Vesting Olomouc
Vesting Olomouc (Tsjechisch: Pevnost Olomouc en Duits: Festung Olmütz) of Vestingstad Olomouc (Tsjechisch: Pevnost města Olomouc) is in fases in en rond de Moravische stad Olomouc gebouwd. De grootste ontwikkeling maakte de vesting door vanaf de 16e tot en met 19e eeuw, toen zij vooral gebruikt werd als onderdeel van de verdediging van de Oostenrijkse grens met Pruisen. De vesting werd in deze periode uitgebouwd tot een gebastioneerd vestingstelsel. In 1886 werd de vesting door de Oostenrijkers opgeheven omdat zij door de ontwikkeling van artillerie achterhaald was geworden. De ontwikkeling van de vestingstadVroege middeleeuwenDe eerste fortificaties dateren uit de tijd aan het begin van de bewoning van dit gebied door Slaven aan het einde van de 7e eeuw. Restanten van fortificaties uit de tijd van het Groot-Moravische Rijk in de historische binnenstad en haar directe omgeving dateren tegen het einde van de 9e eeuw en het begin van de 10e eeuw. In de 11e eeuw werd in Olomouc de oude burcht gebouwd. Na de ondergang van het Groot-Moravische rijk kwam Olomouc onder invloed van de Přemysliden onder wie de stad in de 12e eeuw van een tweedelige fortificaties voorzien werd. Het omheinde gebied strok zich in die tijd uit van de Wenceslausheuvel (Václavský pahorek, Domhügel) met de oude burcht tot de Jodenpoort (Židovská brána, Judentor). MiddeleeuwenTussen 1239 en 1246 vergroeiden de verschillende (handels)nederzettingen tot één stad, die in deze tijd op basis van Maagdenburgs recht stadsrechten krijgt. Kort hierna wordt begonnen met de omringing met een stenen stadsmuur. De vroegste vermelding ervan dateert uit 1321. Delen van deze muur en twee poorten zijn tot op heden behouden. Zo rond de eeuwwisseling van de 13e naar de 14e eeuw kan er gesproken worden over een complete vroeggotische muur met poorten van de huidige binnenstad. Van deze poorten is de Jodenpoort, die nog tot in de 16e/17e eeuw een militaire functie had, tot op heden behouden. 16e eeuw tot en met de Dertigjarige OorlogIn de 16e eeuw werden diverse elementen van de fortificaties, waaronder de stadsmuur aan de noordkant van het stadscentrum na 1526 (ter hoogte van de straat Sokolská) en meerdere stadspoorten, verder uitgebouwd of herbouwd. Sinds de Vrede van Olomouc uit 1479 beleefde de stad voor een periode van meer dan honderd jaar vrede tot de uitbraak van de Dertigjarige Oorlog. Hoewel de standen van Olomouc zich op 11 mei 1619 bij de Boheemse opstand voegden, was de stad pas voor het eerst bij oorlogshandelingen van de Dertigjarige Oorlog betrokken na de Slag op de Witte Berg. De oorlogshandelingen toonden aan de dat de sinds de Middeleeuwen minimaal versterkte stadsmuur ontoereikend en verouderd was, een deel van de stadsmuur stortte zelfs enkele dagen voor het treffen met de Zweden in de stadsgracht. In het voorjaar van 1642 viel het Zweedse leger onder leiding van Lennart Torstenson Silezië binnen en rukte tot 10 juni naar Olomouc op. Het lukte het slechts 8000 troepen tellende Zweedse leger de keizerlijke troepen na een belegering van de stad van vier dagen tot een terugtocht richting Brno te dwingen. Ondanks de snelle inname brachten de Zweden aanzienlijke schade toe aan voornamelijk de noordelijke fortificaties. Om naderende vijanden op een grotere afstand te kunnen detecteren, werden grote bossen om de stad gekapt en werd de bebouwing buiten de stadsmuur met de grond gelijk gemaakt. Ten tijde van de bezetting van de stad richtten de Zweden de stad voor hun militaire doelen in. Zo werden bijvoorbeeld in de binnenstad meerdere huizen gesloopt en werd het aantal bruikbare stadspoorten teruggebracht tot vier, zo kon om de stad in en uit te gaan in deze tijd slechts gebruik worden maken van de Burchtpoort (Hradská brána, Burgtor), de Blasiuspoort (Blažejská brána, Blasiustor), de Middelste poort (Střední brána, Mitteltor) en de Rohelpoort (Rohelská brána, Rohel-Tor). Onder de Zweden werden vooral aan de noordzijde nieuwe fortificaties gebouwd. Tot 1645 werd Olomouc blootgesteld aan een permanente blokkade door keizerlijke troepen, waarvan de sterkte varieerde afhankelijk van de andere oorlogsgebeurtenissen. De tijd van 1646 tot het einde van de Dertigjarige Oorlog verliep in Olomouc daarentegen rustig en zonder noemenswaardige gevechtshandelingen. Om deze reden investeerden de Zweedse bezetters meer inspanningen in de reparatie en uitbreiding van vervallen vestingwerken. Daardoor behoorde de stad aan het einde van de Dertigjarige Oorlog tot de sterkste vestingen in de Landen van de Boheemse kroon. De maatregelen van de Zweden bereikten echter geenszins de stand van de militaire techniek van de dag, doordat verbeteringen overwegend onder geldgebrek en tijdsdruk werden uitgevoerd. Oostenrijkse vestingstad Zie ook: Beleg van Olomouc (1758)
In 1655 werd Olomouc door keizer Ferdinand III uitgeroepen tot vesting. Naast Olomouc hadden in Moravië de steden Jihlava, Brno en Uherské Hradiště en het kasteel Helfštýn een dergelijke status. Als eerste commandant van de vesting werd Locatello de Locatelli benoemd, die haar aanbouw overzag. In 1658 ontwierp maarschalk Jean-Louis Raduit de Souches een plan voor de versterking van de bestaande fortificaties en het aanvullen van deze fortificaties met vijfhoekige bastions. Een nieuw ontwerp op basis van het systeem van Vauban werd in 1699 voorgelegd. In 1717 werd een fortificatieproject voorgesteld door Louis de Rochetz dat voortborduurde op het plan uit 1699 voor de bouw van een systeem van bastions om de hele stad heen. Pas op basis van het besluit van de Oostenrijkse keizerin Maria Theresia uit 1742 werd tot 1757 de vesting uitgebouwd tot een volledig gebastioneerd vestingstelsel op basis van de plannen van ingenieur Pierre Philippe Bechade de Rochepin. Olomouc werd een zeer moderne polygonale bastionvesting met meerdere reduiten, ravelijnen, contregardes en vooruitgeschoven forten, ook werd het kroonwerk Korunní pevnůstka aangelegd. Naast Olomouc zelf werd ook het nabijgelegen Klášterní Hradisko van fortificaties voorzien. De fortificaties werden gebouwd volgens de Franse school. Na het verlies van een groot deel van Silezië aan Pruisen bij de Vrede van Breslau werd Olomouc een strategische vesting aan de grens. In de Zevenjarige Oorlog die volgde wilde Frederik II in 1758 volgens een oud plan de Oostenrijkse gebieden aanvallen. Hij hoopte door de vesting te veroveren Maria Theresia tot een vrede te kunnen dwingen. Het Pruisische leger marcheerde in mei 1758 Moravië binnen, waarna vanaf 20 mei het leger de vesting in had gesloten. Een belegeringskorps van ongeveer 8000 man zou het garnizoen moeten overwinnen. Ondertussen beveiligde Frederik II de onderneming tegen het leger van von Daun. Vanwege de gunstige ligging van Olomouc en de bekwame manoeuvres van de Oostenrijkse commandant Ernst Dietrich, maarschalk van Burgholzhausen, kon Olomouc niet volledig worden ingesloten. Dit stelde Veldmaarschalk Daun in staat om een verbinding met de vesting te herstellen en het garnizoen te allen tijde te versterken. De vesting was niet langer door de Pruisen in te nemen toen een bevoorradingstransport afkomstig uit Opava (Duits: Troppau) door de Oostenrijkers onder von Laudon op 28 juni bij Guntramovice (Duits: Gundersdorf, een dorp in de gemeente Budišov nad Budišovkou) en op 30 juni bij Domašov nad Bystřicí (Duits: Domstadtl) succesvol aangevallen werd. Na deze nederlaag was Frederik II gedwongen het vijf weken durende beleg op 1 juli 1758 op te geven. Ten tijde van de napoleontische oorlogen werd in Olomouc de Franse generaal de La Fayette vastgezet en de maarschalk Aleksandr Soevorov gehuisvest. Toen in 1850 de spanningen toenamen tussen Oostenrijk en Pruisen werd maarschalk Radetzky naar Olomouc gestuurd. Rond dezelfde tijd werden eerst 17 forten en vervolgens nog eens vier als krans rondom de stad gebouwd. keizer Frans Jozef I bezocht meerdere keren de vesting en de nieuw gebouwde forten aan de westzijde van de stad. Ook had hij hier een ontmoeting met de Russische tsaar Nicolaas I. Desalniettemin bleef tijdens de Oostenrijks-Pruisische Oorlog van 1866 een aanval ter verovering van Olomouc uit en de vesting verloor haar strategische betekenis. Tussen 1870 en 1876 werd het laatste fort in Radíkov gebouwd, maar al in 1886 werd de vesting opgeheven. In november krijgt Olomouc de verordening van de keizer van 9 maart 1886, waarmee de vesting Olomouc wordt opgeheven en de stad de kans krijgt zich verder te ontwikkelen. Al in 1876 werd de Burchtpoort (in de richting van het station) gesloopt om plaats te maken voor wat tegenwoordig bekend staat als soubor nájemních domů (verzameling van appartementsgebouwen). Architectuur van de vesting
A – Haná-kazerne B – Huis van het leger C – Legerbakkerij D – Theresia-arsenaal E – Korunní pevnůstka F – Waterkazerne G – locatie van het afgebroken Stadsarsenaal H – locatie van de afgebroken Mauritiuskazernes I – Oudestadskazerne 1 – Zigeunerpoort 2 – Rechthoekige verdedigingstoren 3 – Ronde romaanse toren 4 – locatie van de afgebroken Burchtpoort 5 – Jodenpoort 6 – Michaelsuitsteeksel 7 – Beulenpoort 8 – locatie van de afgebroken Blasiuspoort 9 – locatie van de afgebroken Katherinapoort 10 – locatie van de afgebroken Benedenpoort 11 – Theresiapoort 12 – locatie van de afgebroken Middelste poort 13 – locatie van de afgebroken Putzentürl-pförtl 15 – locatie van de afgebroken Litovelpoort 16 – resten van de middeleeuwse stadsmuur met de Kruidtoren 17 – resten van de Renaissancestadsmuur met de Rozenpoort 18 – locatie van de afgebroken Rohelpoort en de afgebroken Watertoren 19 – locatie van de afgebroken Barborapoort met resten van de laatgotische stadsmuren 20 – locatie van de afgebroken Nieuwe poort 21 – resten van het Hospitaalbastion 22 – de voormalige Allerheiligenpoort 23 – Locatelli-bastion 24, 25, 26 – stukken Middeleeuwse stadsmuur 27 – Ravelijn nr. 27 Torens, poorten en stukken stadsmuurZuidoostelijke zijde
Westelijke zijde
Noordelijke zijde
Kazernes en militaire objecten
Stelling van OlomoucDe forten van de Stelling van Olomouc zijn gebouwd van het einde van de 18e eeuw rond de Vesting Olomouc. Tot 1866 werden 17 forten gebouwd, waarna in de daarop volgende jaren nog eens vier werden gebouwd. Als laatste werd in 1874 het fort van Radíkov gebouwd. De belangrijkste zijn:
Volgens de huidige benaming zijn dit:
Tussen de forten worden ook de forten Fort Tafelberg (Fort Tabulový vrch) en Fort Galgenberg (Fort Šibeniční vrch) gerekend. De beide forten zijn gebouwd na de beëindiging van het beleg van Olomouc in 1758 en zijn daarmee een uitbreiding van de oude fortificaties en geen onderdeel van de forten die de Stelling van Olomouc vormden. Fort Tafelberg wordt tegenwoordig gebruikt als het archief van het Facultair Ziekenhuis van Olomouc. In de 19e eeuw werd door de ontwikkeling van artillerie het noodzakelijk de verdedigingslinie rond Olomouc verder van de stad vandaan te plaatsen. Daarom kwam er een ontwerp voor het bouwen van forten op de heuvels Baba (tussen Hněvotín en Bystročice), Chlum (tussen Velký Týnec, Krčmaň en Suchonice) en Svatý Kopeček. Van dit plan is alleen een fort op Svatý Kopeček in Radíkov uiteindelijk gebouwd. Verschillende forten zijn op de lijst van Tsjechisch cultureel erfgoed geplaatst. Verder zijn enkele forten in private handen en wordt er aan gewerkt forten nieuwe functies te geven en te onderhouden. Galerij
Zie ookExterne links
Zie de categorie Olomouc fortress van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Bronnen, noten en/of referenties
|