In Ulster kwamen alle klassen aan de start: Op donderdag 9 augustus de 250cc-klasse en de 350 cc-klasse en op zaterdag 11 augustus de 125cc-, 500cc- en de zijspanklasse. De werelditels in de 125cc-klasse en de 250cc-klasse waren al beslist. In deze Grand Prix werden de 350cc- en de 500cc-wereldtitels beslist. Bij een ongeluk tijdens de 350cc-race kwam Derek Ennett om het leven.
Met zijn overwinning stelde Bill Lomas zijn wereldtitel zeker. Dickie Dale werd tweede en John Hartle, de latere winnaar van de 500cc-race, werd derde. Tijdens de race miste Derek Ennett de S-bocht, raakte een talud en daarna een telegraafpaal. Hij was op slag dood. Het was waarschijnlijk zijn eerste race met een Moto Guzzi Monocilindrica 350.
Aanvankelijk kende de 125cc-klasse in Ulster acht deelnemers en dat waren er al veel, alleen in de Ulster GP van '53 waren er meer geweest: negen. Luigi Taveri besloot echter niet te starten, waardoor er nog maar zeven deelnemers waren. Daarvan reden er slechts twee daadwerkelijk over de finish: Carlo Ubbiali en Romolo Ferri. Nog drie anderen hadden genoeg ronden afgelegd om in elk geval geklasseerd te worden.
De zijspanrace in Ulster was nogal saai. Cyril Smith viel al kort na de start stil, terwijl Wilhelm Noll aan de leiding ging en die niet meer afstond. Op de tweede plaats lag Pip Harris en Fritz Hillebrand was aanvankelijk derde, maar viel al in de eerste ronde uit, waardoor Florian Camathias die positie overnam. Een korte regenbui veroorzaakte nog wat schuivers, maar vooraan veranderde niets meer. Door hun overwinning namen Wilhelm Noll/Fritz Cron de WK-leiding weer over van Fritz Hillebrand/Manfred Grunwald.