt Ginman won zijn thuiswedstrijd, de Grand Prix van Finland. |
De Noor Kjell Bakke won de Grand Prix van Zweden. David Whitworth won de Grand Prix van Frankrijk op het circuit van Saint-Gaudens. Tommy Wood won de Grand Prix van Barcelona. |
De Junior TT maakte vanaf 1949 deel uit van het wereldkampioenschap wegrace. Velocette zette het succes voort: Frith won vóór zijn teamgenoot Ernie Lyons. |
Frith won in het nieuwe Wereldkampioenschap wegrace niet alleen de Junior TT, maar ook alle andere wedstrijden in de 350cc-klasse en hij werd dus de eerste wereldkampioen, Bob Foster werd derde.
|
1950 |
C. Julian en D. Bogie werden derde en vierde in de Manx Grand Prix. In de Clubmans Junior TT startte geen enkele Velocette. Arthur Wheeler werd tweede in de North West 200. Erich Wünsche werd kampioen van de DDR. |
Tommy Wood won de Grand Prix van Spanje op Montjuïc Park. Ernie Thomas won de Grand Prix van Finland. |
Ken Bills kwam als beste Velocette-coureur in de Junior TT niet verder dan de negende plaats. De latere wereldkampioen Bob Foster viel uit, net als Reg Armstrong. |
Bob Foster won drie Grands Prix en hij werd in dat jaar wereldkampioen.
|
1951 |
Julian werd vierde in de MGP. Een jonge rijder maakte er met Velocette zijn debuut: Keith Campbell. Hij viel uit, maar zou in 1957 350cc-wereldkampioen worden voor Moto Guzzi. Bob Foster won de openingsrace van het Ibsley Circuit bij Ibsley. |
Tommy Wood won de Grand Prix van Roussillon bij Perpignan. |
In de Junior TT kwamen maar weinig Velocettes meer aan de start, maar er waren er wel een paar met beroemde coureurs: Bill Lomas werd vijfde, Bob Foster zesde en Leslie Graham tiende. |
In 1951 was het fabrieksteam van Velocette officieel opgeheven en de productie van de KTT-modellen gestopt, maar Les Graham won de Grand Prix van Zwitserland. Hij eindigde als zesde in het wereldkampioenschap. In de Grand Prix van Spanje won Tommy Wood vóór Graham.
|
1952 |
Derek Farrant won de MGP Senior race met een Matchless G45, maar in de Junior race werd hij met een Velocette derde. Harry Pearce won de North West 200. |
|
In de Junior TT kwamen steeds minder Velocettes aan de start, maar Cecil Sandford werd negende. Les Graham viel uit. |
Graham scoorde een punt in de Grand Prix van België waardoor hij dertiende in het wereldkampioenschap werd.
|
1953 |
In 1953 waren bijna alle amateurrijders overgestapt op de Norton 40M, AJS 7R of zelfs de BSA Gold Star. Velocettes waren in de MGP bijna uitgestorven en het beste resultaat was de negentiende plaats van R. Smith, twaalf minuten achter winnaar Frank Fox met een Norton. In de North West 200 werd Harry Pearce tweede. |
|
In 1953 konden de Velocettes het in de Junior TT niet meer bijbenen. Cecil Sandford probeerde het, maar viel uit. |
Harry Pearce werd elfde in het wereldkampioenschap.
|
1954 |
In 1954 waren er in de MGP Junior race 75 starters, maar nog slechts tien Velocettes. De beste was Ewen Haldane, die drieëntwintigste werd. Harry Pearce werd opnieuw tweede in de North West 200. |
|
Harry Pearce was een trouwe Velocette-rijder, maar 1954 was toch zijn laatste jaar. Hij was de beste met een Velocette, met de dertiende plaats in de Junior TT. |
Bob Matthews werd nog derde in de Grand Prix van Frankrijk, waardoor hij in het wereldkampioenschap dertiende werd.
|
1955 |
|
|
In de Junior TT kwamen nog slechts twee Velocettes aan de start, in een startveld van 78. De beste was K. Tostevin op de zevenendertigste plaats. |
Bill Webster haalde één punt en hij werd veertiende in het WK.
|