Gilera pakte flink uit in Frankrijk: Het bezette het hele 500cc-podium en voorzag ook vader en zoon Georges- en Pierre Monneret van haar viercilinders. Geoff Duke won zijn tweede GP, maar Reg Armstrong, die nog geen enkele race gewonnen had, behield de toppositie in de totaalstand. Alfredo Milani werd weliswaar derde, maar met ruim een minuut achterstand. Ray Amm, die tot dit moment met zijn Norton de eerste plaats met Armstrong had gedeeld, kon niet starten omdat hij in de 350cc-race een sleutelbeen gebroken had. Het 500cc-team van MV Agusta was afwezig uit piëteit vanwege het overlijden van Les Graham. Het 500cc-team van Moto Guzzi ontbrak ook, waarschijnlijk werkend aan het verbeteren van de Quattro Cilindri, waarvan de resultaten erg tegenvielen.
Ray Amm reed de snelste ronde in de 350cc-race, maar hij kwam ten val, brak daarbij een sleutelbeen en moest zijn seizoen beëindigen. Tot dat moment had hij aan de leiding van zowel het 350- als het 500cc-wereldkampioenschap gestaan. Het was ook een grote tegenslag voor Norton, want geen enkele andere rijder kon een vuist maken tegen de Moto Guzzi Monocilindrica 350. Fergus Anderson won de race dan ook met bijna twee minuten voorsprong op Pierre Monneret met een AJS 7R. Enrico Lorenzetti moest al een ronde toegeven, maar werd wel derde en behield zijn tweede plaats in het wereldkampioenschap, dat nu geleid werd door Anderson.
Op het Circuit Spa-Francorchamps hadden Eric Oliver en Stanley Dibben nog niet echt kunnen profiteren van de stroomlijn van hun nieuwe Norton Silver Fish. Ze hadden weliswaar gewonnen, maar met een minimale voorsprong op Cyril Smith/Les Nutt. Op het meer bochtige Rouen-les-Essarts was het voordeel veel groter, waarschijnlijk niet zozeer vanwege de lage bouw, maar vanwege de geknielde zithouding van Oliver. Nu wonnen ze met ruim een minuut voorsprong en de rest van het veld werd op ten minste een ronde gereden.