Woiwodschappen van PolenDe woiwodschappen van Polen vormen de hoogste bestuurlijke eenheden binnen Polen. Polen bestaat sinds de 14e eeuw uit woiwodschappen, ook wel provincies genoemd, maar hun aantal, omvang en bevoegdheden zijn door de eeuwen heen herhaaldelijk gewijzigd. Het huidige aantal van zestien woiwodschappen werd in 1999 gecreëerd, toen de indeling uit 1975 (met 49 woiwodschappen) werd vervangen. Huidige woiwodschappenDe huidige zestien woiwodschappen komen grotendeels overeen met historische Poolse regio's; dit in tegenstelling tot de indeling uit 1975 die de provinciale indeling op de ligging van de grote steden baseerde. In grootte variëren de woiwodschappen van circa 10.000 km² (Opole) tot ruim 35.000 km² (Mazovië) en in bevolking van iets minder dan een miljoen (Opole) tot ruim vijf miljoen (Mazovië). De woiwodschappen worden geregeerd door woiwodregeringen en hun parlementen heten woiwodschap-sejmiks (Pools: sejmik województwa).
Historische woiwodschappen1569-1795In 1569 sloten Polen en Litouwen zich door de Unie van Lublin ineen tot het Pools-Litouwse Gemenebest. Dit rijk was onderverdeeld in Groot-Polen, Klein-Polen, het Grootvorstendom Litouwen en het Hertogdom Lijfland, die elk onderverdeeld waren in woiwodschappen en/of vorstendommen. Daarnaast waren er de hertogdommen Koerland en Semgallen en Pruisen, vazalstaten die niet onder de woiwodschappen vielen (gearceerde gebieden op de onderstaande kaart). Groot-Polen (Wielkopolska)
Klein-Polen (Małopolska)
Grootvorstendom LitouwenHier staat tussen haakjes eerst de naam in het Litouws en dan in het Pools vermeld.
Hertogdom Lijfland
1919-1939Nadat Polen na de Eerste Wereldoorlog weer een onafhankelijke staat werd, moest een beslissing genomen worden over de bestuurlijke indeling van de nieuwe staat. In 1919 werd de eerste indeling in woiwodschappen gemaakt, waarbij Warschau de status van stadswoiwodschap kreeg. Tot 1921 zou er een aantal wijzigingen in de indeling worden doorgevoerd, mede dankzij de vanwege de Silezische Opstand en Pools-Russische Oorlog herhaaldelijk verschuivende grenzen. Vanaf 1921 had Polen vijftien woiwodschappen plus de stadswoiwodschap Warschau en de Autonome Silezische Woiwodschap; dit werd het 15+1+1-systeem genoemd.
1945-1975Na de Tweede Wereldoorlog werd Polen als het ware naar het westen opgeschoven: het land verkreeg gebieden die tot dusver tot Duitsland behoorden, maar moest in het oosten land aan de Sovjet-Unie afstaan. In de gebieden die voor de oorlog ook tot Polen behoorden bleef de vooroorlogse indeling in grote lijnen in stand. De nieuw verkregen gebieden werden georganiseerd in de woiwodschappen Szczecin, Wrocław en Olsztyn; sommige gebieden werden toegevoegd aan de woiwodschappen Gdańsk, Katowice en Poznań. In totaal bestond Polen vanaf 1945 uit veertien 'gewone' woiwodschappen plus de stadswoiwodschappen Warschau en Łódź, het zogeheten 14+2-systeem. In 1950 werden drie nieuwe woiwodschappen gesticht: Koszalin (voorheen deel van Szczecin), Opole (voorheen deel van Katowice) en Zielona Góra (samengesteld uit delen van Poznań, Wrocław en Szczecin). Zeven jaar later verkregen nog drie steden de status van stadswoiwodschap: Wrocław, Krakau en Poznań. Dit zou het 17+5-systeem gaan heten.
1975-1998Tussen 1975 en 1998 was Polen ingedeeld in 49 woiwodschappen. Deze indeling kwam tot stand dankzij hervormingswetten die in de periode 1973-1975 werden doorgevoerd. In plaats van een drielagen tellend subnationaal bestuur (woiwodschappen, powiatten en gemeenten) werd een systeem van twee lagen ingesteld (49 relatief kleine woiwodschappen en daaronder gemeenten). De drie kleinste woiwodschappen — Warschau Krakau en Łódź — hadden de speciale status van gemeentewoiwodschap; de stadspresident (burgemeester) was ook gouverneur van de woiwodschap.
Zie ook
Noten
|