De stad ligt grotendeels op de rechteroever van de Schelde, die deel uitmaakt van de gemeente- en provinciegrens. Rondom de Schelde ligt het uitgestrekte havengebied met internationaal vrachtvervoer. De fusiehaven Port of Antwerp-Bruges is na Rotterdam de grootste containerhaven van Europa.[3] Van groot economisch belang is de petrochemische bedrijvigheid bij Antwerpen. De stad is ook een wereldcentrum voor de handel in diamant.[4]
De inwoners van Antwerpen worden soms Sinjoren genoemd, naar het Spaanse woord señor.[5] De stad zelf wordt door sommige van haar inwoners afgekort 't Stad en soms de koekenstad genoemd, dit laatste vanwege de vele koekenfabrieken tussen 1830 en 1960 in Antwerpen.[6]De Beukelaer en Parein waren daarvan de bekendste.[7]
Toponymie
Het toponiem "Antwerpen" wordt toponymisch en archeologisch wel verklaard uit de naam die gegeven werd aan de plaats van de eerste nederzetting anda verpa.[bron?] Dit is waarschijnlijk een Oudfrankische aanduiding voor 'bij de aangeworpen gronden', bijvoorbeeld in een bocht van de rivier. In Vlaanderen kent men vanaf de twaalfde eeuw het woord werplant, 'aangeslibd land buitendijks, kwelder, schor'. Dit woord *werp moet overigens niet verward worden met werf, het Friese woord terp en het Groningse wierde.
In de Vita Eligii uit het begin van zevende eeuw staan de woorden Andoouerpenses en Andouerpis als aanduiding voor Antwerpen. Daarnaast vermeldt een Merovingische munt de naam Anderpus, mogelijk een verbastering van Antwerpen. Volgens classicus Alfred Michiels (2007) zou het oorspronkelijk een Keltische naam zijn, te verklaren als een Latijnse vertaling van het veronderstelde *Ambidouesrepi, dat is 'zij die aan beide oevers wonen' (zie ook Ambivarieten).[8] Ter vergelijking, de Engelse stad Andover, vermoed als Keltisch in origine. Andover zou in het Welsh "onn dwfr" en dan "populier water" betekenen. De Keltische oorsprong wordt in de media geregeld overgenomen. Germanisten en germanofielen zijn echter negatief over deze nieuwe theorie.[9]
Volkslegende
Zie Silvius Brabo voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Midden op de Grote Markt van Antwerpen staat de Brabofontein met een bronzen beeld van Silvius Brabo, die een grote hand wegwerpt. Een sage uit de vijftiende eeuw vertelt dat in het land van de Schelde omstreeks het begin van onze tijdrekening een reus, Druon Antigoon, heerste, die van elke schipper een zware tol eiste om over de Schelde te mogen varen. Wanneer een schipper weigerde te betalen werd hem de hand afgehakt. Een Romeinse krijger, Silvius Brabo, bevocht, overwon en doodde de reus, hakte op zijn beurt diens hand af en wierp hem in de Schelde. Het bevrijde volk noemde de stad Antwerpen, van 'hand werpen'. De legende over de reus ontstond mogelijk na de vondst van onverklaarbaar grote beenderen, die later walvisbotten bleken te zijn.
In het stadswapen van Antwerpen wordt een versterkte burcht afgebeeld. Daarboven bevinden zich twee losse handen. Deze moeten niet als een verwijzing naar de legende van het 'handwerpen' worden gezien. Eerder schijnen deze handen oude symbolen voor de rechten van de vorst op de Schelde en van de voorrechten van de stad te zijn, namelijk het recht van stapel en opslag enerzijds en tolvrijheid en geleide op de Westerschelde anderzijds.
Omstreeks 1400 was Antwerpen nog een betrekkelijk kleine stad, met nog geen 10.000 inwoners. Na de dood van Karel de Stoute brak in 1477 een opstand uit tegen zijn dochter Maria van Bourgondië.[bron?] In 1500 had de stad ongeveer 50.000 inwoners, omstreeks 1560 werd het aantal van 100.000 bereikt. Onder keizer Karel V was Antwerpen de belangrijkste handelsstad in Europa ten noorden van de Alpen. Hand in hand met de toenemende welvaart ging een ongekende culturele bloei. Vooral de schilderkunst nam in de zestiende en zeventiende eeuw een hoge vlucht. Door de vele invloeden kreeg ook eerst het lutheranisme, door de augustijnen in Sint-Andries en op het Kiel, en later vanaf eind zestiende eeuw vooral het calvinisme, met hagenpreken te Berchem en Borgerhout, grote aanhang in de stad. Bij een omstreeks 1580 door stadhouder Willem van Oranje georganiseerde godsdiensttelling bleek 33% van de bevolking aanhanger te zijn van het calvinisme, 17 % nog van het lutheranisme en 50 % van de katholieke Kerk.
De troebelen van de opstand tegen Spanje hebben de stad grote schade berokkend. In 1576 werd de stad geplunderd door muitende Spaanse huursoldaten, die in de Spaanse Furie 7000 burgers vermoordden. De stad sloot zich vervolgens aan bij de Pacificatie van Gent en was gedurende de komende negen jaar min of meer de hoofdstad van de anti-Spaanse opstand. In 1585 werd Antwerpen door de Spaanse stadhouder Alexander Farnese veroverd na een beleg dat meer dan een jaar had geduurd. Na die verovering ontstond een migratiestroom uit Antwerpen en is ongeveer de helft van de bevolking naar Middelburg en Holland vertrokken. Het bevolkingscijfer daalde van ongeveer 80.000 tot 42.000. Hollandse en Zeeuwse schepen versperden de Scheldemonding en sloten zo de in Spaans bezit zijnde stad af van de overzeese handel. De bloei van Antwerpen in handel, kunsten en wetenschappen verplaatste zich en werd verder in de Gouden Eeuw in de noordelijke Nederlanden ontwikkeld.
In de komende twee eeuwen zou Antwerpen weliswaar niet meer de bloei van de voorafgaande periode bereiken, maar het zou overdreven zijn te zeggen dat de stad wegkwijnde.[bron?] Zij bleef een van de belangrijkste economische en culturele centra van de Spaanse en later Oostenrijkse Nederlanden. Zij bracht in haar eigen Gouden Eeuw grote schilders voort als Rubens, Jordaens en Teniers. Als rooms-katholiek bolwerk in de Contrareformatie kwamen er grootse kunst- en bouwwerken tot stand, voornamelijk in barokke stijl.
In de jaren 1880 werd de stad een van de belangrijkste locaties in de systematische exploitatie van de Congo-Vrijstaat. Via de haven werd belangrijke ladingen verscheept naar Congo. De schepen naar Congo waren grotendeels beladen met wapens. Schepen van Congo naar België vervoerden rubber en ivoor.
De gemeente werd rond 20 mei 1940 bezet door het Duitse leger en bevrijd op 4 september 1944.[bron?] Uit Antwerpen werden minstens 9515 Joden weggevoerd naar concentratiekampen in Duitsland, waar de overgrote meerderheid vermoord werd.[10]
Vele burgers namen deel aan burgerlijke ongehoorzaamheid en gewapend verzet. Minstens 306 weerstanders werden naar het Auffanglager van Breendonk getransporteerd.[11] In de speciale Nacht und Nebel-concentratiekampen werden drie weerstanders uit de gemeente ter dood gebracht door onthoofding.[12] Het aantal slachtoffers is onbekend en ligt wellicht hoger dan het Belgische gemiddelde van 1,02% van de bevolking.
Oorspronkelijk hadden de districten een louter adviserende functie naar het centrale stadsbestuur. Sinds 2000 vervullen ze echter opnieuw een bestuursrol.[bron?] Hiermee zijn het de enige deelgemeenten in België met dergelijke functie.[bron?] Ze worden bestuurd door de districtsraad en het districtscollege.
In onderstaande tabel wordt de bevolkingsverdeling naar herkomst weergegeven. "Nieuwe Belgen" zijn Belgen die ooit een andere nationaliteit hadden. "Nieuwste Belgen" zijn Belgen die steeds Belg zijn geweest, maar afstammen van een vader/moeder met een vreemde herkomst.
Herkomstgroep
Percentage (Stad Antwerpen, 2016)
autochtonen (herkomst ouders meegerekend)
53,1
nieuwste Belgen (herkomst ouders meegerekend)
10,2
nieuwe Belgen
15,9
vreemdelingen
20,7
Bron: Districts-en Loketwerking, Stad Antwerpen, 2016 (via stadincijfers.antwerpen.be/databank)
De stad telt onder haar inwoners 172 verschillende buitenlandse nationaliteiten.[17][18] De grootste groep wordt vertegenwoordigd door Nederlanders, gevolgd door Marokkanen, Polen en Turken.
Bourlaschouwburg: dit gebouw werd opgetrokken in de negentiende eeuw. Aanvankelijk werd theater gebracht in het huis van Spanje op de Grote Markt. Daar dit pand al snel te klein werd, werd voortaan het Tapisseriepand op de Graanmarkt gebruikt. In de 19de eeuw werd het Tapisseriepand afgebroken en werd de nieuwe Bourlaschouwburg opgericht.
Vlaamse Opera: werd opgericht aan het begin van de twintigste eeuw.
Feestzaal Harmonie: sinds 1250 was hier het leprozenhuis "Ter Zieken" gelegen, dat bleef bestaan tot de zeventiende eeuw, waarna het terrein werd opgenomen in het lusthof Valkenburg. Valkenburg werd sinds 1814 als zomerlokaal van de Société D'harmonie gebruikt, maar kwam pas in 1844 in handen van de organisatie. Zodra ze het pand had verworven, liet ze een wedstrijd houden voor het ontwerp van een concertzaal met een grote balzaal en een tuin. De winnaar werd P. Dens, die het huidige neoclassicistische gebouw optrok in 1845. Later, in 1876, ontwierp hij ook nog de kiosk in het Albertpark.
Zoo: Antwerpen staat bekend om zijn dierentuin, die een van de oudste ter wereld is. De Antwerpse Zoo bevindt zich midden in de stad en huisvest meer dan 5000 dieren verdeeld over ongeveer 769 soorten. De Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde houdt het welzijn van talloze dieren in de gaten en helpt sinds 1843 bedreigde diersoorten te beschermen.
Te Couwelaar (Deurne): dit kasteel was door de eeuwen heen onder meer in handen van vele kooplui. Een van hen was lakenhandelaar Gillis du Mont, die ook het Bisschoppenhof bezat.
Torenhof: een van de weinige lusthoven die bewaard bleven binnen de Antwerpse ring. Het is gelegen aan de Markgravelei, in de buurt van het Koning Albertpark. Het was in de zeventiende eeuw bezit van de Italiaanse familie Annoni. Tegenwoordig maakt het deel uit van het provinciaal park "Hof van Leysen".
Hof Van Biart: gelegen aan de Karel Oomsstraat, binnen de Antwerpse ring. Het is een achttiende-eeuws lusthof. Het huidige huis vertegenwoordigt slechts de helft van het vroegere hoofdgebouw.
Middelheim: was oorspronkelijk bezit van de kartuizers van Antwerpen, maar werd in de zestiende eeuw al omschreven als hof van plaisantie. Tegenwoordig is er het openluchtmuseum en beeldentuin van Antwerpen. Middelheim vormt samen met Den Brandt en Vogelzang het Nachtegalenpark, ten zuiden van de Antwerpse ring.
Den Brandt: oorspronkelijk een hoeve in de veertiende eeuw, maar later werd hier ook een lusthof opgericht.
Sorghvliedt (Hoboken): was een speelhof van de familie Du Bois en werd door Arnold du Bois verbouwd tot herenwoning in Rococostijl. Sorghvliedt ook Zorgvliet genaamd, is eveneens de naam van het omringende park.
Meerlenhof (Hoboken): kwam in 1610 in handen van koopman Jozef van den Broec en was een van de mooiste lusthoven van Hoboken.
Schoonselhof (Hoboken/Wilrijk): was oorspronkelijk een lusthof aan de Hollebeek, maar werd omgevormd tot een begraafplaats voor beroemde en vooraanstaande Antwerpenaren.
Steytelinck (Wilrijk): een van de zes bewaarde lusthoven van Wilrijk, gelegen in het centrum van Wilrijk en ingericht als park.
Valaarhof (Wilrijk): is tegenwoordig eveneens een openbaar park.
Antwerpen kent een rijk religieus verleden. Oude gravures van de stad worden gekenmerkt door een veelheid aan torentjes. Naast de kathedraal en de 4 parochiekerken van St.-Jacobs, St.-Andries, St.-Walburga en St.-Joris telde de stad namelijk 23 kloosterorden, een burchtkerk en een citadelkerk.
De meeste kloosters van de Zuidelijke Nederlanden werden echter aan het einde van de achttiende eeuw ofwel afgeschaft door keizer Jozef II, ofwel gesloten door de Franse bezetter zoals de Sint-Michielsabdij. Een aantal monumenten bleef bewaard:
Sint-Joriskerk (parochiekerk): de oorspronkelijke Sint-Joriskerk werd gesloopt ten tijde van de Franse Revolutie. Vanaf de herbouw in de negentiende eeuw is sprake van een neogotisch gebouw. Ook van het oorspronkelijke meubilair bleef niet veel bewaard. De oude biechtstoel kwam terecht in de kerk van Vilvoorde. Het interieur is negentiende-eeuws en bestaat vooral uit houtsnijwerk. Verder biedt deze kerk onderdak aan het ebbenhouten beeld de Onze Lieve Vrouw van het Kasteel die afkomstig is uit de voormalige citadel van Antwerpen.
Sint-Antoniuskerk (parochiekerk): deze negentiende-eeuwse neogotische kerk op de Paardenmarkt werd opgetrokken op de plaats van de voormalige kapel van het Kapucijnenklooster. Ze bevat nog enkele oude kunstwerken van de voormalige kloosterkerk. Ook de berg van Calvarie van het oude kapucijnenklooster op de binnenplaats bleef bewaard. De kapucijnen verhuisden naar de Ossenmarkt. Het nieuwe gebouw op de Ossenmarkt valt op door het Sint-Fransiscusbeeld dat boven de deur hangt.
Begijnhof en kerk (hof en kerk van de begijnen): het Antwerpse begijnhof bestaat uit allemaal kleine huisjes georiënteerd rond een binnenplein.
Apostelinnenklooster: de apostelinnen bewoonden in de zeventiende eeuw dit gebouw op de Paardenmarkt, gelegen ter hoogte van het knechtjeshuis. Het is opgetrokken in een kloosterstijl. De benedenverdieping is verbouwd tot winkelpand.
Falcontinnenklooster: het klooster werd afgebroken ten tijde van de Franse Revolutie. Van het oorspronkelijke klooster bleef alleen de Falconpoort bewaard. De falcontinnen gaven hun naam aan het Falconplein en de Falconrui.
Zwartzusterklooster: de Zwarte Zusters van Antwerpen zijn al sinds de veertiende eeuw in Antwerpen aanwezig en zijn afkomstig uit Duitsland. Ze kregen dit pand in de Zwartzusterstraat toegewezen door een van de Duitse kooplui in Antwerpen.
Witzusterklooster: het klooster van de Witte Zusters is gelegen in de Kammenstraat en is een van de oudere kloosters in Antwerpen. Het klooster is ongeveer gelegen ter hoogte van het Augustijnenklooster. Aan de straatzijde wordt het gekenmerkt door twee smalle trapgevelhuizen met in het midden een berg van Calvarie.
Karmelitessenklooster: het klooster is gelegen aan de Rosier. Het is een vrij groot gebouw dat bijna heel de Rosier siert. De karmelitessen waren een van de weinige orden die hun oude klooster terug in gebruik konden nemen na de Franse Revolutie. De kerk werd echter wel gebruikt als parochiekerk ter vervanging van Sint-Joris, en ook als onderdak voor de Onze-Lieve-Vrouw van het kasteel alvorens zij werd overgebracht naar de nieuwe Sint-Joriskerk.
Pieter Potklooster: van het klooster bleef alleen het kapelletje bewaard. Het is een vrij oude en opvallende gevel op de hoek van de Grote en de Kleine Pieterpotstraat.
Refuge van de abdij van Tongerlo (norbertijnen): de voormalige refuge van de abdij van Tongerlo is gelegen in de Lange Gasthuisstraat en maakt deel uit van de panden van het OCMW.
Refuge van de Sint-Michielsabdij van Antwerpen (norbertijnen): deze is gelegen in de Blauwmoezelstraat tegenover de kathedraal. Ze zou wellicht dateren uit de dertiende eeuw, toen de norbertijnen hier een pand oprichtten. Dit pand werd echter vernietigd ten tijde van de Spaanse Furie, waardoor het nieuwe en huidige pand grotendeels zestiende-eeuws is, met uitzondering van de kelders. De norbertijnenabdij van Antwerpen stond oorspronkelijk in de Kloosterstraat, maar ging verloren in de Franse en de Belgische Revolutie. De orde speelde een belangrijke rol voor de misviering in de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Antwerpen. De abdij had een illuster verleden en functioneerde door de eeuwen heen als verblijfplaats voor vele belangrijke vorsten. Vanuit deze abdij werden ook de abdijen van Averbode, Middelburg en Tongerlo gesticht. Enkel de refuge en het hoofdaltaarstuk Aanbidding der koningen in het museum voor Schone Kunsten herinneren nog aan de Sint-Michielsabdij. De refuge is het hotel "Postiljon" geworden. De norbertijnen verlieten Antwerpen en gingen wonen in de abdijen van hun dochterstichtingen, namelijk Averbode en Tongerlo. Ook de naam van de Kloosterstraat, de Sint-Michielskaai en de nieuwe Sint-Michielskerk op het Zuid herinneren allemaal aan de abdij van Sint-Michiels van Antwerpen. Buiten de stad bezaten zij het hof van Beerschot, waaraan de voetbalclub haar naam ontleende, en bepaalden ze onder meer het interieur van de Sint-Fredeganuskerk van Deurne, waarvan een groot deel afkomstig is uit de Sint-Michielsabdij. Het interieur aan de vooravond van de Franse Revolutie raakte echter verspreid en het kader van het hoofdaltaar kwam terecht in de Sint-Trudokerk van Zundert.
Kloosters en kloosterkerken met herbestemming
Brabantsche Olijfberg (annunciaden): dit klooster sloot omwille van de hervormingen door Jozef II. De kerk werd vervolgens gebruikt als paardenstal en militaire bakkerij. De toren stortte in ten tijde van de Franse bezetting. De kerk bezit een klokkenhuis met daarin de klok van de citadelkerk van het voormalige Zuidkasteel. Sinds 1821 wordt de kerk gebruikt als protestantse kerk.
Koninklijke Academie voor Schone Kunsten (franciscanen): dit klooster ging dicht ten tijde van de Franse bezetting en werd tijdens die bezetting ingericht als academie voor schone kunsten. De religieuze elementen werden verwijderd, maar de gravure in de witte toegangspoort maakt het mogelijk het verleden en het heden met elkaar te confronteren. Het is nog altijd de academie van schone kunsten van Antwerpen. De franciscanen verhuisden later naar hun nieuwe pand aan de Oever.
Amuz - Augustinus muziekcentrum (augustijnen): de augustijnen herinstalleerden zich na hun verdrijving uit het afgebroken Sint-Andriesklooster (met zijn bewaard gebleven Sint-Andrieskerk) tijdens de contrareformatie in de Everdijstraat een goede 400 jaar geleden. In 70 jaar groeide de gemeenschap zodanig dat het klooster het gehele gebied tussen de Kammenstraat, de Everdijstraat en de Oudaan innam. De kerk is een concertzaal geworden. Naast de kerk is er ook nog een winterkapel met neo-Byzantijnsemuurschilderingen.
Kartuizerklooster: dit klooster is gevestigd in de Sint-Rochusstaat en werd tot de Franse Revolutie door de kartuizers bewoond. Na de Franse Revolutie kwam het klooster in handen van de zusters kapucinessen. Uiteindelijk werd het gebouw in dienst genomen door het Tropisch Instituut voor geneeskunde.
Gasthuizen en godshuizen
Sint-Elisabethgasthuis: het oudste hospitaal van de stad Antwerpen situeerde zich begin dertiende eeuw dicht bij de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal. Wegens plaatsgebrek werd in 1238 een nieuw gasthuis opgericht op het terrein Ter Elst dat aan de gasthuisbroeders en -zusters werd geschonken door het stadsbestuur. De gasthuisbroeders en -zusters namen de regel van Augustinus aan. Het gasthuis zelf dankt haar naam aan de in de in 1207 geboren koningsdochter van Hongarije, die na de dood van haar echtgenoot haar leven wijdde aan de verzorging van armen en zieken. Het gasthuis bestond tot de Franse Revolutie. Toen werden de zusters uit het gasthuis verdreven en verloren ze hun bezittingen. Onder Willem I zouden in 1824 de zusters terugkeren naar het gasthuis om hun taak te hervatten, maar ze waren geen eigenaar meer van de gronden. Er werd een nieuw complex opgericht achter de oude zalen waar nu het Sint-Elisabethgasthuis nog steeds als ziekenhuis actief is. De oude gebouwen en ziekenzalen, met een keuken met verschillende azulejategeltjes, werden sinds 1989 verbouwd. Enkele ziekenhuiszalen werden omgebouwd tot congres- en feestzalen annex hotel. Het complex is in handen van het OCMW van de stad Antwerpen. Het is vaak te bezichtigen op de Open Monumentendagen. De kapel is toegankelijk op afspraak. Het complex is hernoemd in Elzenveld, naar de benaming die het grondgebied had in 1207, toen het aan de armenzorg werd geschonken.
Sint-Julianusgasthuis: gesticht in 1305 door Ida van Wijneghem en kanunnik Jan Tuclant. Het Sint-Julianusgasthuis gaf arme vreemdelingen op doorreis in Antwerpen gedurende drie nachten onderdak en was het eerste nachtverblijf in de stad. Het Sint-Julianusgasthuis is vooral bekend door de jaarlijkse organisatie van het laatste avondmaal op Witte Donderdag. De kapel en de gebouwen worden momenteel verhuurd aan de kunstgalerie De Zwarte Panter. Sinds de zomer van 2012 kunnen pelgrims naar Santiago de Compostela hier gratis overnachten.
Sint-Nicolaasgodshuis, ook wel de huidige Sint-Nicolaasplaats: een kleine plaats in Antwerpen omgeven door enkele oude huizen en een kapelletje, met in het midden een beeld van de heilige Nicolaas van Myra, de patroonheilige van de meerseniers. Dit godshuis werd opgericht in 1386 door de ambachtslieden van de meerseniers om verarmde leden van hun ambacht in op te vangen. Het pleintje fungeert als een soort cultureel centrum waar verschillende theatergezelschappen, waaronder de Violieren, een van de aloude rederijkerskamers van de stad Antwerpen, hun vaste stek hebben.
Sint-Annagodshuis in de Korte Nieuwstraat: in 1400 gesticht door Elisabeth, weduwe van Jan Hays en Boudewijn de Riddere, als verblijfplaats voor zes arme oude vrouwen. Men bereikt het godshuis via een lange gang vlak naast de kapel en komt zo uit op een langwerpige binnenkoer. Het godshuis biedt ruimte aan een restaurant.
Sint-Barbaragodshuis: werd gesticht in 1489 door kerkmeester Nicolas Boot. Acht oude behoeftige vrouwen kregen er onderdak onder provisie van de begaarden en cellebroeders. In 1504 werd er een kapel gebouwd en het hele complex werd in 1506 toegewijd aan de heilige Barbara. Het godshuis maakt deel uit van de Damesschool van Antwerpen en is niet altijd open voor het publiek. Het bestaat uit een kleine binnenkoer met enkele kleine witte huisjes en een klein kapelletje. De Damesschool zelf is opgebouwd uit verschillende delen uit verschillende eeuwen. Een deel daarvan is het oude hotel van Du Bois Vroylade uit de achttiende eeuw, met onder meer een paardenstal. De school bezit tevens een keldertje dat versierd is met Delftse tegels. Daardoor is de school vaak open op de Open Monumentendag en jaarlijks op de opendeurdag.
Naast het rijke religieuze verleden kende Antwerpen in de zestiende eeuw ook een periode van economische bloei. De stad was tevens een van de eerste havens waar de handelsschepen uit de Nieuwe Wereld toekwamen. Ook wordt de beurs van Antwerpen de moeder van alle beurzen genoemd, daar het bouwplan van de Antwerpse beurs later navolging kreeg in Amsterdam, Londen en Rijsel.[bron?]
Antwerpen vormde een belangrijke handelsstad in het noorden, waar rijke kooplieden, zoals Fuggers uit Augsburg en Gresham, de stichter van de Londense beurs, resideerden.[bron?] Ook wilde men dat het economische uitstraalde in de cultuur, wat vorm kreeg via triomfbogen, die verwezen naar de rijkdom van de stad, en de bouw van het bombastische stadhuis.[bron?]
Hierna volgt een korte lijst van markante gebouwen:
Engelse Handelsnatie: kreeg midden de zestiende eeuw door het stadsbestuur het Hof van Liere toegewezen als verblijfplaats. Het is een imposant gebouw dat bestaat uit drie tuinen. Ook de gebouwen van het voormalige stadsarchief van Antwerpen, in de Venusstraat, waren pakhuizen van de Engelse Handelsnatie. Na de val van Antwerpen werd Hof van Liere gebruikt als college van de jezuïeten, die ook een internaat hadden in de Lange Brilstraat voor de Ierse studenten aan het college. Het Hof Van Liere is in handen van de universiteit van Antwerpen.
Handelsbeurs, in de Borzestraat: was oorspronkelijk de 'moeder van alle beurzen' en bestaat uit een binnenplein met daarrond een zuilengalerij. De Handelsbeurs brandde door de eeuwen heen meermaals af, waardoor van de oude handelsbeurs enkel de oude toren overblijft. De nieuwe handelsbeurs dateert uit de negentiende eeuw en werd in dezelfde eeuw ook overkoepeld; het is een voorbeeld van oude in combinatie met moderne techniek. Vele kooplieden vestigden zich rondom de handelsbeurs. Zo zijn er veel koopmanswoningen in de universiteitsbuurt, waar ook de Portugese en Engelse natie gevestigd waren. Zeker vermeldenswaardig is huis Sint-Franciscus in de Lange Nieuwstraat, dat in de zestiende eeuw bewoond werd door Gresham, de latere stichter van de Londense beurs.
Huis de Draeck, in de Mutsaartstraat: vormde een geheel met Raapstraat nr 6. Dit huis was een suikerraffinaderij van de Italiaanse koopman Giovanni Balbini.
Oude Beurs: vóór dat de handelsbeurs buiten de stadsmuren werd opgericht was er een andere beurs. De Oude Beurs ligt tussen de Hofstraat, de straat Oude Beurs, de Lange Koepoortstraat en de Zirkstraat. Het is opgebouwd uit verschillende afzonderlijke gebouwen die oorspronkelijk via gangen met elkaar verbonden waren. Het bestaat uit huis Den Rhyn, dat uit een klein binnenplein met pagaddertoren bestaat. Huis Den Rhyn is in privéhanden. Het was oorspronkelijk verbonden met de Zilversmidgang, waar de ingang was aan de Lange Koepoortstraat. Het huis van de zilversmeden is niet zichtbaar voor het publiek, daar het achter de poort ligt. Ten slotte is er nog het huis Den Wolsack, dat in handen is van Herita vzw. Het is vooral bekend om de grote plafondschildering "De Goden van de Olympusberg".
Vleeshuis: was het voormalige gebouw van de beenhouwers van Antwerpen en was vroeger een soort markt voor vleeswaren. Het vleeshuis doet dienst als museum.
Brouwershuis: was het huis van de brouwers en is gevestigd in het noorden van de stad, aan de Adriaan Brouwerstraat. Het was het gildehuis van de Brouwers en werd in haar oorspronkelijke vorm bewaard als museum.
Den Wolsack, aan de Oude Beurs 27, neoclassicistisch pand met een boekentoilet en een Hofkamer uit 1772 (plafondschildering op doek 'de goden van de Olympus' (Vlaamse Meesters in Situ)).
In de deelgemeente Berchem staat een monumentale rode beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea') met een huidige omtrek van circa vijf meter voor de decanale Sint-Willibrorduskerk. Het zou gaan om een vrijheidsboom uit 1830 of 1789 die in de voortuin van de dekenij stond. In de boom hangt ook een houten Mariakapelletje. De boom is beschermd als cultuurhistorisch landschap.[19]
Op de Grote Markt staat een jonge linde als vredesboom. Deze werd geplant in 1994 naar aanleiding van de 50ste verjaardag van de bevrijding van Antwerpen.[20]
Cultuur
Uitgaansleven
Het uitgaansleven in Antwerpen biedt veel afwisseling. Er zijn veel cafés te vinden, zoals in het toeristisch hart rond Groenplaats en Grote Markt, maar ook op het Zuid en het Eilandje, en in de Antwerpse studentenbuurt rond Ossenmarkt en Stadswaag. In het verleden speelde dans- en concertzaal Apollon (het latere cinema Forum) een belangrijke rol in het culturele leven van de Antwerpenaren.[bron?]
Ook voor holebi's bood Antwerpen populaire uitgaansgelegenheden. Deze waren sinds de jaren zeventig geconcentreerd in de Van Schoonhovenstraat, later lagen ze meer verspreid, met onder meer de homodiscotheek Red & Blue en het jaarlijkse festival Navigaytion.[21]
Als havenstad heeft Antwerpen dicht bij de haven ook een prostitutiewijk gekend voor de zeelieden. Sinds 2005 is er in dit Schipperskwartier een erotisch centrum onder de naam Villa Tinto. In 2023 kwamen er ruim 900.000 bezoekers voor de prostitutie naar deze buurt.[22]
Evenementen
De Sinksenfoor is een jaarlijks terugkerende kermis die tot en met 2014 op de gedempte Zuiderdokken plaatsvond en sinds 2015 op het Park Spoor Oost georganiseerd wordt. Met ruim 150 attracties behoort de Sinksenfoor tot de grootste Belgische kermissen. De kermis ontleent zijn naam aan het Sinksenfeest, beter bekend als Pinksteren – traditioneel de eerste dag van de foor, en staat zes weken opgesteld.
De Antwerp Pride: tweede weekend van augustus, met diverse feesten en activiteiten voor de lgbt+-gemeenschap.
De Rubensmarkt: telkens op 15 augustus, met marktkramers in zeventiende-eeuwse klederdracht zoals in de tijd van P.P. Rubens.
In 2010 lanceerde de regionale tv-zender ATV een oproep waarbij 'het langste lied van't stad' werd geschreven. Het lied telde 23 strofen, waaraan verschillende bekende Antwerpenaren waaronder Axl Peleman, Els De Schepper, Jelle Cleymans, Mira en Jenne Decleir meewerkten.[27]
Gazet van Antwerpen, een Vlaamse landelijke krant, gegroeid vanuit Antwerpen, met regionale edities waaronder drie stadsedities. Inhoudelijk ligt de nadruk echter voor een groot gedeelte op de provincie Antwerpen en het Waasland.
De stad telt diverse lokale radiozenders, Radio Minerva is volgens CIM-metingen de populairste. Radio Centraal werd al in 1980 opgericht en is daarmee de oudste, nog onder de oorspronkelijke naam werkende zender. Een andere lokale zender is bijvoorbeeld CROOZE.fm.
In 2018 verwerkte de haven van Antwerpen 235.2 miljoen ton aan goederen en was hiermee na Rotterdam de grootste haven van Europa en de 17e van de wereld.[28] In hetzelfde jaar werden 11,1 miljoen TEU's overgeslagen. De haven heeft een belangrijke positie in Europa voor het behandelen van staal, fruit, bosproducten, koffie en tabak. Jaarlijks doen circa 14.600 zee- en 57.000 binnenschepen de haven aan.[bron?] Daarnaast bezit Antwerpen het op een na grootste petrochemische complex ter wereld.[bron?]
De Wilde Zee is een winkelgebied in de buurt van de Meir en de Huidevettersstraat. Het is ingericht als voetgangersgebied.[29]
De Stadsfeestzaal, gelegen aan de Meir, is het recentste winkelcentrum van de stad. De zaal dateert uit 1908, maar brandde in 2000 bijna helemaal af. Op 25 oktober 2007 opende het gerenoveerde gebouw opnieuw zijn deuren als winkelcentrum. Er zijn enkele exclusieve winkels terug te vinden, zo is er de eerste Tommy Hilfiger Tailor Made ter wereld. Ook zijn er verschillende eetgelegenheden en een 'zwevende' champagnebar. Bovendien heeft de Stadsfeestzaal nu ook een nieuwe toegang aan het Hopland.
De De Keyserlei ligt tussen de Meir en het Centraal Station. Er zijn diverse restaurants te vinden, maar ook fastfoodketens en een MediaMarkt. Vanaf de De Keyserlei heeft men toegang tot het bioscoopcomplex UGC.
De Van Wesenbekestraat aan het Koningin Astridplein en het Centraal Station vormt het centrum van de Chinese gemeenschap in Antwerpen. Men vindt er vele Chinese en Oost-Aziatische winkeltjes, supermarkten en restaurants.
Het Grand Bazar Shopping Center is het grootste winkelcentrum van de binnenstad. Het is gelegen aan de Groenplaats. In de kelder vindt men een van de grootste supermarkten van Antwerpen.
De Kloosterstraat huisvest vooral handelszaken in brocante, met een uitgebreid aanbod van antieke schilderijen, oude meubelen en woonaccessoires, in diverse stijlen.
In de Wolstraat en de Lange Koepoortstraat zijn tal van handelszaken in brocante, oude boeken en kunstobjecten gevestigd.
De Kammenstraat is een alternatievere winkelstraat, vooral populair onder jongeren. Naast boetiekjes is er ook merkkleding te vinden. De straat is bekend geworden dankzij het straatfestival Laundry Day. Er draaien ook wekelijks deejays in verschillende winkels.
In de Nationalestraat zijn 4 van de 6 grote Antwerpse modeontwerpers gevestigd, waaronder Dries Van Noten. Ook het Modemuseum is overigens in deze straat gevestigd.
Belangrijke winkelstraten buiten de binnenstad zijn de as Statiestraat-Driekoningenstraat in Berchem, Turnhoutsebaan in Borgerhout, Bredabaan in Merksem, de Herentalsebaan in Deurne en de Abdijstraat op het Kiel.
Markten
Enkele belangrijke weekmarkten in Antwerpen:
de markt op het Sint-Jansplein, op woensdag en vrijdag van 08.00 tot 13.00 uur, is de grootste wekelijkse buurtmarkt;
de Vogelenmarkt, op zondag van 08.00 tot 13.00 uur op de Oudevaartplaats;
de Exotische markt, op zaterdag van 08.00 tot 16.00 uur op de Oudevaartplaats;
de Boerenmarkt op vrijdag van 11.30 tot 16.30 aan de Desguinlei.
Andere belangrijke markten:
Maandelijkse markten:
Biomarkt: verkoop van producten met biokwaliteitslabel op het Falconplein, elke eerste en derde zondag van de maand, van 7.30 uur tot 18 uur.
Boekenplein: boekenmarkt met muzikale optredens op het De Coninckplein, elke derde zondag van de maand van 10 tot 17 uur, uitgezonderd tijdens de maanden november, december, januari en februari.
Antiek en brocante:
Antiekmarkt zaterdag: elke zaterdag van 9 tot 17 uur (niet op officiële feestdagen) op de Lijnwaadmarkt.
Antiekmarkt zondag: elke zondag van 9 tot 17 uur (ook op officiële feestdagen) op het Sint-Jansvliet.
Lambermontmartre: kunstmarkt op de Leopold de Waelplaats, van mei tot en met september, telkens de laatste zondag van 12 tot 17 uur. Diverse kunstenaars (schilders, fotografen, grafici, beeldhouwers) stellen hier hun werk tentoon in een Montmartre-sfeer rond de fontein, met begeleiding van akoestische muziek.
De Vrijdagmarkt: Er worden vrijdagochtend oude en nieuwe spullen geveild. Elke vrijdag van 9 tot 13 uur op de Vrijdagmarkt.
De Leien (Frankrijklei, Italiëlei, Amerikalei, Britselei), in de negentiende eeuw aangelegd op de fundamenten van de zestiende-eeuwse Spaanse omwalling, vormen de belangrijkste verkeersader 'intra muros', dwz binnen de oude Brialmontomwalling waar nu de R1 op ligt. Andere belangrijke wegen zijn de Havenweg, de Noorderlaan, de Bredabaan, de Turnhoutsebaan, de Mechelsesteenweg (ook N1), de Boomsesteenweg en de Blancefloerlaan. Twee belangrijke rondwegen die geen autosnelweg zijn, zijn de Singel en de R11.
Openbaar vervoer
Vervoermaatschappij De Lijn exploiteert het stadsvervoer in Antwerpen met bussen en trams. Acht tramlijnen maken gebruik van de Antwerpse premetro onder de binnenstad en de Schelde, namelijk tramlijnen 2, 3, 5, 6, 8, 9, 10 en 15. Verder zijn er nog de tramlijnen 1, 4, 7, 11, 12 en 24. Heel wat streekbussen hebben de Franklin Rooseveltplaats als hun eindpunt in Antwerpen. FlixBus biedt internationaal openbaar busvervoer aan vanaf de Rooseveltplaats en Berchem.
Het belangrijkste station in de gemeente Antwerpen is het Antwerpen-Centraal, waar naast intercitytreinen en stoptreinen ook de hogesnelheidstrein Eurostar stopt. Ook Station Antwerpen-Berchem is een belangrijk knooppunt. Sinds maandag 26 maart 2007 is de Noord-Zuidverbinding tussen Antwerpen-Berchem en het voormalige Dam-station in dienst. Langs deze tunnel kunnen de treinen van het westen en zuiden van de stad rechtstreeks richting Nederland sporen en omgekeerd. De treintunnel leidt tot een verdubbeling van de capaciteit tot 100.000 reizigers per dag.[31]
In juni 2011 werd het fietsdeelsysteem Velo Antwerpen geïntroduceerd. De gebruiker kan zich snel door de stad verplaatsen en kan kiezen voor een jaar-, week- of dagkaart. Eind 2017 waren er 300 actieve stellingsstations en 3600 fietsen.
Vanaf 1 juli 2017 werd een veerdienst over de Schelde hernomen van rechteroever (Scheldeponton aan het Steen) naar linkeroever.[32] Daarnaast bedient een waterbus de verbinding van het Scheldeponton naar Kruibeke en Hemiksem.[33] De waterbus maakt in de andere richting de verbinding van het Scheldeponton naar het Sint-Annastrand in het noorden van Linkeroever, Zwijndrecht, de Kallosluis, Fort Liefkenshoek en Fort Lillo.[34]
De meeste religies en levensbeschouwingen hebben in Antwerpen een permanente zetel en/of eredienstplaats. Antwerpen staat sinds jaren bekend omwille van haar tolerantie ten opzichte van de diversiteit aan religies en levensbeschouwingen.
De islam is sterk vertegenwoordigd binnen de Marokkaanse en Turkse gemeenschap, en kent net zoals het christendom verschillende stromingen. 18,8% van de Antwerpse bevolking is moslim.[35]
Antwerpen huisvest een grote joodse gemeenschap waarvan ongeveer 20.000 gelovigen het Orthodox jodendom belijden. Velen van hen behoren tot de streng orthodoxe charedische richting. Antwerpen is na Londen het grootste centrum van charedische joden in Europa. Zij gaan dienovereenkomstig gekleed en zijn daarom een opvallende verschijning in het Antwerpse straatbeeld. Chassidische joden vormen het merendeel van de charedische joden. Grote chassidische bewegingen gevestigd in Antwerpen zijn onder andere Pshevorsk, Satmar, Belz, Bobov en Lubavitch. De Joodse gemeenschap heeft twee hoofdsynagoges in de stad, met name de Machsike Hadass en Shomre Hadas. Het stadscentrum van Antwerpen is als enige Belgische stad omgeven door een eroev.
Het jaïnisme telt in Antwerpen ongeveer 400 families onder zijn aanhangers.[bron?] In Wilrijk werd in 2010 de grootste jaïntempel in de wereld buiten India ingehuldigd. Deze is tevens de enige jaïntempel op het Europese vasteland.
Vrijzinnigheid
De georganiseerde vrijzinnigen werken in Antwerpen samen onder de koepel Vrijzinnig Antwerpen met zetel in de Breugelstraat. Sinds 2008 verenigt deze koepel het voormalige Humanistisch Verbond en de Oudervereniging voor de Moraal, de jeugdvereniging Sava-jongeren en de seniorengroep Grijze Geuzen. Vrijzinnig Antwerpen ressorteert als erkende sociaal-culturele organisatie onder de Humanistisch-Vrijzinnige Vereniging. Het Vrijzinnig ontmoetingscentrum, of Karel Cuypershuis bevindt zich in de Lange Leemstraat.
De uittredende meerderheid (N-VA, CD&V en Open Vld) houdt slechts een meerderheid van één zetel over, waardoor een andere coalitie werd gezocht. Dit werd N-VA, sp.a en Open Vld: een meerderheid van 31 op 55 zetels.
Mohamed Chebaa heeft de PVDA in 2019 verlaten en heeft een eigen partij opgericht, Partij Vrede & Solidariteit. Khadija Chennouf, die ook de PVDA in 2019 verliet, stapte in 2021 naar Vooruit over, zodat Vooruit nu 7 zetels heeft. In 2022 gaf Chebaa zijn mandaat terug aan de PVDA zodat die weer 3 zetels heeft, voor wie, naast Mertens en Branders, Lise Vandecasteele nu zetelt.
Schepencollege
Functie en bevoegdheden
Naam
Partij
Burgemeester (Commissie KB) Bestuurszaken, evenementen, externe relaties en erfgoed
De schepenen worden genummerd in volgorde van hun verkiezing. Dit gebeurt op de eerste gemeenteraad van het nieuwe gemeentebestuur). De burgemeester wordt in de maand vooraf door een meerderheid van de toekomstige gemeenteraadsleden (onder andere met een handtekeningenlijst) aan de provinciegouverneur voorgesteld en (na een grondig nazicht op mogelijke bezwaren) door de Vlaamse regering benoemd en door de gouverneur de eed afgenomen. Voor de tweede termijn van Bart De Wever was de eedaflegging bij gouverneur Cathy Berx op 4 januari 2019 en was de eerste gemeenteraad op 7 januari 2019.
Verkiezingsresultaten sinds 1982
Onderstaande tabel geeft de uitslagen van de Antwerpse gemeenteraadsverkiezingen sinds 1982.[36] De verkiezingen vinden alle zes jaar op de tweede zondag van oktober plaats.[37] De verkiezingen van 1976 gingen slechts over de twee districten Antwerpen en Berendrecht-Zandvliet-Lillo samen. In Berchem, Borgerhout, Deurne, Ekeren, Hoboken, Merksem en Wilrijk vonden toen nog aparte verkiezingen plaats voor eigen gemeenteraden. Ze zouden pas op 1 januari 1983 met Antwerpen fuseren. De verkiezingen hiervoor vonden plaats op 10 oktober 1982. Op 1 januari 2025 zal ook Borsbeek met Antwerpen fuseren.
De rode cijfers naast de gegevens duiden aan onder welke naam de partijen telkens bij een verkiezing opkwamen. De zetels van de gevormde coalitie staan vetjes afgedrukt. De grootste partij is in kleur. Vanaf 2024 wordt ook in Borsbeek voor de gemeenteraad van Antwerpen gestemd. (*) 1982: ELA (1,77%), RAD (1,51%), VLAM (0,75%) / 1988: NP (0,95%), SAP-KP (0,71%) / 1994: CVB (1,85%), ROSSEM (0,75%), PROVU (0,6%), BORIS (0,42%), PSP (0,35%), PAKLEM (0,35%), AOV (0,32%), PROVO (0,31%), UNIE (0,3%), NWP (0,21%), VVP (0,21%) / 2000: Vivant (1,55%), SEX (0,71%), AABC (0,25%), HUP-GSM (0,18%), EDB (0,15%) / 2006: NEE (1,51%), A-PART (0,42%), Antwerpen Bewust (0,35%), LSP (0,33%), SEX (0,24%), Nieuwe Partij (0,22%), Protest (0,19%), STP (0,18%), Vrij Vlug Vooruit (0,14%), Defusie (0,12%), SMS (0,06%) / 2012: Rood! (1,0%), HART (0,2%), Mathieu&Guillaume (0,2%), Vrij Vlug Vooruit (0,1%) / 2018: D-SA (1,7%), Be.One (0,6%), Burgerlijst (0,5%), BDW (0,2%), USE (0,1%) / 2024: DierAnimal (0,4%), Vista-Volt (0,4%), Voor U (0,3%)
De getallen in vet vormen de onderhandelde bestuursmeerderheid. Van 2019 tot 2024 is dat een coalitie van N-VA, Vooruit en Open Vld, samen goed voor 31 van de 55 zetels.
Verschillende Antwerpse clubs hebben vroeger een belangrijke rol gespeeld in het Belgische voetbal. Royal Antwerp FC is de oudste voetbalclub van het land, werd vijfmaal landskampioen en speelt tegenwoordig in Eerste klasse A. Een andere succesvolle club was Beerschot VAC, dat zevenmaal kampioen werd en in 1999 ophield te bestaan. De identiteit van de club werd eerst geïntegreerd in Germinal Ekeren (dat daarna eerst als Germinal Beerschot Antwerpen en later als Beerschot AC in Eerste klasse) aantrad, en na het faillissement van die club in mei 2013 ook in eersteprovincialer KFCO Wilrijk, dat zijn naam wijzigde in KFCO Beerschot Wilrijk en in mei 2019 naar Beerschot Voetbalclub Antwerpen. Berchem Sport werd driemaal vicekampioen, maar zakte naar de lagere nationale reeksen. Ook Tubantia Borgerhout kent een lange geschiedenis in het nationale voetbal, en speelde ooit in de hoogste afdeling. Andere Antwerpse clubs in de nationale reeksen waren KRC Borgerhout, KSK Hoboken, Merksem SC, Maccabi Antwerpen en Sint-Ignatius SC Antwerpen.
In het korfbal zijn bijna alle clubs uit de hoogste afdeling van Antwerpse komaf: Scaldis, Riviera, Kwik, Borgerhout/groen-wit, Boeckenberg, Meeuwen KV en Sikopi. Voorts brachten ook Catbavrienden, AKC, ATBS en Minerva de landstitel in het verleden mee naar hun thuisstad. Zesmaal werd de Europa Cup gewonnen door een ploeg uit Antwerpen. Riviera bracht de trofee in 1977 mee naar huis, AKC deed hen dit na in '86 en Sikopi in '91. Catbavrienden slaagde er driemaal in ('92, '97 en '98) en zijn daarmee tot op heden de succesvolste Belgische club in het Europese korfbal.
Ten slotte beschikt Antwerpen ook over thaiboksers die tot de wereldtop behoren met wereldkampioenen als Werner Konings, Daniëlla Somers, Xavier Fraeyman, Jan Van Denderen, Murat Direcki en Luc Kempeneers.
Antwerpen was met het Bosuilstadion van Royal Antwerp FC speelstad bij het EK voetbal van 1972.
Het vroegere bloeiende wielerleven is wat weggekwijnd sinds het Sportpaleis (met wielerpiste) meer een evenementenhal is geworden.[bron?] Door het organiseren van het Belgisch kampioenschap op 25 juni 2006 hoopt de stad die wielertraditie nieuw leven in te blazen.[bron?]
In het veldrijden wordt sinds 2006 ook jaarlijks de Scheldecross georganiseerd op Linkeroever.
Het tennis kende dan weer een bloei dankzij de Proximus Diamond Games, een Tier-2 WTA-tornooi dat jaarlijks doorging in het Sportpaleis en het grootste indoor-vrouwentennistoernooi ter wereld was. De trofee was een diamanten tennisracket. Om het mee naar huis te nemen moest een speelster het toernooi drie keer winnen in een periode van 5 jaar.
↑Gazet van Antwerpen, "Naam Antwerpen heeft Keltische oorsprong", 13 september 2007. Gearchiveerd op 28 januari 2020.. Zie Alfred Michiels, Andouerpis - Antwerpen: nieuwe zoektocht naar de betekenis van de naam Antwerpen en de vroegste geschiedenis van de Antwerpenaar, 2007, 2e verb. en uitgebr. dr. 2012.
↑Ward van Osta, 'Een mislukt boek: "Andouerpis Antwerpen", in: Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie 81 (2009), p. 299-348. Van Osta stelt dat het hier geen Keltische groepsnaam betreft, maar een Vroegromaans plaatsbepalingswoord.