Aan het toernooi namen vijf speelsters uit de top-10 deel. De als eerste geplaatste Poolse Agnieszka Radwańska kwam niet voorbij de eerste ronde.
Titelverdedigster Marion Bartoli uit Italië was als vierde geplaatst – zonder setverlies bereikte zij de halve finale, waar zij in drie zwaar bevochten sets moest wijken voor de latere winnares.
De ongeplaatste Tamira Paszek uit Oostenrijk, die in Eastbourne niet meer dan een (verloren) eersterondepartij had gespeeld in 2011, zag zich voor het eerst in de finale van een "Premier"-toernooi. Daar moest zij het opnemen tegen de als vijfde geplaatste Duitse Angelique Kerber, wier halve finale weinig inspanning had gekost. In de derde, beslissende set kwam Kerber bij 5–3 (op de opslag van Paszek} vijfmaal op wedstrijdpunt, maar zij wist die niet te verzilveren. Aansluitend zou Kerber bij 5–4 de wedstrijd kunnen uitserveren, maar ook daarin faalde zij. Hoewel Paszek al haar reserves had verbruikt, en enkele keren struikelde, beet zij zich in de partij vast en met succes: van 3–5 werkte zij zich op naar 7–5, en wist daarmee voor het eerst in haar carrière het toernooi van Eastbourne op haar naam te schrijven. Het was haar derde WTA-titel, de eerste van categorie Premier.
Titelverdedigsters Květa Peschke en Katarina Srebotnik waren als tweede geplaatst – zij bereikten de halve finale, waarin zij werden verslagen door de latere winnaressen.
Het als vierde geplaatste Spaanse duo Nuria Llagostera Vives en María José Martínez Sánchez won het toernooi. Zij bereikten zonder setverlies de finale, waar zij het als eerste geplaatste Amerikaanse koppel Liezel Huber en Lisa Raymond troffen – na verlies van de eerste set staakten Huber en Raymond de strijd, wegens een dijbeenblessure van Huber. Het was de tiende gezamenlijke titel van de Spaanse dames.