Walter Krüger (SS-generaal)
Walter Krüger (Straatsburg, 27 februari 1890 – Sulęcin, 2 mei 1945) was een Duitse SS-Obergruppenführer en generaal in de Waffen-SS. Hij werd onderscheiden met het Ridderkruis van het IJzeren Kruis met Eikenloof en Zwaarden als erkenning voor extreme dapperheid en/of succesvol militair leiderschap. LevenWalter werd geboren als de zoon van Alfred Krüger en diens echtgenote Helene Glünder. Zijn vader werd later Oberst en commandant van het infanterieregiment Prinz Louis Ferdinand von Preußen. Zijn jongere broer Friedrich-Wilhelm Krüger werd later ook SS-Obergruppenführer en General der Waffen-SS. Hij doorliep de cadettenschool in Karlsruhe en in Lichterfelde, en werd op 19 maart 1908 tot Leutnant bevorderd (effectief vanaf 19 juni 1908). Hij werd geplaatst bij het 2. Badisches Grenadier-Regiment "Kaiser Wilhelm I." Nr. 110. In de Eerste Wereldoorlog diende hij onder andere in het Alpenkorps. Hij werd op 18 augustus 1915 tot Hauptmann bevorderd, en voerde aan het einde van de oorlog het bevel over een bataljon. Na de oorlog sloot hij zich aan bij het Westfaals vrijkorps Pfeffer en vocht in het Balticum en het Roergebied. Krüger werd opgenomen in de voorloper van de Reichswehr en werd chef van een machinegeweer-compagnie in het IIIe bataljon in het Reichswehr-Schützen-Regiment 13 in Paderborn. Op eigen verzoek verliet hij de actieve dienst in december 1920. Vanaf de zomer van 1921, werkte Krüger als bankbediende bij de bank Vogler in Halberstadt en werkte aansluitend tot 1925 als bankemployé bij de Reichsbankstelle Halberstadt. Op 18 mei 1923 trouwde Krüger met Eleonore Elli Gerhardt. Het echtpaar kreeg een zoon en twee dochters.[2][8] Op 3 januari 1934 werd Krüger lid van de Sturmabteilung.[2] Een andere bron vermeldt lidmaatschap vanaf december 1933.[9] In 1935 trad Krüger toe tot de SS-Verfügungstruppe en kreeg het commando 2. Bataillon der SS-Standarte „Germania“ toevertrouwd. Later kreeg hij onderwijs aan de SS-Junkerschule Bad Tölz. Als Erster Generalstabsoffizier (Ia) van de 4. SS-Polizei-Panzergrenadier-Division nam hij deel aan de slag om Frankrijk. Hij keerde in augustus/september 1940 terug naar de SS-Junkerschule Bad Tölz, van waar hij wederom in oktober 1940 naar het SS-Führungshauptamt in Berlijn overgeplaatst werd. Van 18 augustus tot 16 november werd hij benoemd tot "Inspecteur van de Infanterie" in het SS-Führungshauptamt. Hij voerde ook het commando over de SS-Polizei-Division. Nadat Herbert-Ernst Vahl gewond raakte, nam Krüger het commando van de 2. SS-Panzer-Division Das Reich over, die op dat moment in de slag om Koersk in het Belgorod verwikkeld was. Eind 1943 werd hij bevelvoerend generaal van het IV SS Pantserkorps, en van 15 maart 1944 tot 25 juli 1944 was hij bevelhebber van de Waffen-SS in het Rijkscommissariaat Ostland. Op 25 juli 1944 nam hij het commando van het VI SS Korps over, dat samen met Heeresgruppe Nord een gevecht voerde om het oprukkende Rode Leger in Koerland af te wenden. OverlijdenDe omstandigheden van Krügers dood zijn onduidelijk, waarschijnlijk probeerde hij samen met zijn troepen aan het einde van de oorlog door te stoten naar Oost-Pruisen. Op 22 mei 1945 werd hij mogelijk in de bossen aan de Pruisische-Litouwse grens door een Russische patrouille verrast, waarna hij zichzelf doodschoot.[10][11] De datum van overlijden is niet zeker. Volgens Florian Berger is de datum van zijn dood 20 mei 1945,[12] Walther-Per Fellgiebel verklaart 8 mei 1945[13] terwijl Veit Scherzer 22 mei 1945 aanhoudt.[14][2][1] CarrièreKrüger bekleedde verschillende rangen in zowel de Allgemeine-SS als Waffen-SS. De volgende tabel laat zien dat de bevorderingen niet synchroon liepen.
LidmaatschapsnummersOnderscheidingenSelectie:
Afkorting
Zie ookBronnen, noten en/of referenties
Information related to Walter Krüger (SS-generaal) |