Resolutie 332 Veiligheidsraad Verenigde Naties
Resolutie 332 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd aangenomen op 21 april 1973. Dit gebeurde met elf stemmen voor en vier onthoudingen van China, Guinee, de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten. De resolutie veroordeelde opnieuw de aanvallen van Israël op Zuidelijk Libanon. AchtergrondIsraël was begonnen met aanvallen op Libanees grondgebied nadat de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) vanuit de vluchtelingenkampen aldaar Israël begon aan te vallen. Ondanks de meermaals herhaalde eis van de Verenigde Naties om zich terug te trekken, bleef dit geweld doorgaan. Op 10 april 1973 waren Israëlische commando's vanop zee ten zuiden van Beiroet geland en met burgerauto's de stad ingereden, waar ze verschillende gebouwen hadden opgeblazen en daarbij drie PLO-leiders gedood. In totaal kwamen twaalf mensen om en 29 werden verwond.[1] Tijdens de discussie van Libanons klacht, vroeg Egypte dat een overzicht zou worden gemaakt van de inspanningen die de Verenigde Naties al hadden geleverd in de Midden Oostenkwestie in het algemeen. Die vraag leidde eerst tot resolutie 331.[1] Een vierde operationele alinea waarschuwde Israël dat de Veiligheidsraad verdere stappen zou kunnen nemen als er nog aanvallen zouden volgen, maar deze werd geschrapt. Ook een amendement dat landen opriep geen steun te verlenen die dergelijke aanvallen aanmoedigde of een vreedzame oplossing in de weg stond haalde het niet.[1] InhoudDe Veiligheidsraad:
Bronnen, noten en/of referenties
Werken van of over dit onderwerp zijn te vinden op de pagina United Nations Security Council Resolution 332 op de Engelstalige Wikisource.
|