De arctische grondeekhoorn (Urocitellus parryii) is een zoogdier uit de familie der eekhoorns (Sciuridae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door John Richardson in 1825.[1]
Hoewel het dier een planteneter is, werd ook vastgesteld dat ze soms op lemmingen jagen.[2]
Verspreiding en ondersoorten
De arctische grondeekhoorn komt voor in het noordwesten van Canada, Alaska en het noordoosten van Rusland.[3]
De arctische grondeekhoorn overwintert van begin augustus tot eind april voor volwassen vrouwtjes en van eind september tot begin april voor volwassen mannetjes,[8] waarna zijn lichaamstemperatuur daalt van 37 °C tot -3 °C.[9] Tijdens de winterslaap bereikt de kerntemperatuur van het lichaam temperaturen tot -2,9 °C[9] en de hartslag daalt tot ongeveer één slag per minuut. Bloedtemperaturen gaan onder nul. De beste theorie waarom het bloed van de eekhoorn niet bevriest, is dat het dier in staat is zijn lichaam te reinigen van ijskiemvormers die nodig zijn voor de ontwikkeling van ijskristallen.
Bij afwezigheid van ijskiemvormers kunnen lichaamsvloeistoffen in onderkoelde toestand vloeibaar blijven. Dit proces wordt bestudeerd in de hoop dat het mechanisme dat aanwezig is in arctische grondeekhoorns kan leiden tot een beter behoud van menselijke organen voor transplantatie.[10] De verbindingen tussen hersencellen gaan ook teloor in deze toestand. De schade zou de dood tot gevolg moeten hebben, maar onderzoek naar verwante soorten laat zien dat deze verbindingen na het ontwaken weer aangroeien. In de warmere maanden is de eekhoorn overdag actief.
Afbeeldingen
Een vos (Vulpes vulpes) met een buitgemaakte arctische grondeekhoorn.
↑Buck, C.L., Breton, A., Kohl, F. (2008). Overwinter body temperature patterns in free-living Arctic Ground Squirrels (Spermophilus parryii). Hypometabolism in Animals: Hibernation, Torpor and Cryobiology: 317–326.