Als 26-jarige vestigde hij zich te Turnhout als provinciaal architect en werd er in 1873 bestuurder en leraar aan de stedelijke tekenschool van de architectuurklas. Onder zijn bestuur werden vakmannen gevormd die veel verbetering en verfraaiing hebben gebracht in de bouwsector. Verder was Pieter Taeymans in Turnhout actief als voorzitter van de kerkfabriek van de Heilig Hartparochie en als medestichter van de werkmansgilde, ‘de Maatschappij van Onderlingen Bijstand’.
Vader Taeymans schakelde moeiteloos over van de ene neostijl naar de andere. In zijn beginjaren was hij een aanhanger van het neoclassicisme, vooral voor burgerlijke gebouwen. Later bouwde hij vooral in neorenaissance (hergeboortestijl) en eclectisme (een mengeling van diverse oude stijlen en nieuwe materialen). Voor zijn religieuze bouwwerken hanteerde Pieter voornamelijk de neoromaanse en de neogotische stijl. P.J. Taeymans was geen cliché-architect. Hij herhaalde zich niet in zijn werk. Van elke woning zijn de omlijstingen van ramen en deuren, de kroonlijsten en de versierde sluitstenen boven ramen en deuren verschillend.
Hij had bijzonder veel oog voor detail en variatie. Alhoewel zijn werkkring beperkt bleef tot het arrondissement Turnhout, zo’n 52 gemeenten, werden zijn verdiensten door de Staat erkend. In 1895 werd Pieter tot Ridder der Leopoldsorde verheven en in 1899 werd hij vereerd met de burgerlijke medaille van eerste rang. Van de provincie Antwerpen kreeg hij de titel van ere-bouwmeester.