Stefan Dörflinger besliste het wereldkampioenschap 80 cc in zijn voordeel en Freddie Spencer scoorde zijn vierde dubbeloverwinning van het seizoen. In de 125cc-klasse scoorde Garelli weer twee podiumplaatsen, maar door een blunder won de verkeerde coureur. De zijspanklasse werd gewonnen door Egbert Streuer/Bernard Schnieders, die hun achterstand op Werner Schwärzel/Fritz Buck tot drie punten verkleinden.
500cc-klasse
Hoewel de Amerikaanse coureurs, vanwege hun driftende rijstijl, niet blij waren met het hobbelige circuit, zette Freddie Spencer de snelste trainingstijd, maar het verschil met Christian Sarron was slechts 0,16 seconde. Christian Le Liard zette voor het eerst de nieuwe, experimentele ELF 2 in en kwalificeerde zich als 24e. Spencer had op de hobbelige baan wel last van het piekerige vermogen van zijn viercilinder Honda NSR 500. Daarom testte hij acht verschillende bandencompounds en uiteindelijk werd er snel een driecilinder Honda NS 500 geprepareerd, maar de tijd was te kort om de juiste afstelling te vinden. Bovendien ging een krukaslager kapot.
De Franse organisatie had de 500cc-race vóór de 250cc-race gepland. Dat was gunstig voor Freddie Spencer, die in beide klassen startte. Het Franse publiek verheugde zich op Christian Sarron, die de tweede trainingstijd had gereden. Na de start reed er echter een complete Honda-trein voorop: Ron Haslam, Randy Mamola, Wayne Gardner, Freddie Spencer, Didier de Radiguès en Pierre-Etienne Samin. De eerste Yamaha-coureur was inderdaad Sarron, want Eddie Lawson had zijn machine twee keer moeten aanduwen en had na de eerste ronde bijna een halve minuut achterstand. Spencer nam al snel de leiding, waarbij Gardner hem makkelijk leek te volgen. Sarron vocht zich naar voren en passeerde eerst Mamola en daarna ook Haslam. Gardner viel weg door een gat in zijn achterband. Sarron sloot aan achter Spencer, maar bij het passeren van achterblijvers remde hij zijn voorwiel onderuit. Nu opende Raymond Roche de aanval op Haslam en Mamola, terwijl Lawson zich intussen door het hele veld naar voren had gevochten. Roche finishte als tweede achter Spencer, en Lawson wist Haslam nog te passeren en vierde te worden.
Martin Wimmer reed achter Freddie Spencer de tweede trainingstijd, maar viel daarna door een vastloper. Zijn arm moest worden gehecht en hij had een klein breukje in zijn hand, waardoor zijn start twijfelachtig was. Alan Carter kwalificeerde zich als 29e met een machine die was opgebouwd uit reservedelen, want zijn Honda RS 250 R was bij een race op Snetterton uitgebrand.
Toni Mang en Freddie Spencer liepen na de start van de 250cc-race in Frankrijk meteen weg van de rest van het veld, met Mang de eerste vijf ronden op kop. Toen gaf Spencer gas om met tien seconden voorsprong te winnen. Intussen was de strijd om de derde plaats ook niet spannend, want daar reed Fausto Ricci een tamelijk eenzame race. Strijd was er wel om de vierde plaats, waar Manfred Herweh aantoonde dat hij weer fit begon te worden na zijn val in de training van de Spaanse Grand Prix.
De 125cc-training gaf het vertrouwde beeld van twee Garelli-coureurs die veel sneller waren dan de rest van het veld. Lucio Pietroniro verspeelde zijn tiende startplaats door in de latere trainingen te vallen, waarbij hij een botje in zijn voet brak.
De 125cc-race deed een beetje denken aan de races in het seizoen 1984, toen teamgenoten Ángel Nieto en Eugenio Lazzarini steeds een schijngevecht leverden, dat uiteindelijk steeds door Nieto gewonnen werd. Nu was Lazzarini de teambaas, en zijn pupillen Fausto Gresini en Ezio Gianola voerden het toneelstukje op, maar Gresini moest winnen. Het plan mislukte omdat in Le Mans start- en finishlijn niet dezelfde waren. Gianola kwam als eerste uit de laatste bocht en gebaarde naar Gresini dat hij voorbij moest komen om als eerste de lijn te passeren. Feitelijk was hij de finishlijn, ongeveer 100 meter voor de startlijn, echter al met 0,22 seconden voorsprong gepasseerd. Bruno Kneubühler pakte de derde plaats, die hij de hele race tamelijk eenzaam bezet had.
Derbi zette alles op alles om Stefan Dörflinger van de wereldtitel af te houden. Zo kreeg Jorge Martínez steun van Manuel Herreros en Ángel Nieto. Bovendien was er sprake van enige intimidatie ten opzichte van Dörflinger, die zich daar echter niet veel van aantrok. Als de Derbi-rijders het in de race te bont zouden maken zou hij een protest indienen tegen de (reglementair) te hoge zitjes van de Derbi-machines. Dörflinger kwalificeerde zich als tweede, maar kwam op de eerste startrij tussen drie Derbi's te staan.
Drie Derbi's op de eerste startrij moest genoeg zijn om Stefan Dörflinger voorlopig nog van de wereldtitel af te houden, maar dat gebeurde toch niet. Hoewel Manuel Herreros als snelste vertrok, kwamen zijn teamgenoten Ángel Nieto en Jorge Martínez als laatsten weg. Martínez sloot in de derde ronde aan bij Dörflinger om meteen daarna te vallen. Toen Dörflinger begon aan te dringen bij Herreros ging die eveneens tegen het asfalt. De intimidatie en psychologische oorlogvoering die het Derbi-team ten opzichte van Dörflinger had uitgevoerd had de eigen rijders wellicht het meest op de zenuwen gewerkt. In elk geval was er geen bedreiging meer voor Dörflinger, die het zich best kon veroorloven Ángel Nieto nog voorbij te laten. Hij had zelfs als zevende kunnen finishen om zijn wereldtitel veilig te stellen, maar werd achter Nieto tweede, voor Henk van Kessel, die zijn eerste podiumplaats van het seizoen scoorde.
Na de start in Frankrijk nam Rolf Biland meteen de leiding, gevolgd door Egbert Streuer, Alain Michel en Werner Schwärzel. De derde plaats van Michel was ideaal voor Streuer, want hij kon wat punten van Schwärzel afsnoepen. Die hoop vervloog in de tweede ronde, toen Michel met een defecte koppeling uitviel. Na drie ronden gaf Streuer gas, reed de snelste raceronde en toen hij omkeek zag hij dat er al een groot gat met Biland was geslagen. Vanaf dat moment kon hij al banden gaan sparen en desondanks zijn voorsprong vergroten. Schwärzel sloot aan bij Biland, maar die laatste viel door een gebroken drijfstang uit. Masato Kumano won zijn gevecht met Frank Wrathall en werd derde.
Ángel Nieto was net als in het seizoen 1984 in dienst van Garelli, maar van de 125cc-klasse overgestapt op de nieuwe Garelli-250cc-racer. Zijn slechte prestaties met die machine weet men aanvankelijk aan het feit dat hij nog herstellende was van een val tijdens de GP van San Marino van 1984. Om er een beetje in te komen reed Nieto ook voor Derbi in de 80cc-klasse, en dat ging erg goed. De weg terug naar de 125cc-Garelli was echter afgesloten, omdat dat team gesponsord werd door de Italiaanse bond FMI, die alleen Italianen op de machines wilde zien. Daarop besloot Garelli vanaf de Franse Grand Prix van Nieto's diensten af te zien.
In het rennerskwartier werd in de nacht van zaterdag op zondag vooral bij de zijspanrijders nog flink gesleuteld. In de Yamaha-motor van Egbert Streuer was een veertje van een oliekeerring naar binnen gezogen en dat had een zuiger en een cilinder beschadigd. In de Krauser van Rolf Biland moest een krukas worden vervangen. Alain Michel stond in die nacht de krukassen voor Streuer en Biland te persen, maar had al tegen zijn vrouw gezegd: "let maar op, morgen gaat die van ons stuk". Dat gebeurde niet. Michel viel in de derde ronde uit door een defecte koppeling.
Opstapklasse?
Hoewel men zou verwachten dat de 80cc-klasse een opstapklasse voor jonge rijders zou moeten zijn, waren het de "oude rotten" die de prijzen verdeelden. De jongste op het erepodium was Stefan Dörflinger (37). Ángel Nieto was 38 en Henk van Kessel 39.
Jubileum
Ángel Nieto won zijn eerste race in de 80cc-klasse, maar in totaal zijn negentigste Grand Prix.
Bronnen
Motor Magazine
Moto 73
Voetnoten
↑Takazumi Katayama had pas in de Belgische Grand Prix zijn eerste punten gescoord, maar hij verklaarde dat hij al vanaf het begin van het seizoen motivatie miste en na de vrije trainingen in Le Mans besloot hij zijn carrière onmiddellijk te beëindigen.
↑Vanwege de tegenvallende prestaties had de Stichting Nederlands Racing Team besloten het 500cc-team terug te trekken uit het wereldkampioenschap. Men vond dat men nog niet toe was aan dit hoge niveau en besloot verder te gaan in het Europees kampioenschap.
↑Cagiva sloeg de Franse GP over. Dat deed men wel vaker, want er was nog maar één machine klaar en daarmee kwam Marco Lucchinelli niet tot goede resultaten. Men nam dus af en toe een pauze om de motorfiets te verbeteren.
↑Martin Wimmer was tijdens de training door een vastloper ten val gekomen. Hij probeerde tijdens de warm-uptraining te rijden, maar moest na twee ronden opgeven vanwege de pijn.
↑Guy Bertin liep bij zijn val in de training diverse fracturen in zijn rechterhand en een sleutelbeenbreuk op.
↑Omdat hij nog een oude blessure had, waren de slechte prestaties van Ángel Nieto met de 250cc-Garelli met de mantel der liefde bedekt, maar nu hij met de 80cc-Derbi wel goed presteerde kon dat niet meer en Garelli besloot niet langer van zijn diensten gebruik te maken.
↑Op grond van zijn tegenvallende prestaties in dit seizoen maar ook al in het seizoen 1984 was Iván Palazzese na de GP van Oostenrijk (waar hij zich niet wist te kwalificeren) ontslagen door de Venezolaanse Yamaha-importeur Venemotos.
↑Erich Klein brak bij een val in de training van de GP van Joegoslavië een heup. Er werd gevreesd dat hij zijn carrière zou moeten beëindigen.
↑Anton Straver raakte in de eerste ronde Alex Bedford en moest opgeven omdat zijn benzinekraan was afgebroken.
↑Lucio Pietroniro brak bij een val in de training een botje in zijn voet.
↑Ton Spek brak bij een val in de training een arm.