Inversie in het NederlandsDit artikel gaat specifiek over de inversie in het Nederlands, het verschijnsel waarbij de volgorde van woorden anders is dan gebruikelijk. In bevestigende hoofdzinnen komt bijna altijd de volgorde onderwerp-persoonsvorm, tenzij de zin met een ander zinsdeel begint; ook een stuk van een zinsdeel kan voorop staan. In vragende hoofdzinnen is zoals gezegd de VSO-volgorde normaal, maar de taalgebruiker heeft de vrijheid daarvan af te wijken. In bijzinnen staat de persoonsvorm doorgaans achteraan (dus achter het onderwerp zonder inversie). Uitzonderingen zijn bijzinnen beginnend met (ook) al of bij weglating van een beginnend hoewel/ofschoon. Bevestigende hoofdzinnen: bijna altijd inversie na vooropstellingDe "gewone" volgorde
verandert bijna altijd als er iets anders aan het begin van de zin staat; niet alleen bepalingen van plaats en tijd, maar van bijna álle bepalingen én voorwerpen:
UitzonderingenEr zijn uitzonderingen. De voegwoordelijke bijwoorden immers en echter veroorzaken géén omkering. Als ze voorop staan (wat vaak als lelijk wordt ervaren), schrijven we er liefst een komma achter. Deel van gezegde vooropOok delen van het gezegde kunnen voorop staan, en omkering veroorzaken:
Ook de persoonsvorm kan voorop komen te staan. Dit wordt vaak gedaan in moppen:
Foute inversie: tantebetjestijlBeroemd of berucht is dit verschijnsel in de zogenaamde tantebetjezinnen.
Dit is een samengestelde zin die uit twee hoofdzinnen bestaat. De inversie in de eerste zin is correct, maar fout is de omkering in de tweede zin. Daar hoort Wouter immers niet bij: bij de tweede zin hoort hem. Juist is:
De naam is afkomstig van dichter en taalvorser Charivarius, die naar eigen zeggen een tante Betje had in wier brieven hij de fout veelvuldig aantrof. UitroepenVoorts komt inversie voor in uitroepen, vaak als uitdrukking van verbouwereerdheid of een andere emotie:
Inversie in vraagzinnenIn vraagzinnen is Persoonsvorm-Onderwerp de normale volgorde, dus hier vindt omkering plaats, maar niet altijd. Er zijn twee soorten vraagzinnen:
Vraagzinnen zonder inversieVraagzinnen kunnen echter ook worden gevormd als bevestigende zinnen.
In de schrijftaal blijkt het vragende karakter van de zin uit het vraagteken, in de spreektaal uit de zinsmelodie. BijzinnenIn afhankelijke bijzinnen gebeurt iets heel anders: vaak staat de persoonsvorm achteraan en zit er heel wat ruimte tussen onderwerp en persoonsvorm. Dit is weliswaar een volgordekwestie, maar van heel andere aard dan inversie.
Toch kan ook hier de persoonsvorm aan het onderwerp voorafgaan. Dit gebeurt na al of ook al:
en in toegevende bijzinnen ("hoewel-zinnen") alsook voorwaardelijke bijzinnen ("indien-zinnen") waaruit het voegwoord is weggelaten. In de volgende zinnen ontbreekt hoewel/ofschoon, als of een dergelijk voegwoord:
Bronnen, noten en/of referenties
- Dit artikel of een eerdere versie ervan is (gedeeltelijk) afgesplitst vanaf een ander artikel op de Nederlandstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie deze pagina voor de bewerkingsgeschiedenis. |