Winschoterdiep
Het Winschoterdiep, vroeger Stadsdiep, Heerendiep, Trekdiep of Schuitendiep genoemd, is het kanaal dat loopt van Groningen, vanaf de aansluiting op het Eemskanaal, naar Winschoten waar het zich splitst in de Rensel, het laatste stukje naar Winschoten, en de aansluiting op de Pekel A. SchuitendiepIn 1612 besloot het stadsbestuur van Groningen een kanaal te graven naar het oosten van de provincie. De reden hiervoor was de uitgestrekte veengebieden aldaar te ontsluiten vanwege de turfwinning.[1] Reconstructie en verbredingHet tracé van het kanaal is in de loop van de tijd verschillende malen aangepast. Zo werd in het oorspronkelijke tracé door het centrum van Winschoten in 1880 vervangen door het Omsnijdingskanaal, waarna het oude tracé via de Venne fasegewijs werd gedempt. Het meest ingrijpend was de reconstructie en verbreding van het Winschoterdiep in de jaren 1954 tot 1956. Eindigde het kanaal eerder in de Oosterhaven van Groningen, op het verlengde van het huidige Schuitendiep, nu eindigt het ongeveer anderhalve kilometer oostwaarts bij handelshavens van de stad, in het verlengde van het Van Starkenborghkanaal. De voormalige westelijke tak wordt nu het Oude Winschoterdiep genoemd. Het industrieterrein ernaast draagt dezelfde naam. Het tracé door Hoogezand-Sappemeer is eveneens gewijzigd. Aanvankelijk liep het dwars door de bebouwde kom (Meint Veningastraat, Hoofdstraat, Noorderstraat). De meeste delen werden gedempt. Alleen van Foxhol naar Martenshoek en ten oosten van Sappemeer zijn nog twee doodlopende stukken van het kanaal over. Het tracé tussen de dorpen Scheemda en Eexta werd naar het zuiden verlegd, terwijl het verdere verloop langs Heiligerlee en via de Venne in Winschoten in de richting van de Rensel kwam te vervallen. Huidige situatieHet kanaal is thans 35,5 kilometer lang en geschikt voor schepen tot 1350 ton. Het heeft zestien bruggen, twee schutsluizen en een keersluis, te weten een schutsluis van 85 m bij Zuidbroek met een keersluis van 12 m, beide bij de uitmonding van het A.G. Wildervanckkanaal en de Eextersluis van 100 m bij Scheemda. In het deel tussen Hoogezand en Waterhuizen bevinden zich enkele scheepswerven die zich toeleggen op de bouw van kustvaarders. De breedte van deze schepen wordt beperkt door de breedte van de bruggen waardoor ze, na hun voltooiing, naar zee door moeten "varen". Hierbij worden de voltooide schepen door sleepboten gesleept aangezien ze in verband met hun beperkte diepgang niet op eigen kracht de haven van Delfzijl kunnen bereiken. Heel kenmerkend bij de werven is dat de schepen worden gebouwd en te water gelaten op een zogenaamde dwarshelling. Hierbij worden de schepen zijdelings te water gelaten en liggen ze naderhand evenwijdig aan het kanaal voor de uiteindelijke afbouw. Hierdoor komt de dwarshelling weer vrij voor het volgende schip in aanbouw. BruggenVan Groningen tot Winschoten liggen de volgende bruggen:
TriviaOnder de titel 'Winschoterdiep' schreef de Nederlandse dichter Drs. P een liedje dat gaat over 'een zekere Miep' die kou vat en overlijdt na een romantische wandeling langs het kanaal.[4] Het werd voor het eerst uitgegeven op zijn album Hoep Hoep Hiezee Voor Drs. P. (1987). Fotogalerij
Literatuur
Bronnen, noten en/of referenties
|