Het Station Gent-Sint-Pieters is het belangrijkste spoorwegstation van de stad Gent en het op twee na drukste station van België, na de Brusselse stations Noord en Centraal. Op werkdagen maken ongeveer 56.000 reizigers gebruik van het station.[2] Het werd in 1912 gebouwd ten zuiden van het oude stadscentrum ter voorbereiding van de wereldtentoonstelling van 1913. Het station heeft twaalf sporen en zes perrons, die tegen ten vroegste 2027 integraal vernieuwd zullen zijn in het kader van het Project Gent-Sint-Pieters.[3] Er zijn ook vijf tramperrons gelegen aan het station, bediend door de drie lijnen van de Gentse tram.
Geschiedenis
Reeds op het eind van de jaren 1830 werd het gebied ten zuiden van Gent in oost-westrichting doorsneden door de spoorlijn Brussel-Oostende. Het eerste station in de stad werd het Station Gent-Zuid, een kopstation in het stadscentrum. Op de lijn Brussel-Oostende werd op 3 september1881 een kleine halte ingericht ten zuiden van de stad, het zogenaamde "Klein Sint-Pietersstation", een doorgangsstation enkele honderden meter oostwaarts van het latere Sint-Pietersstation, ter hoogte van het huidige Parkplein.[4]
Begin 20ste eeuw werden plannen opgemaakt om dit gebied van de wijk Sint-Pieters-Aaigem ten zuiden van de historische stadskern te verstedelijken en ook een nieuw station werd hier gepland. Deze urbanisatie werden wat vooruitgeschoven met het oog op de Gentse Wereldtentoonstelling van 1913, wat ook de ontwikkeling van het nieuwe station stimuleerde. De opdracht tot ontwerpen van het station werd toegekend aan ingenieur Louis Cloquet rond 1908. Hij gaf het station een monumentaal voorkomen. Het station werd in lengterichting gebouwd langs de sporen van 1910 tot 1912. De voorgevel werd in noordelijke richting naar het nieuwe stationsplein, het Koningin Maria Hendrikaplein, georiënteerd dat in 1912-1913 werd aangelegd. De sporen kwamen nu op een verhoogde berm om de waterwegen te overbruggen en overwegen te vermijden.
In het najaar van 2006 werd van start gegaan met het Project Gent-Sint-Pieters dat het station en zijn hele omgeving grondig zal veranderen en vernieuwen. Na de voorbereidende werken, die zich voornamelijk situeerden in de straten rondom het stationscomplex, konden in november 2010 de eigenlijke stationswerken aanvatten. Tegen ten vroegste 2027 zullen alle sporen en perrons integraal vernieuwd zijn en is er een grote, open ruimte onder het sporencomplex. In het kader hiervan zullen ook de nabijgelegen tramperrons gecentraliseerd worden onder het station.[5]
De toren
Station Gent-Sint-Pieters heeft een karakteristieke uurwerktoren die asymmetrisch ten opzichte van de hoofdingang is geplaatst. Net zoals de toren van het oud postgebouw aan de Korenmarkt, dat door dezelfde architect (Louis Cloquet) werd ontworpen.
Men had in 1975 ontdekt dat de toren scheef stond. In 1999 werd bij de renovatie van het stationsgebouw opgemerkt dat de toren nog schever stond. Pas in 2005 werd het duidelijk hoe dramatisch de staat van de toren was: hij helde dertig centimeter over onder andere omdat de metalen steun binnenin kromgetrokken en volledig verroest was. Dit maakte dat de toren niet meer water- en vochtbestendig was. Ook de oude baksteen was niet meer vocht- en vorstbestendig, daarom werd besloten om de toren steen voor steen af te breken en weer op te bouwen in gewapend beton met een buitenzijde van bakstenen gemetseld die zo veel mogelijk lijken op de oorspronkelijke stenen. De toren werd tijdens de zomer van 2006 opnieuw opgebouwd.
De hal
De hal van het station is versierd met muur- en plafondschilderingen. De muurschilderingen tonen taferelen die verschillende Belgische steden moeten voorstellen; bezoekers aan de Wereldtentoonstelling van 1913 konden zo ook met de rest van België kennismaken. Het betreft onder meer Oostende, Antwerpen, Brussel, Brugge, Kortrijk, Oudenaarde, Ieper en Mechelen.
Sinds 31 maart 2015 is de Thalys afgeschaft tussen Oostende en Brussel. Er werden veel te weinig passagiers vervoerd, waardoor de verliezen groot waren. Oostende kreeg in 1997 de Thalysverbinding omdat er in Wallonië ook één werd ingevoerd. Dit kwam door de wafelijzerpolitiek in België.[6]
De grafiek en tabel geven het gemiddeld aantal instappende reizigers weer op een week-, zater- en zondag.[7]
Tabel: aantal instappende reizigers station Gent Sint-Pieters
Weekdag
Zaterdag
Zondag
1977
31 711
9 700
8 800
1978
31 435
9 677
8 600
1979
29 387
9 085
8 199
1980
28 017
9 500
8 500
1981
29 173
9 887
8 893
1982
31 941
9 404
9 760
1983
30 410
8 494
8 040
1984
33 020
9 132
9 241
1985
31 308
9 709
12 700
1986
33 048
8 800
9 184
1987
31 496
9 087
10 968
1988
32 846
10 537
11 213
1989
32 659
9 482
10 191
1990
30 826
10 319
10 704
1991
33 874
10 164
10 929
1992
33 583
10 469
11 892
1993
33 592
11 552
10 448
1994
37 066
10 072
9 926
1995
34 097
12 232
10 514
1996
35 724
12 008
10 276
1997
35 415
12 303
13 162
1998
36 938
10 648
10 968
1999
32 207
9 545
9 378
2000
35 627
12 386
11 625
2001
38 079
10 983
10 687
2002
36 708
14 183
15 545
2003
41 163
15 552
20 270
2004
38 841
14 823
13 362
2005
44 500
17 717
16 487
2006
44 718
16 366
18 582
2007
44 670
20 611
20 461
2008
-
-
-
2009
44 525
15 100
15 136
2010
-
-
-
2011
-
-
-
2012
53 954
20 475
18 905
2013
49 252
18 341
16 851
2014
54 169
20 985
20 491
2015
55 817
21 184
22 046
2016
55 143
22 343
22 100
2017
56 314
23 361
22 158
2018
56 189
22 000
18 195
2019
55 325
25 486
20 416
2020
25 717
13 211
12 766
2021
2022
48 138
25 618
22 423
2023
48 441
25 578
23 452
Voor- en natransport
Bus- en tram
Voor de buurtspoorwegen was dit station het eindpunt voor alle tramlijnen, behalve de tram 'M' naar Merelbeke. Thans vertrekt een groot aantal streekbussen vanaf dit station. Tevens is het station een belangrijk knooppunt voor het stadsvervoer met vele tram- en buslijnen.
Fietsenstallingen
In en nabij het station bevinden zich fietsenstallingen die anno 2024 plaats bieden aan 14.000 fietsen,[8] en daarmee samen de grootste fietsenstalling van België vormen.
Het project Gent-Sint-Pieters voorziet tegen 2027 samen 17.000 fietsplaatsen in en onder het station, wat bij het bekendmaken van de plannen in 2020 de "grootste overdekte fietsenstalling van Europa" werd genoemd.[9][10]
↑De bron voor de gegevens is NMBS – Reizigerstellingen. De tellingen worden meestal uitgevoerd in de maand oktober: gedurende 9 opeenvolgende dagen (5 werkdagen en de 2 omliggende weekends) worden dan door het stations- en treinbegeleidingspersoneel visuele tellingen verricht. De methode bestaat erin het aantal in- en uitstappende reizigers te tellen in alle stations en stopplaatsen en dit voor alle treinen van het binnenlands verkeer. Het getal naast het kopje 'weekdag' slaat op het gemiddeld aantal opstappende (dus niet het aantal afstappende) reizigers op een weekdag (maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag opgeteld gedeeld door vijf), zaterdag en zondag staan apart vermeld. De cijfers geven een indicatie en hebben een foutenmarge, die in sommige gevallen aanzienlijk kan zijn.
↑De bron voor de gegevens zijn de jaarlijks door de NMBS in oktober uitgevoerde reizigerstellingen. Stationspersoneel en treinbegeleiders tellen dan visueel gedurende negen opeenvolgende dagen (vijf werkdagen en de twee aansluitende weekends) in alle stations en stopplaatsen het aantal instappende reizigers en dit voor alle binnenlandse treinen. De groene balk geeft het gemiddeld aantal opstappende (dus niet het aantal afstappende) reizigers weer op een weekdag (maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag opgeteld en gedeeld door vijf). Zaterdag wordt weergegeven door de blauwe en zondag door de rode balk. De cijfers geven een indicatie en hebben een foutenmarge, die in sommige gevallen aanzienlijk kan zijn. In 2008, 2010, 2011 en 2021 (corona) werden geen tellingen uitgevoerd. De gegevens zijn online raadpleegbaar, zoekterm Reizigerstellingen
↑Deze bewering gaat er echter aan voorbij dat er bij station Utrecht Centraal meer fietsenstallingen zijn dan alleen de Fietsenstalling Stationsplein van 12.500 plaatsen: in 2019 waren er volgens ProRail/NS 22500 fietsparkeerplaatsen rondom station Utrecht Centraal [1].