De Mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties ((en) United Nations Commission on Human Rights, afgekort UNCHR) was een functionele commissie binnen de Verenigde Naties.[1] Deze commissie werd opgericht in 1946, en in maart 2006 vervangen door de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties (UNHRC).[2]
De UNCHR werd opgericht op 10 december 1946 bij de eerste bijeenkomst van de ECOSOC. Het was een van de eerste twee functionele commissies binnen de vroege VN-structuur. De andere was de Commissie voor de Status van Vrouwen. De commissie werd in het leven geroepen volgens de termen van het Handvest van de Verenigde Naties (artikel 68).
De commissie doorliep twee duidelijke fasen. Van 1947 tot 1967 volgde ze een beleid van absenteïsme, wat inhield dat ze zich bezighield met promoten van de mensenrechten en staten helpen bij het opstellen van verdragen voor deze rechten, maar niet met het opsporen en vervolgen van overtreders van de mensenrechten.
In 1967 stapte de commissie over op een beleid van interventionisme. Dit mede vanwege de dekolonisatie van Afrika en Azië, waardoor veel landen de VN aanspoorden harder op te treden voor mensenrechten. Vanaf nu ging de commissie zich ook bezighouden met opsporing en vervolging van overtreders van de mensenrechten.
Om beter aan te sluiten bij dit nieuwe beleid, vonden er meer veranderingen plaats. In de jaren zeventig werd de mogelijkheid voor geografisch georiënteerde werkgroepen gecreëerd. Deze groepen richtten zich op een bepaalde regio of land, zoals in Chili. In de jaren 80 kwamen er ook werkgroepen die zich bezighielden met een bepaald type van mensenrechtenschending.
Geen van deze maatregelen bleek echter voldoende om de commissie zo effectief te maken als de VN had gehoopt. Dit mede omdat ook veel landen die zelf de mensenrechten schonden lid waren van de commissie. De UNCHR raakte steeds meer in diskrediet bij zowel overheden als andere mensenrechtenorganisaties.
Om een mondiale verdeling van de zetels te garanderen krijgt ieder van de vijf onofficiële regionale VN-groeperingen een aantal zetels toebedeeld.
Afrika
Azië
Latijns-Amerika & Caraïben (GRULAC)
Oost-Europa
West-Europa & Overige (WEOG)
De hoeveelheid leden per regio is in de opbouw van de commissie een aantal keren gewijzigd.
Leden
De staten die lid waren van de Commissie voor de Rechten van de Mens werden gekozen door de Economische en Sociale Raad van de Verenigde Naties (ECOSOC). Deze verkiezing, die gewoonlijk in mei van elk jaar plaatsvonden, koos ongeveer een derde van de leden van de Commissie. De leden dienden voor periodes van drie jaar en waren herkiesbaar. De Commissie had geen permanente leden.[3][4]
Historisch ledenoverzicht
1947 - 1966
De regionale bezetting was wisselend:
Van 1947 t/m 1955 was er slechts één land uit de regio Afrika lid van de commissie.
Van 1956 t/m 1962 was er geen enkel land uit de regio Afrika lid van de commissie.
De leden vermeld in 2006 werden in 2004 gekozen voor een periode van 3 jaar (2004-2006).
De leden vermeld in 2007 werden in 2005 gekozen voor een periode van 3 jaar (2005-2007).