Timmy Simons
Timmy Simons (Diest, 11 december 1976) is een Belgisch voetbaltrainer en voormalig voetballer. Hij is hoofdtrainer bij KVC Westerlo. Hij behoorde op tactisch vlak tot een van de beste Belgische spelers van zijn generatie.[a] Simons was speler van 1995 tot 2018. Hij speelde doorgaans als verdedigende middenvelder, en vaak ook als centrale verdediger en libero. In 1998 al tekende Simons zijn eerste profcontract bij Lommel SK en begon daar als centrale verdediger, om in 2000 bij dezelfde club door trainer Harm van Veldhoven in verdedigende middenvelder te worden getransformeerd. In 2000 dwong hij een transfer af naar Club Brugge, waar hij meestal als verdedigende middenvelder speelde. Hij behaalde zijn grootste successen als speler van Club Brugge (2000–2005 en 2013–2018) en PSV (2005–2010). Simons was actief in de Duitse Bundesliga voor 1. FC Nürnberg (2010–2013), waar hij opviel door op hoge leeftijd (34 jaar – 37 jaar) drie seizoenen geen wedstrijd van de Bundesliga te missen. Daarna keerde hij terug naar Club Brugge, waar hij in mei 2018 uiteindelijk zijn loopbaan als speler beëindigde. In België werd Simons vier keer kampioen met Club Brugge, in Nederland drie keer kampioen met PSV. Simons won driemaal de Belgische beker met Club Brugge, maar slaagde er met PSV nooit in de KNVB Beker te winnen. Simons won individueel de Belgische Gouden Schoen in 2002. In 2001 debuteerde hij in het Belgisch voetbalelftal, waarvoor hij daarna 94 interlands speelde. Met de Rode Duivels nam hij deel aan het wereldkampioenschap 2002 in Japan en Zuid-Korea. Hij speelde op het eindtoernooi zowel als middenvelder als als verdediger en bereikte met België de achtste finales. Simons bleef op hoog professioneel niveau actief als speler tot zijn 41ste, resulterend in meer dan 1.000 wedstrijden [b]. Simons was de eerste Belgische voetbalspeler ooit die de mijlpaal van 1.000 wedstrijden bereikte (922 wedstrijden op clubniveau, waarvan 834 als prof, en 94 interlands). Na een professionele spelersloopbaan van twintig jaar, stapte Simons meteen het trainersvak in als assistent-trainer bij Club Brugge onder Ivan Leko. In 2022 begon Simons zijn carrière als hoofdcoach bij SV Zulte Waregem en van februari 2023 tot mei 2024 was hij hoofdcoach bij FCV Dender EH, waarna hij de overstap maakte naar KVC Westerlo. SpelerscarrièreJeugdIn 1982 begon Simons te voetballen bij jeugd van KK Bekkevoort. Simons' carrière begon bij derdeklasser KTH Diest, de ploeg waar hij zijn opleiding kreeg. Hij debuteerde er in 1995 en werkte tegelijk nog als schrijnwerker en ober. Voor Diest speelde hij in vier seizoenen 88 wedstrijden. Lommel SK (1998–2000)In 1998 belandde Simons op 21-jarige leeftijd bij eersteklasser Lommel SK, waar hij zich al snel in de eerste ploeg speelde. Simons kwam samen met Wim Van Diest over van de toenmalige derdeklasser KTH Diest. Van Diest speelde als libero en Simons als voorstopper. Na minder dan een half jaar werd zijn naam al een eerste keer aan PSV gekoppeld. Tot een transfer kwam het toen echter nog niet. Een rustig seizoen beleefde hij niet, Lommel heeft kwaliteit te kort.
— Simons in het Belgisch weekblad Sport/Voetbalmagazine in november 2017 Trainer Lei Clijsters gaat er halfweg uit, Jos Daerden moet na de winterstop de meubelen redden. Dat lukt, op de laatste speeldag. Even is Simons bang dat de nieuwe trainer na Nieuwjaar voor namen zal kiezen, maar hij overleeft. Zijn tweede seizoen bij de Limburgse club brengt bevestiging. Simons valt niet meer weg te denken uit de basis, ook al staat er opnieuw een andere sportieve baas: Harm van Veldhoven. Deze vervangt Jos Daerden in januari 2000. Van Veldhoven haalt Simons, die zowel de voorbereiding als eerste helft nog op zijn dan vertrouwde positie als centrale verdediger had gespeeld, weg uit zijn verdediging en maakt van hem een verdedigende middenvelder.[1] Aimé Anthuenis, destijds trainer van de Belgische topclub RSC Anderlecht, was lyrisch over de jonge Simons. Na twee jaar degradatievoetbal met Lommel, degradatie die ook niet langer kon worden afgewend, kwamen tal van eersteklasseclubs aan de deur kloppen. Sporting Lokeren, Genk, Mechelen en enkele hoog aangeschreven Duitse clubs kwamen aan de deur kloppen. Uiteindelijk koos hij in de zomer van 2000 voor Club Brugge, waar de Noorse trainer Trond Sollied toen pas het roer had overgenomen van de Belg René Verheyen.[2] Simons kwam 61 keer in actie voor de Limburgers.
— Aimé Anthuenis over Simons wanneer die nog altijd op hoog niveau actief is, in januari 2017 [3] Club Brugge (2000–2005)Triomfen en deceptiesSimons dwong in het seizoen 2000–2001 onder de Noorse trainer Trond Sollied meteen een plek in het eerste elftal af. Simons maakte zijn officiële debuut op 10 augustus 2000, tegen het Estische Flora Tallinn in de heenwedstrijd van de eerste ronde in de UEFA Cup. Club Brugge won met 4–1. Op 13 augustus 2000 maakte Simons zijn competitiedebuut thuis tegen Gent. Simons gaf twee assists op weg naar een 6–2 overwinning voor Club Brugge. Mede dankzij hem kon Club Brugge verder bekeren in de UEFA Cup, waardoor blauw-zwart het mocht opnemen tegen de Spaanse topclub FC Barcelona. Diep in de blessuretijd van de terugwedstrijd tegen het Zwitserse Sankt Gallen kopte hij de bal door naar Andrés Mendoza, op vrije trap van Gaëtan Englebert. Mendoza trapte de bal voorbij doelman Jörg Stiel. 1–1 volstond voor kwalificatie. Anders stootten de Zwitsers door met hun uitdoelpunt (2–1) in Brugge. De Europese campagne was fraai, maar dat gold niet voor de Beker (uitschakeling tegen La Louvière in de 1/16e finales) en de Belgische competitie. Simons won eind mei 2001 de 12de Mantrofee, die werd uitgereikt door de Vlaamse krant Het Nieuwsblad en Vlaams voormalig weekblad Sport / Voetbalmagazine. Aanvankelijk leverde het spel geen titel of Belgische beker op. Het eerste seizoen won hij geen zilverwerk. Simons en zijn ploegmaats kwamen in de terugronde van het seizoen 2000–2001 acht keer na elkaar (negen keer in totaal) niet verder dan soms billijk gelijkspel. Het begon nochtans allemaal veelbelovend. Club Brugge voerde lange tijd de klassering aan. In de terugronde kende men echter een enorme terugval. Hét dieptepunt in Simons' eerste seizoen was een thuiswedstrijd tegen Eendracht Aalst. Club Brugge, met Simons 90 minuten tussen de lijnen, kwam niet verder dan 1–1 na op achterstand te zijn gekomen en miste vele kansen (met name de Peruviaanse spits Andrés Mendoza, die wel nog de gelijkmaker lukte). Het Brugse publiek keerde zich toen bij de rust tegen Trond Sollied en de spelers. Sollied miste die terugronde met de geblesseerde Gert Verheyen evenwel een dragende speler. Sollied bleef aan als trainer. Anderlecht werd kampioen en Club Brugge vice-kampioen. Een seizoen later dong Club Brugge tot aan de voorlaatste speeldag mee om de titel, maar STVV zette Club Brugge dan een pad in de korf door met 5–3 van ze te winnen op Staaien. KRC Genk had genoeg aan een 0–0 gelijkspel in en tegen KVC Westerlo en behaalde de titel met twee schamele punten verschil. Aan het eind van dat seizoen won Club nog wel de beker, tegen Moeskroen. Simons begon de bekerfinale tegen Moeskroen op zijn vaste positie als verdedigende middenvelder, maar moest na minder dan een halfuur spelen centraal in de verdediging plaatsnemen omdat Philippe Clement uitviel met een blessure aan de hamstring. Clement was net als Simons geselecteerd voor het wereldkampioenschap in Japan en Zuid-Korea die zomer, maar dat ging voor Clement niet door. Europees ging Brugge er twee seizoenen na elkaar uit in de 1/8ste finales van de UEFA Cup, tegen respectievelijk FC Barcelona en Olympique Lyon. Tegen Lyon gaven Simons en co in 2001 een haast niet uit handen te geven uitgangspositie weg. Thuis won Brugge met 4–1, maar in het Stade de Gerland liep het in toegevoegde tijd helemaal fout. 3–0, met de signatuur van boeman Sonny Anderson die ook de twee andere doelpunten had gescoord. Lyon stootte door op grond van hun uitdoelpunt. Op 22 oktober 2003 won Club Brugge, tot verbazing van voetbalsupporters over de hele wereld, op verplaatsing bij AC Milan in San Siro. Dat Brugse mirakel voltrok zich op de derde speeldag van de groepsfase in de UEFA Champions League met Simons die als ouderwetse libero speelde tegenover Kaká en de spitsen Andrij Sjevtsjenko en Filippo Inzaghi. Hij deed dat op dusdanige wijze dat de Milanese voorhoede niet tot scoren kwam alhoewel ze vele kansen daartoe kreeg. Sollied wijzigde zijn tactiek niet om zich aan te passen aan Milan doch wel omdat hij zelf een belangrijke speler moest missen. Middenvelder Gaëtan Englebert was niet fit. Het duo Birger Maertens–David Rozehnal fungeerde als mandekkers met Simons daar nog eens achter. Sollied bouwde zekerheid in. Philippe Clement schoof door naar het middenveld. In de eerste helft kwam Club Brugge met een counterdoelpunt op voorsprong. Simons en co flirtten met het opheffen van de buitenspelval. Eerder in die eerste helft werd een scorende Inzaghi tijdig afgevlagd voor buitenspel. Een Milanees feestje ging dus niet door. Brugge had het in de tweede helft vervolgens moeilijk, maar weerstond de druk en hield stand. In de eerste helft moest Brugge niet onderdoen voor Milan. Een uitmuntende doelman Dany Verlinden, een wereldgoal [4] van Andrés Mendoza en sterke verdedigende werken van Simons later, behaalde Club Brugge een van zijn meest historische zeges ooit. De uitzege is vooral belangrijk omdat Milan titelverdediger was.[5]
— Simons op 22 oktober 2003, in het flashinterview met journalist Stefaan Lammens na AC Milan–Club Brugge Club overwinterde ook. Net dat was Simons en zijn ploegmaats in het kampioenenjaar 2002–2003 niet gelukt ondanks het behalen van de derde plaats in de groepsfase van de UEFA Champions League (in poule met FC Barcelona, Galatasaray SK en Lokomotiv Moskou). Dat jaar vloog Club Brugge prematuur uit Europa, vanwege twee nederlagen in de 1/16e finales van de UEFA Cup tegen het Duitse VfB Stuttgart. Toentertijd werd die speelronde namelijk nog vóór de winterstop afgewerkt (namelijk in december), waar dat in recente tijden de eerste speelronde ná Nieuwjaar is. De achtereenvolgende Europese uitschakeling tegen met name Olympique Lyon najaar 2001 en Stuttgart najaar 2002 werden als ontgoochelingen beschouwd. In 2003 lukte het Simons en co om Europees te overwinteren, met zeges tegen AC Milan uit en Ajax thuis.[6] Simons was bij alle Europese wedstrijden (augustus 2000–maart 2004) van de partij en miste ook geen seconde. In het seizoen 2004–2005 was hij in het najaar enkele weken out met een spierscheur en miste hij de UEFA Cup-terugwedstrijd tegen LB Châteauroux (eerste ronde). Simons liep die spierscheur overigens op in de heenwedstrijd tegen deze Franse club, die Brugge met 4–0 won. Uiteindelijk werd blauw-zwart in 2003–2004 uitgeschakeld door het Franse Bordeaux, in de 1/8ste finale van de UEFA Cup. In de competitie draaide het vierkant, met een zevende plaats in het klassement rond de maand december als absoluut laagterecord. Na de winterstop 2004 herstelde Club Brugge de orde en werd nog tweede achter Anderlecht. Club eindigde in zijn Champions League-groep met Milan, Celta de Vigo en Ajax op de derde plaats. Ajax lag er terstond uit. In de UEFA Cup schakelde Club Brugge in februari 2004 het Hongaarse DVSC uit. Al die tijd behield het bestuur vertrouwen in Sollied.[7] Met Club Brugge werd Simons twee keer landskampioen (2003 en 2005) en won hij twee keer de Belgische beker (2002 en 2004). In vijf seizoenen Club Brugge kwam hij 161 keer in actie in de competitie. In januari 2003, tijdens zijn derde seizoen in Brugge, werd Simons beloond met de Gouden Schoen 2002. Hij eindigde in het referendum voor de vorige laureaat Wesley Sonck en Sint-Truiden-routinier Danny Boffin, twee creatieve spelers. De Hagelander was de eerste Bruggeling die de Gouden Schoen won sinds icoon Franky Van der Elst in 1996.[8] Simons werd dat seizoen tevens Profvoetballer van het Jaar 2003.[9] Timmy Simons speelde alles samen 236 wedstrijden voor blauw-zwart (inclusief Bekervoetbal en Europees) uit de 246 wedstrijden die Club Brugge onder trainer Trond Sollied speelde. Sollied is de enige trainer met wie Simons gewerkt heeft. In zijn laatste seizoen behaalde hij op de voorlaatste speeldag de landstitel in eigen huis tegen aartsrivaal RSC Anderlecht waarbij hij in een zeer enerverend, stresserend en geladen duel, als libero van een viermansdefensie met drie centrale verdedigers speelde. Sollied nam grotere risico's, maar had genoeg aan een 2–2 gelijkspel. Simons stak als aanvoerder de kampioensbeker in de lucht. Simons' laatste wedstrijd voor Club Brugge was de verloren bekerfinale tegen Germinal Beerschot op de Brusselse Heizel. Club Brugge verloor met 2–1 terwijl Simons en zijn ploegmaats een seizoen eerder nog wel de Beker van België wisten te winnen tegen KSK Beveren. Het werd 2–4 voor Brugge na een veelbewogen wedstrijd (twee eigen doelpunten van Brugge). In de Play Sports-podcast MIDMID verklaarde Simons dat veel spelers van de selectie van Club Brugge al heel lang bij elkaar speelden en toe waren aan nieuwe uitdagingen. Enkele sleutelspelers, onder wie Simons, verlieten Brugge effectief na het seizoen 2004–2005. De driehoek Simons–Čeh–EnglebertSimons heeft doorgaans als nummer zes op het middenveld gespeeld, achter twee offensief denkende middenvelders: een offensieve driehoek met punt naar achteren. De beruchte driehoek van Sollied, met mezzale (de 'acht' en de 'tien' als halve wingers), bleek in zijn eerste seizoen 2000–2001 in de praktijk vaak eerder een vlakke 4–5–1 te zijn, met Simons die als nummer zes iets offensiever ingesteld was dan in daaropvolgende seizoenen. Zo gaf Simons in zijn eerste seizoen bij Club Brugge zes assists en scoorde hij vier doelpunten uit een reguliere actie en / of een spelhervatting — vaak uit 'de tweede lijn' (middenveld). Een voorbeeld is Harelbeke uit, toen hij scoorde met een omhaal na een vrije trap. Zijn offensieve bijdrage lag de seizoenen erna net iets lager. Op het Brugse middenveld speelde Simons routinematig in steun achter Gaëtan Englebert en Nastja Čeh. Ook speelde Simons in de rug van Sandy Martens, Tim Smolders, Alin Stoica, Jonathan Blondel of Serhij Serebrennikov en in zijn eerste seizoen ook nog toenmalig vice-aanvoerder Sven Vermant. die in de zomer van 2001 naar het Duitse Schalke 04 vertrok. Čeh werd binnengehaald als Vermants vervanger. Globaal betrof het meestal Čeh en (vooral) Englebert omdat ze over het algemeen eerste keus waren en het langst met Simons bij de club zijn geweest. Na Simons' vertrek bleef slechts Englebert over: Simons trok in 2005 naar PSV in Nederland, Čeh naar Austria Wien in Oostenrijk. Historisch relevant voor Simons' eerste Brugse periode is de driehoek "Simons-Čeh-Englebert" door Sollied het vaakst gebruikt. Dit middenveld is een van de beroemdste in de (recente) geschiedenis van Club Brugge en was een energiek en veelzijdig middenveld met spelverdeler Simons, de Sloveense vrijschopspecialist Čeh en de Luikse loper Englebert. Bijzondere chemie die door Nastja Čeh in 2020 nog eens werd opgerakeld in het voormalig weekblad Sport/Voetbalmagazine.
— Nastja Čeh over de connectie met Simons en Englebert in 2020 [10] Het duurde weliswaar lang vooraleer de befaamde driehoek op het middenveld het levenslicht zag, althans in de bezetting "Simons–Čeh–Englebert". Wanneer Čeh in de spiegel keek, zag die nog niet meteen Sven Vermant. Vermant was de speler die hij moest doen vergeten. Čeh loste Sollieds verwachtingen niet meteen in. De Noor twijfelde aanvankelijk aan Čehs kwaliteiten. Englebert was er altijd al. Hij maakte zich onvervangbaar met zijn fysieke capaciteiten en had vista (Englebert had een grote 'motor' zoals Simons), maar Čeh was in eerste instantie niet in Sollieds vaste elf te bekennen. Čeh had een lange aanpassingsperiode nodig. Birger Maertens, Hervé Nzelo-Lembi (van nature verdedigers), Sandy Martens en de nooit helemaal geslaagde spelers Birger Van de Ven en Ebrima 'Ebou' Sillah werden in 2001–2002 over Čeh geprefereerd. Čeh kwam pas najaar 2002 helemaal boven water drijven. Dat seizoen werd Club Brugge kampioen. Naar het middenveld met Simons, Čeh en Englebert werd door datzelfde Sport/Voetbalmagazine ooit verwezen als de 'heilige driehoek' of 'heilige drievuldigheid'.[11] De leidersfiguurSimons werd, zowel qua speelstijl als qua carrièreverloop én als tactische duizendpoot, vergeleken met Club Brugge-icoon Franky Van der Elst wiens natuurlijke opvolger de Hagelander is geworden bij Club Brugge. Van der Elst stopte in mei 1999 met voetballen, een jaar voor Simons' komst. Beide kwamen op hun 23ste van een ploeg die degradeerde naar Club Brugge. Simons verliet Lommel, in het geval van Van der Elst tuimelde RWDM uit de hoogste voetbalklasse. Simons en Van der Elst hadden hetzelfde profiel, zowel fysiek als qua polyvalentie.
— Trond Sollied, toenmalig trainer van Club Brugge over Simons in januari 2017 [3] Simons was titularis (basisspeler) en maakte zichzelf onvervangbaar. Hij werd omzeggens nooit vervangen. Club Brugge-trainer Trond Sollied dacht over Simons als de belangrijkste schakel in zijn tactisch systeem.[3][12] In zijn eerste drie seizoenen miste Simons bijvoorbeeld geen seconde van de toenmalige Jupiler Liga. Wanneer men deze seizoenen samentelt komt Simons in totaal aan 9.150 minuten. Kanttekening bij het seizoen 2002–2003 is dat zijn vorige ploeg Lommel failliet is gegaan. Eén wedstrijd tegen Lommel (uitwedstrijd die gepland stond in mei 2003) werd niet meer gespeeld. De andere, een thuiswedstrijd gespeeld in december 2002 met een scorende Simons, telt officieel niet mee in de boeken. Dat seizoen telt dan ook in totaal 32 wedstrijden voor alle andere deelnemende clubs. Simons was dus bij 101 wedstrijden (102 geplande - 1 geannulleerde) negentig minuten betrokken. In de eerste speelrondes van de Belgische beker werd Simons wel rust gegund. Zijn hoogste aantal wedstrijden in één seizoen werkte hij af in het seizoen 2003–2004, toen hij in 53 wedstrijden aan de aftrap stond en tevens de volle negentig minuten volmaakte.
— Peter Van der Heyden, toenmalig ploegmaat over Simons [13]
— Gert Verheyen, toenmalig ploegmaat over Simons [13] Simons was onder Sollied de speler die in tactisch opzicht de lijnen uittekende op het veld. Dat gold zowel voor zijn taken in de defensie als voor zijn taken op het middenveld. Indien hij in de verdediging opgesteld stond, leidde hij die. Indien hij op het middenveld opgesteld werd, verdeelde hij het spel. Simons was niet meteen de vaste aanvoerder. Logisch gezien zijn leeftijd en jaren die Simons bij zijn aankomst in het Jan Breydelstadion op de teller had. De rol van aanvoerder was onder Sollied aanvankelijk wel nog weggelegd voor Gert Verheyen, Sven Vermant, Philippe Clement of Dany Verlinden. Op het veld bleek hij weliswaar al snel een leidersfiguur die zijn ploegmaats goed aanstuurde wanneer nodig. Simons stond bekend om de verregaande discipline die hij aan de dag legde. Welbekend is een verhaal over de eenvoud van Simons dat hij in zijn beginperiode bij Club Brugge altijd naar de training reed met de bestelwagen van zijn vader Paul, die schrijnwerker was. Hij heeft de bedrijfswagen die de club hem aanbood initieel afgezworen, zo bevestigde hij in zijn biografie Timmy Simons 1000 die in 2017 verscheen in Vlaanderen. Simons meed verder het liefst de pers en was destijds niet de meest toegankelijke speler om te interviewen. Journalisten die hem wilden interviewen dienden een afspraak met hem te regelen via zijn vader. Aldus toenmalig ploegmaat Philippe Clement, in 2015: "In zijn jonge tijd ging hij soms op restaurant een frietje eten met zijn vrouw [Kathy]. Op de terugweg vroeg hij haar om hem op zes kilometer van hun huis af te zetten. Dan kon hij [de rest van de afstand] naar huis joggen [en calorieën al meteen verbranden]."[14] Simons' métier was, behalve zijn tactisch doorzicht of overzicht van het spel, ook een motief voor Sollied om hem soms als laatste man in te zetten. In juli 2004 erfde Timmy Simons uiteindelijk de kapiteinsband van ouderdomsdeken en clubicoon Verlinden, die er een punt achter zette op 40-jarige leeftijd. Simons' evenbeeld Franky Van der Elst was in diens tijd ook aanvoerder van het team. Simons was het voorgaande seizoen reeds vice-aanvoerder. Derhalve had Simons de aanvoerdersband al een paar keer gedragen wanneer doelman Tomislav Butina in Verlindens plaats speelde. Zoals bij de kwalificatie voor de groepsfase van de UEFA Champions League in augustus 2003, na strafschoppen tegen Borussia Dortmund in het Signal Iduna Park. Het weekblad Knack omschreef Timmy Simons ooit als "opvallend onopvallend [op het veld]".[15] De strafschopspecialistSimons was vanaf 2001–2002 geregeld strafschopnemer bij Club Brugge. Zijn penalty's gingen er haast altijd in. Simons miste toch twee penalty's. De eerste tegen het Cypriotische Olympiakos Nicosia op 27 september 2001 in de UEFA Cup en na handspel van een Cypriotische verdediger.[16] De tweede tegen rivaal Anderlecht op 7 maart 2004 en na een fout van Olivier Deschacht op Gert Verheyen. Tristan Peersman kon de bal tegen de staak verwerken (wedstrijd van de "matennaaier"-rel tussen Verheyen en Deschacht). De eerste wedstrijd leidde Club Brugge al comfortabel. Club Brugge won uiteindelijk met 7–1. Simons maakte tegen Olympiakos Nicosia een 'veldgoal' (de 5–0), een slecht verwerkte bal die pardoes voor zijn voeten belandde. Tegen Anderlecht, toen hij libero speelde en Aruna Dindane moest opvangen wanneer die de defensie voorbij was, stond het 1–0 en moest nog één helft gespeeld worden.[17][18]
— Over de strafschop die hij miste tegen Anderlecht, op 7 maart 2004 [19] Simons nam de taak van strafschopnemer over van de naar de Duitse Bundesliga vertrokken middenvelder Sven Vermant en verdediger Hervé Nzelo-Lembi. Verdediger Birger Maertens en aanvaller Andrés Mendoza namen enkele strafschoppen, maar Simons werd als opvolger aangeduid. Simons besliste voor eigen volk de wedstrijd tegen Anderlecht in het seizoen 2001–2002 met een late strafschop (1–0).[20] Simons kreeg definitief de rol van strafschopnemer toegewezen in het seizoen 2002–2003. Simons trof dat seizoen zes keer raak vanop de stip, onder meer thuis tegen regerend landskampioen KRC Genk. Eén keer maakte Simons dat seizoen een 'veldgoal'. Dat gebeurde nog wel tegen zijn vorige club Lommel eind december 2002 (een boogbal vanop redelijke afstand, assist Gert Verheyen). Club Brugge won de eindejaarswedstrijd, in gietende regen, met 3–0. Simons die met een veldgoal scoorde bleef de rest van zijn carrière een zeldzaam gegeven. Op 24 september 2000 scoorde Simons met een halve omhaal ('bicycle kick') tegen KRC Harelbeke, in het Forestiersstadion. Club Brugge won die wedstrijd met 0–6. Zijn doelpunt was het openingsdoelpunt, op vrije trap van Lembi.[21] Midden augustus 2001, op de openingsspeeldag voor de eigen aanhang tegen KVC Westerlo (4–2 winst), scoorde Simons op hoekschop van Nastja Čeh vanaf links. In één tel nam hij de bal op z'n linker slof en verschalkte Bart Deelkens. In april 2005 scoorde hij tegen Germinal Beerschot (6–0 winst) met een solo. Na drukzetten en een balrecuperatie hoog op het middenveld wurmde Simons zich door de GBA-defensie en legde het leer buiten bereik van Luciano. Trainer Ruud Gullit kwam hem tegen Germinal Beerschot overigens scouten namens Feyenoord, maar dat zou achter het net vissen (zie onder). Club Brugge-supporters verklaarden Simons nog eens uitgebreid de liefde met gezangen Simons is van ons, olé olé.[22] PSV (2005–2010)Simons werd op 29 juni 2005, na vijf jaar Club Brugge voor ruim €5.000.000,- overgenomen door PSV. Hij moest er de opvolger worden van Mark van Bommel die naar FC Barcelona vertrok. Voordat Simons naar PSV ging, onderhandelde hij tevens met Feyenoord, op aanraden van Bart Goor. Feyenoord kon echter moeilijk voldoen aan de vraagprijs en schoof de transfer op de lange baan na het ontslag van hoofdtrainer Ruud Gullit.[23] Hierdoor stopte Club Brugge de onderhandelingen.[24] Bij PSV veroverde Simons direct een basisplaats. Met PSV werd hij in het seizoen 2005/2006 kampioen van Nederland. Simons werd al snel de penaltynemer van PSV. In de eredivisiewedstrijd tegen NAC Breda (op 3 december 2005) miste hij zijn eerste penalty in loondienst van PSV. Als reactie gaf Timmy Simons: "'t Was maar goed dat het een onterechte penalty was, heb ik er nog enigszins vrede mee". Ook in zijn tweede jaar bij PSV verliep het prima met Simons. Van de totaal 49 wedstrijden die PSV speelde, in competitie, Champions League, Super Cup en Beker, speelde Simons 48 wedstrijden mee. Al deze wedstrijden speelde hij 90 minuten. De wedstrijd die hij miste werd hem rust gegund. Simons was dus een belangrijke waarde in het kampioenschap dat behaald wordt in het seizoen 2006/07. Na het vertrek van Phillip Cocu werd hij in het seizoen seizoen 2007/08 benoemd tot aanvoerder van PSV. Na Club Brugge en het Belgisch nationale elftal werd Simons dus ook bij PSV én aanvoerder én vaste penaltynemer. Voor de wedstrijd van PSV tegen Willem II, op 6 oktober 2007 toonden de PSV-fans hun genegenheid met Simons. De gehele West-tribune was gehuld in de Belgische vlag en een spandoek werd ontrold met de tekst: "Kapitein Simons: Onze Leeuw van Vlaanderen". Ook in het seizoen 2007/08 wordt Simons met PSV kampioen van Nederland. Zijn vierde titel op rij. Hij scoorde dat seizoen vier keer, drie keer verzilverde hij een strafschop en eenmaal scoorde middels een afstandsschot. Samen met doelman Gomes maakte Simons de meeste competitieminuten. Zij misten beiden slechts één competitiewedstrijd en speelden de andere 33 van het begin tot het einde mee. De verdedigende middenvelder kreeg het seizoen één enkele gele kaart en geen rode kaart, in de UEFA-Cup-wedstrijd PSV-Tottenham Hotspur. Zijn totaal kwam daarmee op 6 gele kaarten in 140 officiële wedstrijden voor PSV in zijn eerste drie seizoenen. In zijn laatste seizoen bij PSV verloor Simons zijn basisplaats aan de jonge Ibrahim Afellay. Ook de komst van Orlando Engelaar verminderde zijn speelminuten.[25][26] Aangezien PSV in financieel zwaar weer zat en hij een van de grootverdieners van de selectie was, besloot PSV Simons een transfervrije overgang naar 1. FC Nürnberg, een club die uitkomt in de Bundesliga te geven.[27] Hij tekende in eerste instantie voor twee seizoen, met de afspraak dat Simons na die twee jaar, en het beëindigen van zijn carrière, zou terugkeren naar PSV in een technische functie.[28] 1. FC Nürnberg (2010–2013)Ook bij zijn nieuwe Duitse ploeg 1. FC Nürnberg leek Simons van groot belang, zowel met zijn leiderskwaliteiten en zijn groot loopvermogen. In twee seizoenen was Simons de speler die het meest speelde in de Bundesliga. Hij speelde er 102 officiële competitiewedstrijden na elkaar, zonder onderbreking door blessures of schorsingen. Dat is in de Bundesliga nog altijd een record. In het seizoen 2010/11 miste hij zelfs geen minuut. Ook bij Nürnberg werd hij aanvoerder. Door zijn uitstekende resultaten kwam hij in 2012 in de belangstelling van zijn oude ploeg Club Brugge maar ook van Anderlecht. Hij drukte die speculaties de kop in door zijn contract dat in de zomer van 2013 afliep te verlengen tot 2014.[29][30] Simons behaalde met zijn ploeg respectievelijk de 6e en 2 keer de 10de plaats in de Bundesliga. Club Brugge (2013–2018)Op 12 juni 2013 tekende Timmy Simons, na drie jaar gespeeld te hebben bij Nürnberg, een contract voor twee jaar met de optie om nadien in een technische functie bij Club te blijven. Simons is dan 37 jaar oud. Met hem erbij werden ook 2 landstitels binnen gehaald: 2015–2016 en 2017–2018.[31][32] Tijdens de eerste competitiewedstrijd van het seizoen 2013–2014 maakte Simons na acht jaar zijn comeback voor blauw-zwart. Simons kreeg al na 21 minuten een rode kaart na een overtreding op Charleroispeler Ederson. Op 15 mei 2016 stak hij als kapitein, net als precies dag op dag 11 jaar daarvoor, de veertiende landstitel voor Club Brugge in de lucht na een 4-0 overwinning tegen RSC Anderlecht.[33] Zijn eerste coach bij zijn terugkeer was de Spanjaard Juan Carlos Garrido, maar die werd in september 2013 op de keien gezet en opgevolgd door Michel Preud'homme. Preud'homme bracht de glorietijden van weleer weer naar Jan Breydel en Club Brugge won in twee seizoenen eerst de beker en dan de titel. Simons was als vanouds aanvoerder van het elftal, zoals in zijn laatste seizoen onder Trond Sollied.[33] In 2015 bereikte Club Brugge de kwartfinales van de UEFA Europa League. Het misrekende zich op het kantje af tegen Dnipro (0–0 en 0–1). Een schot van Jevhen Sjachov week af op de voet van Brandon Mechele en viel in het doel van Mathew Ryan. Later dat jaar won Club Brugge de Beker van België in de finale tegen aartsrivaal RSC Anderlecht. In de 92ste minuut, en zo'n vijf minuten na de late 1–1 van spits Aleksandar Mitrović, werd een vrije trap van Timmy Simons niet goed verwerkt door de Anderlecht-defensie. Lior Refaelov nam de vallende bal in één tijd op de slof en liet doelman Silvio Proto verstomd staan. Simons speelde doorgaans als verdedigende middenvelder in een controlerende 4–3–3. In het kampioenenjaar 2015–2016 kreeg Simons hierbij Ruud Vormer of de Braziliaan Claudemir naast zich in de driehoek op het middenveld, met Víctor Vázquez of Lior Refaelov en uiteindelijk Hans Vanaken die als nummer tien speelden.[33] Geregeld speelde hij onder Michel Preud'homme als centrale verdediger en dat gebeurde ook gezien zijn leeftijd veel vaker dan in de Sollied-periode.
— David Rozehnal, gewezen ploegmaat van Simons bij Club Brugge [34]
— Philippe Clement, gewezen ploegmaat van Simons bij Club Brugge [13] Simons speelde op 29 januari 2017 tegen KAA Gent zijn 1.000ste wedstrijd als voetballer. Club verloor die wedstrijd wel met 2-0. Simons was de eerste Belgische speler die de mijlpaal van 1.000 wedstrijden wist te bereiken.[13] Op 25 februari 2018 verbrak Simons het dan 93-jarige record van de oudste veldspeler ooit in de Belgische eerste klasse. Bij zijn invalbeurt tegen Standard Luik was hij 41 jaar, 2 maanden en 14 dagen oud. Hij verbrak het record van Charles Cambier (41 jaar en 7 dagen). Simons besefte dat pas achteraf
— Simons, nuchter reagerend op het vestigen van het record [35] Opmerkelijk is dat Simons ondanks zijn hoge leeftijd in méér competitiewedstrijden aantrad dan in zijn eerste periode terwijl de wedstrijden zich in dat tweede tijdperk bij Club Brugge veel sneller opvolgden. Zo speelde Simons in het seizoen 2014–2015 nog 62 wedstrijden op de leeftijd van 38 jaar. Alhoewel men zijn laatste seizoen met een korrel zout moet nemen. In die zin dat Simons vrij veel inviel om met de ploeg tijd te rekken, en dus laat in de wedstrijd speelminuten kreeg van Ivan Leko ten bate van het over de streep trekken van een mogelijke overwinning. Simons mocht dat seizoen nog acht keer opdraven in de competitie en speelde ook de laatste Europese wedstrijd in zijn carrière, thuis tegen het Griekse AEK Athene in de play-offronde van de UEFA Europa League (90', resultaat 0–0). De terugwedstrijd verloor Club uit met 3–0 en was Europees uitgeschakeld. Op 13 mei 2018, na het behalen van zijn zevende titel als speler, verkondigde Simons dat hij een einde maakte aan zijn spelerscarrière. Er werd meegedeeld dat hij in de toekomst een functie kon opnemen in het kader van de club.[36] Simons, die in zijn laatste maanden meer een mentorsrol tot zich had genomen in de Brugse kleedkamer, zou uiteindelijk een van de assistenten van trainer Ivan Leko worden en startte zijn UEFA Pro License-trainersopleiding. Clubstatistieken
InterlandcarrièreOp 28 februari 2001 wordt Simons een eerste keer Rode Duivel. België wint met 10-1 van San Marino, Simons komt wel niet van de bank. Dat doet hij evenmin voor de 2-2 in Schotland, een maand later. Maar als de Belgen eind april vriendschappelijk gaan spelen in Praag, bij Tsjechië, mag hij in de basis debuteren. Simons debuteerde net als Peter Van der Heyden. Het wordt 1-1 en Simons is op het middenveld de vervanger van Yves Vanderhaeghe. Bij de nationale ploeg was hij al gauw een vaste waarde en onder bondscoach René Vandereycken en werd hij aanvoerder. Hij maakte deel uit van de selectie voor het WK 2002 in Japan en Zuid-Korea, waar hij alle vijf de wedstrijden speelde. Onder bondscoach Aimé Anthuenis speelt Simons meestal als verdediger, terwijl hij bij Club Brugge vaker op het middenveld acteert. Onder bondscoach Dick Advocaat werd hij opzijgeschoven. Als die aan het roer van de Duivels komt, laat hij Simons vallen. Van september 2009 tot september 2010 is hij niet één keer international. Advocaat belt hem wel om het te zeggen, maar dat telefoontje is zo kort en krachtig dat Simons te verbouwereerd is om uitleg te vragen. Vanaf 2001 t.e.m. 2011 verzamelde Simons 88 caps. Die leveren hem dan ook een plaats in de top 5 van de meeste interlands. In september 2010, hij is dan speler van Nürnberg, wordt hij onder kersvers bondscoach Georges Leekens terug opgeroepen. Ook onder het bewind van diens opvolger Marc Wilmots vinden we Simons terug in de selectie, al is dit wegens extra-sportieve redenen. Hij veroverde op 16 oktober 2012, als eerste Rode Duivel ooit, een 100e selectie. Na zijn niet-selectie voor het wereldkampioenschap voetbal 2014, leek de interlandcarrière van Simons voorbij. Voorafgaand aan de eerste interland na dit WK (een vriendschappelijke wedstrijd tegen Australië) werd hij samen met Daniel Van Buyten in de bloemetjes gezet voor zijn verdiensten bij de nationale ploeg.[37]. Op 13 november 2016 werd Simons, na het uitvallen van Kabasele, in extremis toegevoegd aan de selectie voor de interland tegen Estland. In die wedstrijd mocht hij zelfs nog zeven minuten invallen. Hierdoor werd hij met 39 jaar, 11 maanden en 2 dagen de oudste Rode Duivel ooit die aantrad in een officiële wedstrijd. Hiermee brak hij het record uit 1930 van doelman Jan De Bie.[38] Simons verzamelde 94 caps in 114 selecties. Hierin trof hij zes maal raak. Simons was 36 keer aanvoerder van de nationale ploeg. Interlands
Bijgewerkt t/m 7 december 2020[39] De speelstijl van SimonsTimmy Simons was op tactisch vlak een van de meest intelligente spelers van zijn generatie. Als spelverdeler groeide Timmy Simons in de zomer en het najaar van 2000 onverlet uit tot meneer proper van Club Brugge. Opvallend aan Simons was namelijk dat hij zelden glijdende tackles uitvoerde, ook niet later in zijn carrière, en op intuïtie (anticipering) handelde om de tegenstander de bal afhandig te maken. Trond Sollieds vaste formatie was een 4–3–3 punt naar achteren (aanvallende driehoek) met Simons als verdedigende middenvelder en Gaëtan Englebert en Nastja Čeh die als Italiaanse mezzale voor hem uit speelden. Dat middenveld is een van de befaamdste die Club Brugge in recente geschiedenis gehad heeft en is in België befaamd geworden omdat deze Italiaanse voetbalpatronen omvatte. Simons speelde sterkhouder Philippe Clement prompt uit de ploeg. Nuance is wel dat Clement in de zomer geblesseerd geraakte aan de kuit en de eerste seizoenshelft in rook zag opgaan.[40] Clement werd nog als '8' (box-to-box) gebruikt. In de periode 2000–2005 opteerde Sollied dikwijls voor drie verdedigers met op het middenveld een vierkant en offensieve vleugelverdedigers en laatste man (libero) die rugdekking gaf aan twee mandekkers. Die libero was dan Simons. Dat Simons ook in de afweer goed zijn streng kon trekken was ook nuttig voor toenmalig bondscoach Aimé Anthuenis, die hem op het WK in Japan en Zuid-Korea en in enkele andere interlands als centrale verdediger inschakelde. Wegens zijn profiel (zijn lengte en 'propere' speelstijl) zette Sollied hem soms als verdediger in. Sollied durfde man op man te spelen met Simons, Anthuenis evenzo. Sollied gebruikte hem dan weer slechts incidenteel als centrale verdediger in zijn zoneverdediging van vier, maar speelde hem als verdediger het meest uit als libero achter zijn verdediging. De tactische aanpak van Sollied bestond er dan in twee defensieve middenvelders te zetten. Dat systeem werd een aantal keer door Sollied doorgevoerd met Simons als centrale verdediger in het seizoen 2003–2004. Dat kwam toen omdat Englebert maandenlang sukkelde met een knieblessure. Philippe Clement speelde dan soms op het middenveld en Simons als centrale verdediger. Englebert speelde mee tegen Standard in eerstvolgende voorbeeld dat is gegeven, van Dag van de Arbeid 2004 met Nastja Čeh op de bank (voorbeeldsituatie, andere voorbeeldsituatie). Een rol voor Simons als centrale verdediger was minder gebruikelijk, maar gebeurde dan weer veel vaker in zijn tweede Brugse periode onder trainer Michel Preud'homme. Simons zakte van nature diep in tussen de mandekkers om hen te ruggesteunen wanneer de tegenstander de bal had en het zestienmetergebied binnen drong. De diep opererende spelverdeler Simons en box-to-box middenvelder Englebert, die wekelijks heel wat kilometers afmaalde, bleken al snel onmisbaar op het Brugse middenveld. Simons' meest notoire kenmerk was diep terugvallen als balveroveraar en dan van achter uit opbouwen. Geprezen om zijn eenvoud, goed positiespel, balrecuperaties en groot loopvermogen gaf Simons in de omschakeling vrijwel altijd een pass vooruit, waarmee hij dan vaak al vier tegenstanders tegelijk uitschakelde. Simons zette meestal hoog druk en dichtte de gaten op de flanken en doorgaans anticipeerde hij al waar de tegenstander de bal zou brengen en gaf hij rugdekking aan de vier zoneverdedigers of hij begaf zich in sneltempo richting die bepaalde flank waar de tegenstrever de aanval over liet doorgaan en hij trachtte de passes van de tegenstrever naar die flank te onderscheppen. Dat element vergde van Simons een tactisch doorlezen speelstijl. Weliswaar nam hij zelden een gele kaart wegens een propere speelstijl. Simons was "restverdediger" bij hoekschoppen, maar hij kwam vaak ook tot een schietkans vanuit de tweede lijn (vb. weggewerkte hoekschoppen) wanneer het team aanviel. Simons bleef achter de bal wanneer de ploegmaats ten aanval trokken om defensieve stabiliteit te behouden.
— Philippe Clement over Simons, voormalig ploegmaat van Simons en assistent-trainer boven Simons onder trainer Michel Preud'homme [13] Simons speelde soms als defensieve libero (laatste man) in zijn eerste Club Brugge-periode. Sollied durfde het aan om Philippe Clement, die hij tot verdediger omvormde, alsnog op het middenveld te posteren. Dat gebeurde hetzij met Simons als '6' en Clement als box-to-boxmiddenvelder, hetzij met Simons als libero achter de verdediging en Clement als regulator op het middenveld. De dubbele confrontatie met Milan in de UEFA Champions League was de enige maal dat het Helenio Herrera-gewijs een 5–4–1 betrof, en was feitelijk met wat verbeelding de 4–3–3 punt naar achteren met als verschil Simons die als verdedigende libero (laatste man) achter de verdediging stond opgesteld. Clement was hoe dan ook nog geen verdediger aan het begin van de Sollied-periode (seizoen 2000–2001), maar speelde toen nog meer als offensief ingestelde middenvelder een rij voor Simons uit. De Antwerpenaar was bovendien pas in november 2000 helemaal hersteld van zijn kuitblessure. Clement speelde daarop eertijds als een '8' (centrale middenvelder, box-to-boxmiddenvelder) omdat vaste '8' Englebert de geblesseerde rechtsbuiten Gert Verheyen moest vervangen (seizoen 2000–2001, terugronde). Sollied besefte dat Clement — naast zijn kopkracht — gebruik kon maken van zijn werkkracht en loopvermogen. Clement had het vermogen om naar voren te infiltreren. De Antwerpenaar fungeerde daarom als breekijzer, Simons was het tactische slot op de deur. (voorbeeldsituatie, voorbeeldsituatie en voorbeeldsituatie).
— Timmy Simons bij MIDMID, een podcast van Play Sports, in 2021 Simons heeft bij Lommel onder Jos Daerden ook dienst gedaan als centrale verdediger in 4–4–2 libero stopper. Later bij Club Brugge onder Sollied speelde hij in zijn eerste seizoen een aantal keer in dezelfde formatie, maar dan als verdedigende middenvelder. Simons speelde in zijn eerste twee seizoenen bij Club Brugge als verdedigende middenvelder dan wel als libero. Sollied gebruikte hem tussen 2001 en 2005 af en toe, tactisch dan wel uit noodzaak, als centrale verdediger (doorgaans linker centrale verdediger). Ofwel begon Simons als centrale verdediger ofwel haalde Sollied hem tijdens de wedstrijd een rij naar achteren. Dat laatste was opmerkelijk voor de jaargang 2002–2003, toen de club kampioen werd. In de eerste helft van dat seizoen waren verdedigers Marek Špilár, Tjörven De Brul en Milan Lešnjak lang out met een blessure. Bovendien verliet Lešnjak tijdens de winterstop de club. Er werd geen vervanger voor de Serviër aangetrokken. Simons als centrale verdediger was eerder zeldzaam in vergelijking met Simons als nummer zes in steun van twee offensieve middenvelders. Bij Lommel was hij begonnen als centrale verdediger. Het was zijn Nederlandse trainer en voormalig Lommel-middenvelder Harm van Veldhoven die Simons begin 2000 in een verdedigende middenvelder heeft 'herschapen' en hem voor het eerst als buffer voor zijn verdediging gebruikte. Soms fungeerde Simons als libero in 5–3–2 formatie in steun van twee mandekkers. Dit was het geval bij de Champions League-wedstrijd tegen Galatasaray in Ali Sami Yen begin oktober 2002. Brugge speelde 0–0 gelijk, met Simons die achter de lijnverdediging van vier stond opgesteld. (voorbeeldsituatie, voorbeeldsituatie en voorbeeldsituatie). Timmy Simons had als verdedigende middenvelder en als 'moderne' libero als voornaamste functie terugwinnen van balbezit en was cruciaal bij de spelopbouw. Sollieds "werkmansvoetbal" bleek hem gezien zijn grote motor op het lijf geschreven. Simons bezette de positie van libero vanuit een diepe rol als centerhalf. Sollied hoefde maar Simons naar achteren te halen en geen andere wijziging aan zijn bezetting door te voeren. In een van zijn bekendste wedstrijden voor Brugge speelde Simons eenmaal niet als verdedigende middenvelder achter Čeh en Englebert, maar als laatste man (libero) in 5–4–1 opstelling. Dat was tegen het AC Milan van trainer Carlo Ancelotti, waar de Nederlander Clarence Seedorf op het middenveld speelde: een gebalanceerde 4–4–2 in een ruit. Englebert geraakte maar niet af van een knieblessure (een ontsteking) dus koos Trond Sollied voor Clement en Čeh centraal op het middenveld, en Sandy Martens rechts en Ivan Gvozdenović links op het middenveld. Simons posteerde hij netjes achter de defensie. Die Brugse defensie bestond zo uit Simons, Olivier De Cock, Birger Maertens, David Rozehnal en Peter Van der Heyden. Simons acteerde als laatste man, uitgaand van thans een oeroude Italiaanse methodiek uit de jaren dertig: de "Metodo" van de Italiaanse trainer Vittorio Pozzo, die twee wereldtitels won als bondscoach van Italië. TrainerscarrièreClub BruggeOp 31 mei 2018 werd Simons aangesteld door Club Brugge als assistent van hoofdtrainer Ivan Leko voor het seizoen 2018-19.[41] In juni 2019, na de terugkeer van Philippe Clement naar de club als hoofdcoach, ging Simons de U16 van Club Brugge trainen.[42] Zulte WaregemIn juni 2020 vertrok Simons naar Zulte Waregem om er assistent te worden van hoofdtrainer Francky Dury.[43] Dury werd half december 2021 ontslagen waarop Simons en Davy De fauw als duo hoofdtrainers werden voor de rest van het seizoen 2021-22.[44] Op 17 mei 2022, werd Mbaye Leye aangesteld als nieuwe hoofdcoach. De West-Vlaamse ploeg probeerde te onderhandelen met Simons om hem een nieuwe functie aan te bieden binnen de ploeg, maar deze liepen af zonder overeenkomst.[45] FCV Dender EHOp maandag 13 februari 2023 startte hij als trainer bij FCV Dender EH, dat na afloop van de reguliere competitie in Eerste klasse B een einde had gemaakt aan de samenwerking met trainer Regi Van Acker.[46] Hij moet de ploeg door de play-downs van de competitie loodsen en ervoor zorgen dat ze niet degraderen. Dender was onder Van Acker tiende geëindigd in de reguliere competitie, met vijf punten meer dan hekkensluiter Excelsior Virton.[46] Op de eerste speeldag van de play-downs won Dender onder leiding van Simons met 2-1 van Virton, waardoor de kloof tussen beide clubs aandikte tot acht punten.[47][48] Uiteindelijk degradeerde de club niet. Een jaar later in april 2024 dwong Dender onder leiding van Simons promotie af naar Eerste Klasse A.[49] In maart 2023 haalde hij zijn UEFA Pro License-trainersdiploma.[50] KVC WesterloIn mei 2024 tekende Simons een tweejarig contract als hoofdtrainer bij KVC Westerlo in de Belgische hoogste voetbalklasse.[51] Trivia
Erelijst
Zie ook
Externe links
Media
Literatuur
Bronnen, noten en/of referenties
|