GezichtsvermogenGezichtsvermogen is het vermogen van een organisme om belichte objecten waar te nemen, veelal driedimensionaal en in kleur. De mens ziet kleuren in het spectrum van rood tot violet. Het oog is het orgaan van het gezichtsvermogen. Waarnemen met dit zintuig heet zien. Het woord 'gezichtsvermogen' wordt ook gebruikt als omvattende term voor een aantal parameters:
Functie van het gezichtsvermogenDe functie van het gezichtsvermogen is het zich kunnen oriënteren in de belichte wereld doordat objecten licht terugkaatsen op verschillende helderheidsniveaus, in verschillende patronen en in verschillende kleuren. Informatie uit dit zintuig wordt gecombineerd met informatie van de proprioceptie, de tastzin en het evenwichtsorgaan om een compleet beeld van de plaats van het organisme in de omvattende objectenwereld te kunnen bepalen. Werking van het gezichtszintuigDe lichtgevoelige receptoren van het gezichtsvermogen (de staafjes en de kegeltjes) bevinden zich achter het netvlies van het oog, of de ogen. Het oog of de ogen zitten op hun beurt bij veel organismen aan de voorzijde van het hoofd, maar soms ook elders, bijvoorbeeld op de poten. Bij meer dan één oog, is het mogelijk om driedimensionaal te kijken. Licht valt het oog binnen door het hoornvlies en de voorste oogkamer, via de als diafragma werkende pupil van de iris en via de achterste oogkamer, geprojecteerd door de ooglens en passerend door het glasachtig lichaam op de lichtgevoelige receptoren achter het netvlies. Daar worden de lichtindrukken omgevormd tot actiepotentialen in de gezichtszenuw. Het visuele systeem in de hersenenHet primaire systeemEen groot deel van de hersenen heeft een functie bij de verwerking van de prikkels die het netvlies afgeeft. Zien is net zo veel een functie van het zenuwstelsel als van de ogen.[1]
Dorsaal en ventraal systeemBron: liv.ac.uk[2]
Cerebrale blindheid, CVIBehalve door oogziekte of oogbeschadiging kan een mens ook slechtziend of blind zijn door beschadiging van het zenuwstelsel. Dit kan variëren van halfzijdige blindheid, bijvoorbeeld niet zien wat er van rechts aankomt, tot CVI, waarbij de patiënt niet kan verwerken wat zijn ogen hem vertellen en de patiënt de blik niet richt. Soorten waargenomen lichtprikkelsEr zijn twee soorten lichtprikkels: Licht met kleurtonen en licht met grijstonen. In beide gevallen worden er fotonen omgezet in actiepotentialen door gespecialiseerde receptoren. Lichtprikkels met kleurtonen activeren de in kleuren gespecialiseerde lichtgevoelige receptoren, de kegeltjes, die zich vooral in het midden van het netvlies bevinden, op de gele vlek. Er zijn drie typen kegeltjes: Kegeltjes die gevoelig zijn voor grofweg blauw, groen en rood licht. In de hersenen worden deze primaire kleuren gemengd tot de gepercipieerde werkelijke kleur. De kegeltjes werken alleen bij voldoende lichtsterkte. Lichtprikkels met grijstonen activeren de in grijstinten gespecialiseerde lichtgevoelige receptoren, de staafjes, die zich vooral naast het midden van het netvlies bevinden. De staafjes zijn in schemeromstandigheden nuttig voor het organisme om zich nog te kunnen oriënteren. Meten van het gezichtsvermogenOm de visus te bepalen kan gebruik worden gemaakt van de Snellenkaart. Deze letterkaart is ontwikkeld door de Nederlandse oogarts Herman Snellen. Met deze kaart kan bepaald worden of de visus afwijkt ten opzichte van de gemiddelde gezichtsscherpte. Als bijvoorbeeld op een afstand van 6 meter de referentie-letters voor 6 meter gelezen kunnen worden, dan is de visus in ieder geval gelijk aan 1. Kan iemand nog kleinere letters lezen dan is de visus groter dan 1. 1,5 komt wel voor bij jonge gezonde mensen. Het is onjuist de visus in procenten aan te willen geven, zoals wel vaak gebeurt. Iemand met een visus van 0,5 is niet 'half blind': hij of zij heeft op een afstand waarop een ander een 1 mm grote letter nog kan lezen, een 2 mm grote letter nodig. Voor kleurwaarneming bestaan andere testkaarten, ook voor dieptezien zijn testmethoden. Voor de oogbewegingen volstaat een eenvoudig klinisch onderzoek meestal. Voor de gezichtsveldbepaling zijn eenvoudige methoden die zonder apparatuur uit te voeren zijn en automatische apparaten die een meer gekwantificeerd resultaat geven. Bronnen, noten en/of referenties
|