Rimski-Korsakov werd geboren in een adellijke familie en kreeg als onderdeel van zijn opvoeding muziekonderricht. Op twaalfjarige leeftijd werd hij lid van het zeekadettencorps en vanaf 1862 ging hij als marineofficier drie jaar op wereldreis. Al in 1861 leerde hij de componistMili Balakirev kennen, die zijn groeiende liefde voor de muziek versterkte en hem overhaalde een echte muziekstudie te gaan volgen.
In 1865 leidde Balakirev de première van Rimski-Korsakovs eerste symfonie. Het succes van het symfonisch gedichtSadko en zijn eerste opera Het meisje van Pskov waren voor Rimski-Korsakov aanleiding om de marine te verlaten. Hij werd inspecteur van de Russische marinierskapel (tot 1884) en in 1871 werd hem gevraagd hoogleraar compositie en instrumentatie aan het Conservatorium van Sint-Petersburg te worden. Zelf dacht hij hiervoor niet geschikt te zijn door gebrek aan professionele scholing. Zijn vrienden van het Machtige Hoopje overtuigden hem ervan deze aanstelling te accepteren. Later gaf hij aan dat hij veel moest bijstuderen om zijn studenten voor te blijven.[1] Veel belangrijke Russische componisten kregen bij hem les, onder wie Anatoli Ljadov, Anton Arenski, Aleksandr Glazoenov, Nikolaj Mjaskovski, zijn schoonzoon Maximilian Steinberg, Igor Stravinsky en Sergej Prokofjev. Hij onderwees ook Ottorino Respighi tijdens diens verblijf in Sint-Petersburg en hij had grote invloed op de Vlaamse componisten Paul Gilson en August De Boeck, die regelmatig contact met hem hadden.
Van 1874 tot 1881 was Rimski-Korsakov tevens directeur en dirigent van de muziekschool, van 1883 tot 1894 plaatsvervangend directeur van de hofzangerskapel en van 1886 tot 1900 dirigent van de Russische symfonieconcerten die de muziekuitgever en mecenas Mitrofan Petrovitsj Beljajev in Sint-Petersburg organiseerde. Ook in het buitenland trad hij succesvol op als dirigent. Hij was lid van de door Balakirev opgerichte groep "Het Machtige Hoopje" van vijf componisten (met ook Borodin, Moessorgski en Cui), die onder invloed van de ideeën van Vladimir Stasov een nationalistische Russische muziek voorstonden. Hij zette zich belangeloos voor zijn vrienden in. Zo voltooide, bewerkte en instrumenteerde hij werken van Aleksandr Dargomyzjski (De stenen gast), Borodin (Vorst Igor) en Moessorgski (Boris Godoenov, Chovansjtsjina, Een nacht op de Kale Berg). In de jaren 1874-1880 realiseerde hij zich dat hij kennis ontbeerde door zoveel tijd te geven aan de ontwikkeling van Russische muziek. Door veel zelfstudie en stimulerende contacten met Tsjaikovski wist hij zijn niveau te verbeteren tot professionele hoogte.[2] Dit leidde onder andere tot een flinke herziening van zijn uit 1865 daterende 1e symfonie, in 1884.
Zijn werk aan het conservatorium moest hij na de revolutie van 1905 onderbreken, vanwege zijn sympathieën voor de revolutionaire studentenbeweging, maar in 1907 mocht hij weer in zijn oude aanstelling verder werken.
Hoewel Rimski-Korsakov vijftien opera's schreef, is zijn naam lange tijd bijna alleen door zijn orkestwerken bekend geweest, met name door de symfonische suite Shéhérazade en het Capriccio Espagnol. Het muziekstuk De vlucht van de hommel is bij veel mensen welbekend, maar zij weten niet dat dit afkomstig is uit de door Rimski-Korsakov geschreven opera Tsaar Saltan. Zijn kunstzinnige oeuvre werd sterk beïnvloed door de geschiedenis, sprookjes en volksmuziek van Rusland. Hij had een grote kundigheid in orkestratie en werd wereldberoemd door de kleurrijke, geraffineerde orkestklank van zijn composities. Zijn opera's behoren in zijn vaderland weliswaar tot het vaste repertoire, maar zijn in de westerse operahuizen lange tijd betrekkelijk weinig opgevoerd. Dit is wel geweten aan de typisch Russische libretti, maar dat geldt ook voor de opera's van Borodin en Moessorgski, die (ten dele dankzij hem) wél repertoire hebben gehouden. Dankzij de platenindustrie staan zij sinds 1990 echter steeds meer in de belangstelling. Van bijna alle opera's zijn opnamen uitgebracht, vaak meer dan een. Dirigenten als Jevgeni Svetlanov en Valeri Gergiev hebben zich met veel succes ingezet voor opera's als Sneeuwmeisje, Sadko, De bruid van de tsaar, De legende van de onzichtbare stad Kitezj en de jonge vrouw Fevronia en De gouden haan. Opvoeringen in de operahuizen buiten Rusland zijn minder zeldzaam dan voorheen.
Suite uit de opera "De gouden Haan", samengesteld door Aleksandr Glazoenov en M. Steinberg
Suite uit de opera "Sneeuwmeisje"
Overig
1867/1892 Sadko, symfonisch gedicht, op. 5
1867/1889 Fantasie over Servische thema's, op.6
1879-1880 Sprookje, op. 29
1885 Sinfonietta over Russische thema's in a, op. 31
1887 Capriccio Espagnol, op. 34
1889-1890 De nacht op de berg Triglav, concertversie van de 3e akte van de opera "Mlada"
1901 Variaties Nr.4 in A-groot over een Russisch thema, in samenwerking met andere componisten
1904 Bij het graf, preludium ter nagedachtenis aan M.P. Belajew, op. 61
1905 Dubinoesjka, op. 62
weetje: Hij heeft rond de 60 concerten geschreven
Harmonieorkest (Militaire kapel)
1877-1878 Concert in Bes voor trombone en harmonieorkest
Allegro vivace
Andante cantabile
Allegro
1878 Concertstuk in Es-majeur, voor klarinet en harmonieorkest
Allegro moderato
Andante
Allegro moderato
1878 Variaties in G-majeur, voor hobo en harmonieorkest op een thema van Michail Glinka "Chto krasotka molodaya" (thema, 12 variaties en finale)
Dubinoesjka, op. 62
Bruiloftsmars uit de opera "De gouden Haan"
Vocaal
1855 Babuschka - duet
1865-1866 Vier liederen, op. 2
1878 Legende van Aleksej, de Man van God, voor gemengd koor en orkest, op. 20
1879-1880 Hulde, voor gemengd koor en orkest, op. 21
1897 Switesjanka, cantate voor sopraan, tenor, gemengd koor en orkest, op. 44 - tekst: Lev A. Mej
1899 Sage van Oleg de Wijze, voor tenor, bas, mannenkoor en orkest, op. 58
1901 Homer-cantate, voor sopraan, alt, mezzosopraan, vrouwenkoor en orkest, op. 60
Muziektheater
Opera's
Voltooid in
titel
aktes
première
libretto
1868-1872; 3e versie: 1891/1892; 3e versie met proloog :1898
Het meisje van Pskov (Псковитянка); 2e versie: niet gepubliceerd; 3e versie: Bojarynia Vera Šeloga; later ook onder Ivan de Verschrikkelijke uitgevoerd
De legende van Tsaar Saltan, van zijn zoon, de beroemde en krachtige held Prins Guidon Salanovitsj, en van de mooie Zwanenprinses, meestal aangeduid als Het sprookje van Tsaar Saltan (Сказка о царе Салтане - Skazka o care Saltane)
De Legende van de onzichtbare stad Kitezj en jonkvrouw Fevronia (Сказание о невидимом граде Китеже и деве Февронии - Skazani o nevidimom grade Kiteže i deve Fevronii)
4 aktes
20 februari 1907, Sint-Petersburg, Marinskitheater
1876 Kwintet in Bes, voor fluit, klarinet, hoorn, fagot en piano
1879 Strijkkwartet over Russische thema's
1883-1894 Twee duetten in F-groot, voor 2 hoorns
1883-1894 Canzonetta en Tarantella, voor twee klarinetten
1888 Nocturne F-groot, voor 4 hoorns
1893 Serenade, voor violoncello en piano
1897 Strijkkwartet in G
1897 Pianotrio in c
Piano
1859-1860 Allegro in d-klein
1859-1860 Variaties over een Russisch thema
1860 Nocturne in d-klein
1860 Treurmars in d-klein
1869/1894 Prelude-Impromptu en Mazurka, op. 38
1875 Drie stukken, op. 15
1875 Zes fuga's, op. 17
1875 Fuga in C-groot
1875 Drie fuga's
1875 Drie Fughetta's over Russische thema's
1878 Zes variaties over het thema B-A-C-H, op. 10
1878 Vier stukken, op. 11
1895 Allegretto in C-groot
1896 Präludium in G-groot
Bibliografie
My Musical Life. [Летопись моей музыкальной жизни]. Engelse vertaling Judah A. Joffe, Londen 1974.
Practical Manual of Harmony. [Практический учебник гармонии.] (1885). Engelse vertaling Nicholas Hopkins, New York 2005.
Principles of Orchestration. [Основы оркестровки.] (1873-1912), postuum voltooid door Maximilian Steinberg. Engelse vertaling Edward Agate, New York 1964.