Cabaret (1972)
Cabaret is een Amerikaanse muzikale romantische dramafilm uit 1972 onder regie van Bob Fosse met in de hoofdrollen Liza Minnelli, Michael York en Joel Grey. Het scenario van de film is een bewerking van de gelijknamige musical uit 1966 van John Kander (muziek) en Fred Ebb (teksten), het toneelstuk I Am a Camera van John van Druten uit 1951 en de semiautobiografische verhalen uit de bundels, The Last of Mr. Norris (1935) en Goodbye to Berlin (1939) van Christopher Isherwood. Cabaret was een groot succes in de bioscopen en bracht meer dan 42 miljoen dollar op. De film werd genomineerd voor tien Oscars waarvan er acht daadwerkelijk gewonnen werden, waaronder die voor beste regie, beste muziek (van Fred Ebb (tekst) en John Kander (muziek)), beste camerawerk, beste montage, beste hoofdrolspeelster (Liza Minnelli) en beste bijrolspeler (Joel Grey). Daarnaast kreeg Cabaret ruim twintig andere prijzen toegekend, waaronder zeven BAFTA Awards, drie Golden Globes, vier National Board of Review Awards, een Writers Guild of America Award en twee Premi David di Donatello. De film werd vanwege het culturele, historische en esthetische belang in 1995 voor conservatie opgenomen in het National Film Registry van de American Library of Congress. VerhaalBerlijn, 1931. De jonge Britse schrijver en academicus Brian Roberts reist naar Duitsland met het voornemen zijn Duits op een hoger niveau te brengen. Eenmaal in Berlijn huurt hij een kamer in een pension. Een van de andere gasten in het pension is Sally Bowles, een Amerikaanse die zingt in de nachtclub de Kit Kat Klub. Berlijn is aan het veranderen. De nazi-partij van Adolf Hitler dringt steeds meer op in het straatbeeld, terwijl ook de grote economische crisis haar sporen achterlaat. Er heerst werkloosheid en er zijn rellen op straat tussen communisten en fascisten. Terwijl Roberts zich in leven houdt met de opbrengst van het geven van Engelse les, probeert Sally hem te verleiden. Aangezien de gereserveerde Brian nogal verlegen is, reageert hij niet op haar avances en de zangeres denkt dat hij homoseksueel is. De twee worden vrienden en gaan uiteindelijk met elkaar naar bed. Als Sally de rijke playboy baron Maximilian von Heune ontmoet, stelt ze ook Brian aan hem voor. Het drietal maakt een uitstapje naar het landhuis van Max, waar de laatste zich ontpopt tot een biseksueel die zowel met Sally als Brian naar bed gaat. Na het uitstapje heeft Max genoeg van het tweetal en vertrekt naar Argentinië. Als Sally onthult dat ze met Max heeft geslapen, bekent Brian hetzelfde. Ze krijgen ruzie en Brian rent de straat op. Buiten zoekt hij ruzie met een groepje S.A.-leden en wordt in elkaar geslagen. Als Brian weer hersteld is, hoort hij van Sally dat ze zwanger is en hij vraagt haar ten huwelijk. Maar Sally heeft weinig zin in een huwelijk met een Britse academicus. Het leven als moeder en huisvrouw in Cambridge trekt haar totaal niet aan en ze laat zich aborteren. Hoewel Brian hier aanvankelijk erg boos over is, trekt hij later bij en ze gaan als vrienden uit elkaar. Brian stapt op de trein richting Engeland en Sally zingt weer in de Kit Kat Klub. Het publiek is echter veranderd, het merendeel draagt een nazi-uniform of een armband met een hakenkruis. Rolverdeling
VoorgeschiedenisVan Berlijn naar BroadwayHet scenario voor de film is gebaseerd op diverse bronnen. De oudste bron wordt gevormd door de korte verhalen van Christopher Isherwood (1904-1986) een Britse auteur die rond 1931 in Berlijn woonde en werkte. Enige jaren later beschreef hij zijn belevenissen in de Duitse hoofdstad in verhalen als "Sally Bowles" en "The Landauers", later gebundeld in "Goodbye to Berlin" (1939). Een ander deel van zijn Berlijnse avontuur beschreef hij in de novelle "The Last of Mr. Norris", 1935. Later werden beide boeken samengevoegd tot "The Berlin Stories" (1946). In 1951 schreef de Britse schrijver John Van Druten op basis van de "The Berlin Stories" het toneelstuk "I Am a Camera". Van Druten ontleende de titel aan het korte verhaal "A Berlin Diary (Autumn 1930)", waarin de hoofdfiguur zichzelf beschrijft als "een camera, de sluiter open, passief, alles vastleggend zonder na te denken". Het toneelstuk vormde weer de basis voor de gelijknamige film van Henry Cornelius uit 1955 met Jullie Harris en Laurence Harvey. Halverwege de jaren zestig van de twintigste eeuw kocht producent/regisseur Harold Prince de rechten van de "The Berlin Stories". Hij vroeg aan Joe Masteroff om samen met componist John Kander en tekstschrijver Fred Ebb een musical te produceren. Jill Hayworth werd aangetrokken voor de rol van Sally Bowles, Bert Convey voor de rol van Cliff Bradshaw, terwijl Joel Grey de master of ceremonies werd. Op 2 november 1966 openende de musical in het Broadhurst Theater op Broadway, New York en haalde 1165 voorstellingen. Van Broadway naar BerlijnIn 1968 begon de strijd om de filmrechten van Cabaret. Uiteindelijk betaalde Allied Artists pictures in mei 1969 1,5 miljoen dollar voor de filmrechten. AA pictures ging een joint venture aan met ABC pictures met de eerste als distributeur en laatstgenoemde als producent. Het budget zou 5 miljoen dollar bedragen (dit liep uiteindelijk op tot 6 miljoen). Als producent werd Broadwayproducent Cy Feuer aangetrokken. Het was Feuer die geen ervaring had met produceren van films, die voorstelde om Bob Fosse in te huren als regisseur. Fosse was echter in ongenade gevallen in Hollywood na de flop van de filmversie van Sweet Charity. Dus zochten de managers van de studio, Manny Wolf en Marty Baum een andere regisseur. Maar niemand leek geïnteresseerd in het project, Gene Kelly, Billy Wilder en Harold Prince lieten de eer aan zich voorbij gaan. Feuer pleitte andermaal voor het inhuren van Fosse. Hij zag met name het talent van de regisseur voor het ensceneren en verfilmen van de muzikale nummers als doorslaggevend. Uiteindelijk gingen Wolf en Baum door de knieën en werd Fosse ingehuurd. Niet lang daarna reisde Fosse met de filmploeg naar Berlijn om te beginnen aan de voorbereidingen van de opnamen. ScenarioDe scenaristenJay Presson Allen begon aan het scenario. De producenten hadden gevraagd om een andere structuur dan de Broadwaymusical en een terugkeer naar de boeken van Isherwood. Zo wilde men de homoseksualiteit van de hoofdpersoon uit de verhalen van Isherwood weer naar voren halen. Jay Presson Allen constateerde echter dat de verhalen van Isherwood geen logische, chronologische volgorde hadden. Ze moest eerst een schema maken waarin de gebeurtenissen in de verhalen chronologisch gerangschikt werden. Ze werkte tien maanden keihard aan het scenario, maar kreeg onderwijl ruzie met Bob Fosse. Volgens haar haalde Fosse alle humor uit het verhaal en was hij geen fan van het personage Sally Bowles. Ze moest steeds verbeteringen aanbrengen in het volgens haar allang voltooide scenario. Uiteindelijk had ze geen tijd meer en gaf het voltooide scenario aan producent Cy Feuer. Feuer en Fosse waren ontevreden met het eindresultaat en ze vroegen Hugh Wheeler (een vriend en collega van Jay Presson Allen) om het scenario te herschrijven. Overigens kreeg uiteindelijk alleen Jay Presson Allen een vermelding als scenarist op de aftiteling. Hugh Wheeler werd alleen genoemd als 'research consultant'. Wheeler herschreef echter niet alleen het scenario, hij was ook aanwezig bij de filmopnamen voor het schrijven van eventuele aanpassingen in het scenario. PersonagesJay Presson Allen baseerde de personages in het scenario op de korte verhalen van Isherwood, maar hier en daar paste zij de figuren aan. Het personage "Natalia Landauer" is in het verhaal "The Landauers", een meisje van achttien en niet zoals in de film een volwassen vrouw. Ook wordt ze niet voorgesteld aan "Fritz Wendel" zoals in de film. Het personage Fritz Wendel is oorspronkelijk een playboy in de novelle "The Last of Mr. Norris". In de verhalen van Isherwood heeft alleen Sally een affaire met een rijke Duitse baron en niet zoals in de film zowel zij als Brian Roberts. Haar zwangerschap en abortus zijn echter weer het gevolg van een andere relatie. Ook hebben Sally en Brian geen seksuele relatie met elkaar in de verhalen. In de boeken van Isherwood is het personage waarop Brian Roberts is gebaseerd, openlijk homoseksueel, in de film is Roberts aanvankelijk impotent en blijkt later biseksueel. In de musical op Broadway was Sally Bowles een Britse nachtclubzangeres en haar tegenspeler een Amerikaan. Toen bekend werd dat Liza Minnelli Sally Bowles ging spelen, werd het personage Amerikaans en werd haar tegenspeler weer een Brit zoals in de boeken van Isherwood. De naam van het personage werd ook gewijzigd van Cliff Bradshaw in Brian Roberts. De personages Fritz Wendel, Natalia Landauer en Maximilian Von Heune komen niet in de Broadwaymusical voor. Er komt wel een Max voor in deze versie, maar dat is geen baron, maar de eigenaar van de nachtclub. SubplotsIn het filmscenario zijn weer enige personages uit de Broadwayversie geschrapt, zoals Herr Schultz, de minnaar van de pensionhoudster Fraulein Schneider. Daarmee verdween ook de subplot van de romance tussen deze twee uit de film. De film is net als de boeken van Isherwood meer politiek gericht, terwijl de Broadwayversie zich meer richt op de onderlinge relaties van de personages. Een andere subplot die van de liefde tussen Natalia en Fritz zit niet in de Broadwayversie, maar wel in het stuk van Van Druten en werd in de filmversie van Cabaret weer opgenomen. ActeursLiza Minnelli had in 1966 tevergeefs geprobeerd om de rol van Sally Bowles te krijgen in de Broadwaymusical. Ze werd echter wel gekozen voor de film. Hoewel ze eerder in films had geacteerd, werd dit haar eerste filmrol als zingende actrice. Uit de acteurs van de Broadwaymusical werd wel Joel Grey overgenomen als de master of ceremonies, ook wel emcee genoemd (ceremoniemeester). Zowel Grey als Minnelli waren al gekozen voordat Bob Fosse werd ingehuurd. De laatste was verantwoordelijk voor de keuze voor Michael York als Brian Roberts. De enige concurrent van York was de Amerikaanse acteur John Rubinstein. Kleinere rollen werden ingevuld door Duitse acteurs, terwijl ook de dansers uit Duitsland kwamen. Zo wordt de rol van Fritz Wendel gespeeld door de Duitse acteur Fritz Wepper, bekend van de Duitse televisieserie Derrick. ProductieFilmploegDe film werd opgenomen in Berlijn, Duitsland. In die tijd (1971) was Berlijn nog verdeeld in Oost- en West-Berlijn en gescheiden door een muur. In het niet communistische West-Berlijn werd de film opgenomen. Behalve Bob Fosse (regie) en Cy Feuer (productie) kwam ook Geoffrey Unsworth als cinematograaf aan boord. Unsworth verving cinematograaf Robert Surtees. Surtees was de cinematograaf van Fosse bij Sweet Charity geweest en Fosse wilde hem graag bij de productie hebben. Maar de studio was van mening dat Surtees had bijgedragen tot de flop van Sweet Charity en liet Unsworth overkomen. De ontwerpers Rolf Zehetbauer, Hans Jürgen Kiebach en Herbert Strabel ontfermden zich over de decors, terwijl Charlotte Flemming de kostuums ging ontwerpen. Dansers Gwen Verdon, Kathy Doby en John Sharpe waren de assistenten van Fosse voor de choreografie. LocatiesAlle binnenopnamen werden gemaakt in de Bavaria Atelier Gesellschaft Studios in Grünwald, bij München. De opnames op locatie werden gemaakt in Berlijn, München, Sleeswijk-Holstein en Saksen. Het kasteel Charlottenburg in Berlijn werd gebruikt voor de opnames van het buitenhuis van Maximilian. Ook Schloss Eutin in Sleeswijk-Holstein werd gebruikt als locatie. Voor de decors van de Kit Kat Klub zochten de ontwerpers inspiratie bij de Duitse kunstenaars George Grosz en Otto Dix, beide actief in de periode 1920-1933. OpnamenDe opnamen begonnen in februari 1971 en werden afgerond in juli van hetzelfde jaar. Hoewel er aparte ontwerpers waren voor kostuums en make-up, deed Liza Minnelli haar eigen kapsel en make-up. Met behulp van haar vader (regisseur Vincente Minnelli) ontwierp ze de extraverte make-up die haar ogen accentueerde. Haar medespeler Joel Grey deed zijn eigen research om het perfecte authentieke Duitse accent te verwerven. Voor het nummer "Tomorrow Belongs to Me" werd een jonge Duitse figurant ingehuurd om het nummer te playbacken, waarna het later werd ingezongen door Mark Lambert. MuziekDe liedjes in de filmNiet alle liedjes uit de Broadwaymusical kwamen in de film terecht. Ook werden er nieuwe nummers toegevoegd. Alle liedjes zijn van John Kander (muziek) en Fred Ebb (tekst)
De volgende liedjes uit de Broadwaymusical werden niet opgenomen:
"What Would You Do?" De volgende nummers werden door Kander en Ebb speciaal voor de filmversie geschreven:
Achtergrond van de liedjes
Prijzen en nominatiesAcademy Awards 1973
Er waren de volgende nominaties:
BAFTA Awards
Er waren de volgende nominaties:
Golden Globes
Er waren de volgende nominaties:
Nederlandse musical
Bronnen
Information related to Cabaret (1972) |