Grand Prix-wegrace der Naties 1954
De Grand Prix-wegrace der Naties 1954 was de achtste Grand Prix van het wereldkampioenschap wegrace voor motorfietsen in het seizoen 1954. De races werden verreden op 12 september op het Autodromo Nazionale di Monza nabij Monza in de Italiaanse regio Lombardije. In deze Grand Prix kwamen alle klassen aan de start. De wereldtitels in de 125cc-klasse, de 250cc-klasse en de 500cc-klasse waren al beslist. De wereldtitels in de 350cc-klasse en de zijspanklasse werden tijdens deze Grand Prix beslist. Voor de 250cc-klasse en de zijspanklasse eindigde het seizoen. AlgemeenDe Grand Prix des Nations werd overschaduwd door de dood van Rupert Hollaus tijdens de trainingen. Het team van NSU trok zich meteen terug om - als fabrieksteam - nooit meer terug te keren. De 100.000 toeschouwers zagen in de soloklassen uitsluitend Italiaanse machines winnen. Geoff Duke won zijn vijfde Grand Prix op rij, Guido Sala won de enige Grand Prix van zijn carrière en Wilhelm Noll/Fritz Cron profiteerden van de afwezigheid van Eric Oliver en grepen de zijspantitel. 500cc-klasseDat Geoff Duke de 500cc-race won was inmiddels geen verrassing. Umberto Masetti, die van Gilera slechts één start in het WK kreeg, maakte daarvan optimaal gebruik door tweede te worden. Libero Liberati kwam pas voor de tweede keer aan de start, maar hij had zich van Gilera moeten concentreren op het Italiaans kampioenschap, waarin hij tweede werd. Top tien tussenstand 500cc-klasse
(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten) 350cc-klasseNa de GP van Zwitserland konden de eerste tien in de WK-stand (theoretisch) nog wereldkampioen worden, maar nu Fergus Anderson zijn vierde Grand Prix won kwam aan alle onzekerheid een einde. Tweede man in de stand Rod Coleman viel door een gescheurde benzinetank uit en Ray Amm werd slechts vijfde. Daarom kon Anderson zich al wereldkampioen noemen.
Top tien tussenstand 350cc-klasse
250cc-klasseDe 250cc-klasse werd getekend door het ontbreken van het hele fabrieksteam van NSU, maar het fabrieksteam van Moto Guzzi kon nog steeds niet echt indruk maken. De race werd gewonnen door privérijder Arthur Wheeler en op de derde plaats eindigde Kurt Knopf met een NSU-productieracer. In de stand van het wereldkampioenschap veranderde dan ook niet veel, want NSU was zo oppermachtig geweest dat Werner Haas, de verongelukte Rupert Hollaus en HP Müller onbedreigd de eerste drie plaatsten bleven bezetten.
Top tien eindstand 250cc-klasse
(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten) 125cc-klasseZonder deelname van het fabrieksteam van NSU leek het niet meer dan logisch dan dat de gevestigde orde van MV Agusta de punten zou verdelen. Dat lukte echter niet: Roberto Colombo, Angelo Copeta, Nello Pagani en Cecil Sandford haalden de finish niet en Carlo Ubbiali werd slechts derde achter de privérijder Guido Sala en de nieuwe fabrieksrijder van Mondial Tarquinio Provini. Vooral de tweede plaats van Provini was opvallend: hij gebruikte een Mondial 125 Bialbero, een machine waarmee in het hele seizoen nog geen punt gescoord was, maar die door Alfonso Druisiani grondig herzien was. De wereldtitel was echter al eerder beslist. Rupert Hollaus was postuum wereldkampioen.
Top tien tussenstand 125cc-klasse
ZijspanklasseBij aanvang van de Italiaanse GP stonden Wilhelm Noll/Fritz Cron en Eric Oliver/Les Nutt samen aan de leiding van het WK, maar Oliver had waarschijnlijk nog veel last van zijn in juli gebroken arm en kwam niet aan de start. Een punt was dus voor Noll/Cron voldoende om wereldkampioen te worden. Ze wonnen de race voor Oliver's stalgenoten Cyril Smith/Stanley Dibben en haalden daarmee de eerste van negentien wereldtitels voor BMW binnen. Willi Faust/Karl Remmert werden derde. Ook Jacques Drion was inmiddels van Norton overgestapt op BMW, en hij werd met Inge Stoll in het zijspan vierde.
Top tien eindstand zijspanklasse
(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten) TriviaNasleep van de dood van Rupert HollausDe dood van Hollaus had grote gevolgen voor de motorsport: de vraag rees of de veiligheid wel gediend was met de druppelstroomlijn, die de snelheid verhoogde maar ook het sturen en remmen bemoeilijkte. Enkele jaren later werd ze verboden. NSU, in 1953 én 1954 dubbelkampioen in de 125- en de 250cc-klasse stapte onmiddellijk uit de racerij. De Rennfox en de Rennmax verdwenen van de circuits. Er werd nog wel geracet met de NSU Sportmax, maar die was buiten de fabriek ontwikkeld en gebouwd door Karl Kleinbach. Bronnen, noten en/of referenties
Voetnoten
|