Hoewel er tijdens de editie van 1987 niet veel over gezegd was, waren de communicatiemiddelen in Joegoslavië nog steeds ver onder de maat. Sponsor Rothmans zag het belang van deze middelen in en stelde op eigen initiatief een aantal telefoonlijnen open voor de internationale pers.
Verder verkocht men tegen alle regels in rennerskwartierkaarten aan het publiek en de stapels strobalen die de vangrails moesten afdekken werden niet hersteld als er een coureur gevallen was.
Ook de medische verzorging was vanuit de organisatie niet gegarandeerd, maar men had wel de beschikking over de Clinica Mobile van dokter Costa. Een nieuw probleem was de verplaatsing van de GP van juni naar juli, want door het drukke vakantieverkeer waren zowel het circuit als de hotels voor de teams en coureurs nauwelijks bereikbaar.
Dan was er nog het regelrecht domme programma, waarbij de zondagstrainingen niet voor 11.00 uur aanvingen waardoor het programma - ondanks het ontbreken van de zijspanklasse - pas na 18.00 uur eindigde. Dat kwam ook omdat er tussen de 125- en de 500cc-klasse een zinloze pauze van twee uur was gepland.
500cc-klasse
De training
Voor de vierde achtereenvolgende keer zette Christian Sarron zijn Sonauto-Yamaha op poleposition, maar hij gaf al aan in de race geen risico's te nemen omdat een week later zijn thuis-Grand Prix op het Circuit Paul Ricard plaats zou vinden. Honda Racing Corporation bleef doorontwikkelen aan de Honda NSR 500, waardoor Wayne Gardner over een nieuw frame beschikte. Hij reed de tweede trainingstijd voor Niall Mackenzie. Randy Mamola profiteerde van het ontwikkelingswerk van Massimo Broccoli, waardoor de Cagiva en ook de Pirelli-banden steeds beter functioneerden en hij reed de zesde tijd. Eddie Lawson had de vijfde tijd gereden, maar werd enkele minuten voor het einde van de laatste training van de baan gereden door Patrick Igoa. Lawson hield aan zijn val een schouderluxatie over, waardoor het deelnemen aan de race op losse schroeven kwam te staan. Malcolm Campbell debuteerde bij het team van ELF met de achttiende tijd.
Wayne Rainey had een bliksemstart, maar hij werd toch vrij snel achterhaald door Wayne Gardner en Christian Sarron. De kopgroep van vijf man (inclusief Kevin Magee en Randy Mamola) viel uiteen in drie stukken: bijna de hele race zat Christian Sarron binnen enkele meters van Wayne Gardner, zonder een enkele aanval te doen. Teamgenoten Rainey en Magee volgden op enkele seconden achterstand en daarachter zat Mamola, die lang een eenzame race reed. Vooraan gebeurde eigenlijk niets, behalve dat Sarron tegen het einde afhaakte en Gardner vrij eenvoudig de overwinning schonk. Mamola wist echter in te lopen op het Lucky Strike-Yamaha-duo en hij ging de strijd aan met Magee. Dit was eigenlijk het enige echte gevecht in de race, want Magee vocht wel degelijk terug, maar hij moest uiteindelijk de vierde plaats laten aan Mamola, of misschien ook wel aan Pirelli, want dit was ook een strijd tussen bandenfabrikanten. Lucky Strike-Yamaha was het enige team dat Dunlop gebruikte, Cagiva (Mamola) gebruikte Pirelli en de rest stond op Michelins. Eddie Lawson had veel pijn aan zijn geblesseerde schouder gehad en had maar één arm om mee te sturen. Hij werd toch nog tiende, maar zijn puntenvoorsprong op Gardner begon nu toch ernstig te slinken. Na de GP van Oostenrijk bedroeg die nog 40 punten, maar nu slonk ze tot 20 punten. Patrick Igoa bleef de hele race achter Lawson, hoewel hij later toegaf dat hij hem gemakkelijk had kunnen inhalen. Hij schaamde zich echter omdat hij de oorzaak van Lawson's blessure was.
Vlak na de start van de 250cc-race in Rijeka werd Toni Mang aangetikt door Donnie McLeod, waardoor beiden ten val kwamen. McLeod bleef ongedeerd, maar Mang brak een sleutelbeen. Intussen nam Sito Pons de leiding, gevolgd door Dominique Sarron en Juan Garriga. In de vierde ronde nam Garriga de tweede plaats over en hij ging er samen met Pons vandoor. Reinhold Roth, Jacques Cornu en Luca Cadalora vochten achter Sarron om de vierde plaats. Garriga was duidelijk sneller in het bochtige deel van het circuit, maar werd steeds op snelheid geklopt door Pons. Na een bijna-val besloot Garriga genoegen te nemen met de tweede plaats. Daarvoor moest hij echter wel een aanval van Sarron afslaan. Sarron nam de tweede plaats even in, maar in de laatste bocht remde Garriga hem uit. Dat deed hij op een moment dat er een achterblijver ingehaald werd, waardoor Sarron even werd opgehouden. Om de vierde plaats werd net zo hard gevochten door Roth en Cadalora, terwijl Cornu door versleten banden moest afhaken en zesde werd.
Aanvankelijk bestond de kopgroep in de 125cc-klasse uit Jorge Martínez, Ezio Gianola, Hans Spaan, Julián Miralles en Stefan Prein, maar ze werd aangevuld door Ian McConnachie en Gastone Grassetti. Gastone Grassetti passeerde Spaan om teamgenoot Gianola te helpen, maar maakte een stuurfout waarvan ook Spaan het slachtoffer werd. Hij kwam ten val maar kon de race nog als veertiende afsluiten. Martínez en Gianola finishten vlak achter elkaar en de Belg Lucio Pietroniro werd verrassend derde, vlak vóór Domenico Brigaglia, Stefan Prein en Kohji Takada. Hans Spaan was verrast omdat hij ondanks zijn veertiende plaats nog iets uitgelopen was op zijn concurrenten, want Miralles was door een gebroken krukas niet gefinisht en Grassetti was gevallen. Martínez had de race overigens gereden met een gekneusde knie en een aantal ontvellingen, opgelopen bij een val in de training van de 80cc-klasse.
Jorge Martínez zette weliswaar de snelste trainingtijd, maar hij werd door een plotselinge rukwind van zijn motor geblazen waardoor hij een aantal ontvellingen en een pijnlijke knie opliep. Zijn eigen sportarts wist hem op te lappen zodat hij toch zowel in de 80cc-race als de 125cc-race kon starten. Bert Smit was erg tevreden met zijn vierde startplaats, temeer omdat hij nog nooit in Rijeka gereden had.
Peter Öttl nam meteen de leiding in de race, gevolgd door Jorge Martínez. Voor Martínez waren de belangen groot: hij kon hier zijn wereldtitel veilig stellen maar was ook bont en blauw door zijn val in de training. Toch wisten Öttl en Martínez weg te lopen van Àlex Crivillé, die op zijn beurt weer werd gevolgd door Jörg Seel, Bogdan Nikolov en Bert Smit. In de voorlaatste ronde nam Martínez definitief de leiding en hij won voor Öttl, Seel en Nikolov. Smit kwam ten val waardoor Stefan Dörflinger zesde werd. Met nog slechts één race te gaan kon Martínez niet meer ingehaald worden en hij was wereldkampioen 80 cc.
Wat men op dit moment nog niet wist was dat de sleutelbeenbreuk van Toni Mang het einde van zijn carrière zou betekenen. De heling verliep langzaam en tegen het einde van het seizoen besloot Mang zijn beide fabrieks-Honda's ter beschikking te stellen aan Jochen Schmid en Helmut Bradl. Zelf maakte hij bekend te stoppen met racen.
"Alex Box"
Tijdens de 80cc-race negeerde Àlex Crivillé het pitbord met de tekst "Alex Box". Daarmee wilde het team hem dwingen om achter Manuel Herreros te gaan rijden. Kennelijk was de status van Herreros binnen het Nieto-team groot, want Crivillé moest een podiumplaats en ten minste zes punten laten schieten zodat Herreros één punt meer zou scoren. Zijn weigering kwam hem later op een straf te staan: Crivillé mocht niet in de Grand Prix van Tsjecho-Slowakije starten.
Na de 500cc-race vlogen Randy Mamola en Eddie Lawson met een helikopter van Cagiva naar Bologna, officieel om de blessure van Lawson daar te laten behandelen door Willy Dungl[12]. Een aardig gebaar, maar Lawson werd door de gebroeders Castiglioni (Cagiva) ontvangen om over een contract voor het seizoen 1989 te spreken. Mamola en Lawson bezochten daarna - onderweg naar Frankrijk - ook nog de Ferrari-fabriek in Maranello en maakten bekend dat ze in november met een Mitsubishi samen zouden deelnemen aan een autorace in Macau.
Manfred Herweh
Manfred Herweh maakte zich niet erg geliefd onder zijn collega's nadat hij in de training Carlos Lavado in zijn val had meegesleept en in de race hetzelfde deed met Jean-Philippe Ruggia. Lavado hield aan zijn val een beenbreuk en een voetbreuk over, maar de tweede val van Herweh schakelde hem zelf voorlopig ook uit. Zijn Yamaha was total loss en zijn portemonnee leeg, waardoor hij de Grand Prix van Frankrijk moest overslaan.
Race for Glory
Net als tijdens de Belgische Grand Prix werden er weer opnamen gemaakt voor de film Race for Glory. Donnie McLeod reed in de 500cc-race als stand-in voor de acteur Alex McArthur, de "good guy" in de film. Hij speelde de held van de film, Cody Gifford. Mike Baldwin was uit de Verenigde Staten overgevlogen om de rol van de "bad guy" Klaus Kroeter (Oliver Stritzel) te spelen. Ze namen beide gewoon deel aan de race, die (in de film) werd gewonnen door Kroeter (Baldwin) terwijl Gifford (McLeod) derde werd. Daar was wel wat knip- en plakwerk voor nodig, want in werkelijkheid werden ze allebei op een ronde gereden door Wayne Gardner.
Bronnen, noten en/of referenties
Motor Magazine
Moto 73
voetnoten
↑ ab"Samurai" was een fictief motorfietsmerk dat gebruikt werd voor de opnamen van de film Race for Glory van regisseur Rocky Lang. In werkelijkheid betrof het hier twee Honda RS 500's die door Donnie McLeod en Mike Baldwin werden ingezet als stand-in-rijders tijdens de Grand Prix van België, de Grand Prix van Joegoslavië en de Grand Prix van Frankrijk. McLeod gebruikte waarschijnlijk zijn eigen machine, Mike Baldwin mogelijk de Honda van het Katayama-team, maar mogelijk ook de Fior-Honda die een tijdje door Marco Gentile was gebruikt in afwachting van de doorontwikkeling van de Fior-Yamaha. In elk geval verleende Katayama hand-en-span-diensten, want ook Fabio Barchitta zou nog als rijder optreden, net als de reeds lang gepensioneerde Clive Horton.
↑Raymond Roche had bij een val na de finish van de GP van Duitsland een enkel gebroken. Dit was zijn eerste race sinds die val, maar hij moest opgeven omdat hij toch nog veel last van zijn blessure had.
↑Kevin Schwantz had bij een val tijdens de GP van België een knieschijf gebroken en vloog dezelfde dag nog naar Bologna om zich in het ziekenhuis van Claudio Costa te laten behandelen. Hij liep alweer zonder krukken en mocht van Claudio Costa ook aan de race deelnemen, maar de circuitarts keurde hem af.
↑Tadahiko Taira had voor aanvang van het seizoen al aangegeven dat hij niet aan alle GP's zou deelnemen omdat hij meer tijd wilde doorbrengen met zijn gezin. Hij kon dat ook doen want zijn belangrijkste functie bij Yamaha was die van testrijder.
↑Carlos Lavado werd in de training door Manfred Herweh onderuit gereden en hij brak daarbij zijn linker onderbeen en zijn linker voet.
↑Martin Wimmer liep bij een val tijdens de GP van België een aantal kneuzingen, een gebroken rib, een hersenschudding en een beschadigde milt op. Later bleek hij ook een aantal rugwervels beschadigd te hebben.
↑Àlex Crivillé had in de GP van België deelgenomen aan de 125cc-race als vervanger van de geblesseerde Manuel Herreros. Die was nog niet helemaal fit, maar nam nu wel zelf weer deel.
↑Ian McConnachie was zo teleurgesteld in de Autisa dat hij zijn machine na de training van de Duitse GP inleverde en de rest van het seizoen alleen nog in de 125cc-klasse met een Cagiva aan de start kwam.