Door het wegvallen van de Zweedse Grand Prix was ook de Finse minder interessant geworden voor de coureurs. Normaal gesproken konden zij de verre reis naar Scandinavië financieel aantrekkelijk houden omdat er twee GP's waren. Bovendien was de 350cc-klasse geschrapt, waardoor coureurs die in de 250- en de 350cc-klasse deelnamen nu de reis voor slechts één race moesten maken. Kork Ballington was na zijn darmoperatie weer fit genoeg om deel te nemen, waardoor Toni Mang eindelijk weer tegenstand kreeg in de 250cc-race. Bovendien kon Ballington zich nu ook weer richten op de ontwikkeling van de Kawasaki KR 500. Ballington won de 250cc-race, maar het was te laat om Mang van de wereldtitel af te houden. Honda had de NR 500 weer eens meegebracht. De testrijders Mick Grant en Takazumi Katayama hadden het hele seizoen als privérijder met andere merken gereden. Katayama was in een internationale race in Italië derde geworden met de Honda en dat gaf hoop op een goed resultaat. Katayama trainde met de machine, zette de 30e trainingstijd en daarmee waren twee motorblokken afgeschreven. Katayama en Grant brachten hun privé-Suzuki's aan de start.
500 cc
Na de trainingen zag het er goed uit voor Marco Lucchinelli en Graziano Rossi, die nu allebei een 16 inch voorwiel hadden en met ruime voorsprong eerste en tweede stonden. Wil Hartog, eveneens met een 16" voorwiel, stond derde. In de race nam Lucchinelli binnen enkele ronden een flinke voorsprong, die hij steeds verder wist uit te bouwen. De strijd om de tweede plaats ging tussen Rossi, Hartog en Kenny Roberts. Halverwege de race verdwenen zowel Rossi als Lucchinelli in de pit met motorproblemen, waardoor Hartog de leiding overnam. Roberts, die nu een speciaal luchtkanaal op zijn machine had om de warmteproblemen met zijn achterdemper tegen te gaan, wist hem niet te achterhalen, maar was tevreden met zijn tweede plaats. Daarmee bouwde hij zijn voorsprong in het wereldkampioenschap op Randy Mamola weer iets verder uit.
Uitslag 500 cc
Honda NR 500
De Honda NR 500 was een zeer vooruitstrevende viercilinder viertakt met ovale zuigers en cilinders, 32 kleppen en 8 drijfstangen die 20.000 tpm kon draaien. De eerste versie, met een monocoque-frame, was in 1979 een paar keer ingezet maar Mick Grant en Takazumi Katayama konden zich niet of nauwelijks kwalificeren voor de races. Er kon ook niet aan de motor gewerkt worden. Zelfs eenvoudige zaken als het verwisselen van bougies of sproeiers vereisten het uitbouwen van het motorblok. Daarom kreeg de 1980-versie een buisframe van Maxton, dat de machine 16 kg zwaarder maakte en waarvan Katayama na de eerste tests al had gemeld dat de stuurkwaliteiten beneden de maat waren. Het werken aan de motor was nu een stuk eenvoudiger, maar de machine kon nog steeds niet overtuigen.
Eric Saul had de kopstart in Finland, maar moest al snel Toni Mang, Roland Freymond en Kork Ballington laten passeren. Deze drie vormden de kopgroep, met Mang aan de leiding tot de 23e ronde, toen Ballington de leiding overnam. Ballington won de race en drong daardoor weer meteen naar de tweede plaats in het wereldkampioenschap, maar Toni Mang had aan zijn tweede plaats genoeg om wereldkampioen te worden. Hij had problemen gekregen toen er vloeistof (naar later bleek benzine) op zijn vizier kwam en in de laatste ronden kon hij bijna niets meer zien en was hij in het spoor van Ballington naar de finish gereden.
Doordat in de voorafgaande races de toprijders nogal wisselvallig gepresteerd hadden verwachtte men in Finland een spannende 125cc-race. De kopgroep bestond aanvankelijk uit Wolfgang Müller, Ángel Nieto, Guy Bertin en Loris Reggiani, terwijl de leider in het wereldkampioenschap, Pier Paolo Bianchi, in de tweede groep zat. Müller en Nieto gingen er samen vandoor, terwijl Reggiani viel. Bertin moest opgeven toen eerst zijn tweede versnelling uitviel en later de Motobécane vastliep. Bianchi stootte door naar de tweede plaats, waar hij Nieto nog enige tijd bedreigde.
De zijspanrace in Imatra verliep tamelijk spectaculair. Biland/Waltisperg reden twee ronden aan de leiding, gevolgd door Michel/Burkhardt, maar toen moest Biland in de pit zijn zijspanwiel laten vervangen. Egbert Streuer verraste Michel en Werner Schwärzel en nam de leiding in de race, maar vloog in de derde ronde van de baan. Daarbij brak bakkenistJohan van der Kaap een sleutelbeen. Michel viel uit door een defecte versnellingsbak, waardoor Jock Taylor aan de leiding kwam. Die werd met een enorm snelheidsverschil ingehaald door Biland, die echter een ronde achterstand had. Taylor won de race voor Schwärzel, die onderweg nog even gestopt was om bakkenistAndreas Huber, die in de chicane uit de bak gevallen was, te laten instappen. Bruno Holzer/Karl Meierhans werden derde en Biland werd ondanks zijn pitstop toch nog vierde.
Net als Rudi Kurth in het verleden was Rolf Biland steeds bezig met experimenten in de zijspanklasse. Dat had al geresulteerd in de Beo Imagine, een zijspancombinatie die in 1979 het hele reglement overhoop gooide. Na de Finse Grand Prix besloot hij het over een andere boeg te gooien. Hij nam een voorbeeld aan debutant Egbert Streuer, die met een set nieuwe Lectron-carburateurs naar Finland kwam en geen tijd verknoeide met het zoeken naar de perfecte afstelling. Streuer was weliswaar uitgevallen, maar had ook even aan de leiding van de wedstrijd gereden.
Kenny Roberts had in Assen en Zolder met een speciale motor gereden, waarbij de buitenste cilinders achterstevoren stonden. Daardoor veranderde de loop van de uitlaten en moest de achterschokdemper meer koeling krijgen. Die demper gaf al sinds 1979 problemen. Die motor paste echter niet in het beste frame. In Finland koos Roberts voor de oude motor zodat hij zijn beste frame kon gebruiken. Voor de koeling van de schokdemper was een speciale luchthapper op de stroomlijnkuip gebouwd.
↑ abcDe remmen waren een groot probleem in Imatra. Boet van Dulmen moest na twaalf ronden opgeven omdat ze totaal versleten waren. Hij remde zo hard dat hij zijn voorband met parkers aan de velg had vastgezet omdat deze tijdens het remmen over de velg draaide. Jack Middelburg had ook remproblemen, maar zijn machine was na de race aan een complete revisie toe (remmen, olielekkage, versleten achtertandwiel en een lichte vastloper). Graziano Rossi werd derde door afwisselend een snelle en een langzamere ronde te rijden om zijn remmen te sparen.
↑Cristian Estrosi draaide na het afvlaggen van de training linksaf om de route naar de pit af te snijden. Dat had Randy Mamola niet verwacht en hij ramde Estrosi. Mamola liep een pijnlijke pols op, maar Estrosi brak zijn hand op twee plaatsen