Het circuit van Santa Monica bleek vooral geschikt voor de Yamaha's. Het Marlboro-team bezette zelfs in twee klassen de eerste startrij, waar in de 500cc-klasse alleen Randy Mamola zijn Lucky Strike-Yamaha tussen wist te zetten. De WK-leiders Wayne Gardner (500 cc) en Toni Mang (250 cc) konden in Misano niet overtuigen, maar ze reden op zeker om geen valpartij te riskeren. Net als op het Automotodrom Brno en Donington Park waren de teams aangenaam verrast door het circuit van Santa Monica. Het rennerskwartier was geasfalteerd en er waren goede toilet- en douchevoorzieningen. Voor 1988 waren er nog meer verbeteringen gepland: verlenging van het circuit, een nieuw start/finishgebouw en nieuwe pits.
500cc-klasse
De training
In de 500cc-training merkten de Honda-rijders dat ze het vermogen op het korte en bochtige circuit niet kwijt konden. De Yamaha's profiteerden optimaal van hun betere stuurkwaliteiten, met Eddie Lawson, Randy Mamola, Tadahiko Taira en Rob McElnea op de eerste startrij. Ron Haslam reed weer met zijn ELF 4, maar brak bij een val in de training een botje in zijn linker voet.
Tot nu toe had Randy Mamola alleen in regenraces geprofiteerd van het feit dat teammanager Kenny Roberts een contract met Dunlop had afgesloten. In Imola bleken de banden echter ook doorslaggevend te zijn. Nadat aanvankelijk het Marlboro-Yamaha-trio Eddie Lawson, Tadahiko Taira en Rob McElnea aan de leiding reed, sloot Mamola aan om al vrij snel een bedreiging te vormen voor Eddie Lawson. McElnea kwam ten val en Lawson, die al een keer dwars had gestaan, moest Mamola ook laten gaan. Wayne Gardner, die al de hele race last had van een doorslippend achterwiel, wist Taira te passeren en werd derde, ruim een halve minuut achter Mamola en Lawson.
Binnen een ronde verdrong Loris ReggianiReinhold Roth van de koppositie en vervolgens liep hij weg van een achtervolgende groep van twaalf man, waaronder Toni Mang, Martin Wimmer, Sito Pons en Dominique Sarron. De slecht gestarte Luca Cadalora wist na een sterke inhaalrace ook nog aan te sluiten. Cadalora wist zelfs de hele groep te passeren, maar hij kon Reggiani niet meer bereiken. In de laatste ronde vielen nog enkele beslissingen: Sito Pons nam de derde plaats over van Dominique Sarron en Martin Wimmer profiteerde van een schakelfout van Toni Mang en werd vijfde.
Voor Garelli was de Grand Prix van San Marino slechts een formaliteit, omdat Fausto Gresini al wereldkampioen was, maar uiteraard wilde het merk in deze thuisrace goed presteren. Dat kwam in gevaar omdat zowel Gresini als Bruno Casanova ten val kwamen en allebei hun rechter enkel blesseerden. Voor Casanova betekende dit dat hij niet mocht starten.
August Auinger was nog niet helemaal hersteld van de blessures die hij in juli had opgelopen tijdens de Internationale Rundstreckenrennen op de Salzburgring, maar hij startte vanaf de vijfde startplaats. In de race was Fausto Gresini niet te houden. Hij reed meteen weg en won zijn tiende race van het seizoen met een halve minuut voorsprong. Auinger lag lang op de vierde plaats, maar profiteerde van fouten van Pier Paolo Bianchi en Paolo Casoli. Bianchi viel en Casoli reed het gras in, maar kon zijn weg vervolgen en werd derde. Twee bochten voor het einde werd Andrés Sánchez getorpedeerd door Lucio Pietroniro waardoor Ezio Gianola en Mike Leitner opschoven naar de vierde en de vijfde plaats. Gresini was nu tien wedstrijden ongeslagen.
Voor het eerst in het seizoen haalde Jorge Martínez de finish niet. Na drie vastlopers gaf hij na acht ronden op. Even later deed Luis Miguel Reyes dat ook en bestond de kopgroep nog slechts uit vier man: Manuel Herreros, Stefan Dörflinger, Gerhard Waibel en Ian McConnachie. Herreros had dit keer de snelste Derbi gekregen, omdat Martínez al wereldkampioen was maar Herreros' tweede positie nog werd bedreigd door Gerhard Waibel. Herreros was dan ook niet bij te houden en won voor Dörflinger. Doordat Waibel een schakelfout maakte wist McConnachie hem met een honderdste seconde te verslaan. Daarmee snoepte hij teamgenoot[5] Waibel wel twee punten af, waardoor Herreros inderdaad op de tweede plaats in de ranglijst kwam te staan.
De coureurs en de teams wilden in het seizoen 1988 best terugkeren naar het vernieuwde Autodromo Santa Monica, maar de GP van San Marino stond in dat seizoen nog slechts als reserve op de FIM-kalender. Het Autodromo Enzo e Dino Ferrari in Imola was nog niet goedgekeurd, Mugello had financiële problemen en Monza was verouderd. Santa Monica was dus het beste Italiaanse circuit en werd in 1988 "ingepikt" voor de GP des Nations. De GP van San Marino keerde pas in 1991 terug, op Mugello.
Bronnen
Motor Magazine
Moto 73
Voetnoten
↑Ron Haslam had tijdens de training al een botje in zijn enkel gebroken. Bij de valpartij met Freddie Spencer en Pierfrancesco Chili raakte hij een van de gevallen machines met dezelfde enkel en hij moest vanwege de pijn opgeven.
↑Carlos Cardús was een van de vele rijders die last kregen van opgepompte armen door het harde remmen, maar bij hem was het zo erg dat hij moest opgeven.