Deze pagina beschrijft de kwalificatie voor het Europees kampioenschap voetbal 1976. Vier landen kwalificeerden zich voor het hoofdtoernooi. De wedstrijden werden gespeeld tussen 1 september 1974 en 22 mei 1976.
Na de uitschakeling door Polen in de WK-kwalificatie begon Engeland de EK-kwalificatie onder een nieuwe bondscoach Don Revie. De start was goed met een 3-0 overwinning op de belangrijkste tegenstrever Tsjechoslowakije, maar de tweede thuiswedstrijd tegen Portugal leverde een teleurstellend gelijkspel op: 0-0. De Tsjechen vernederden Portugal met 5-0 en nadat Engeland met 2-1 verloor in Bratislava hadden de Tsjechen een voorsprong van één punt. De beslissing moest komen in de wedstrijden tegen het ook nog kansrijke Portugal: zowel Tsjecho-Slowakije als Engeland speelden gelijk en was er opnieuw een fikse teleurstelling voor de voormalige wereldkampioen Engeland: Tsjecho-Slowakije ging door en had weer een talentrijke generatie met de sierlijke middenvelder Panenka van Bohemians Praag als boegbeeld.
Vooraf leek de strijd in deze groep te gaan tussen twee landen in de Europese subtop: Oostenrijk en Hongarije. Echter, Wales versloeg Hongarije twee maal en had nu genoeg aan een gelijkspel thuis tegen Oostenrijk om zich te kwalificeren. Onder aanvoering van de spits van FC Liverpool John Tashack won Wales ook van Oostenrijk en had eindelijk sinds het WK van 1958, toen men de kwartfinale haalde weer aan aansprekend succes.
Joegoslavië had een teleurstellend WK-toernooi achter de rug, waar men in de tweede ronde alle wedstrijden verloor waaronder tegen Zweden, de voornaamste concurrent in deze groep. Men had een valse start tegen Noord Ierland, maar de wedstrijden tegen Zweden werden allebei gewonnen. Omdat Noord-Ierland wedstrijden verloor van Noorwegen en Zweden zou een 1-0 nederlaag in Belgrado genoeg zijn voor plaatsing naar de volgende ronde. Oblak scoorde het winnende doelpunt en plaatsing was geen enkel probleem.
Vooraf leek Schotland de voornaamste kandidaat voor kwalificatie voor de kwartfinales, maar na een thuisnederlaag tegen Spanje liep het al snel tegen de feiten aan. In de laatste wedstrijd had Spanje genoeg aan een gelijkspel in en tegen het nog ongeslagen Roemenië, het kwam met 2-0 voor, verspeelde de voorsprong, maar kwalificatie kwam niet meer in gevaar.
Een ware poule des doods met naast Italië de nummer twee en drie van het laatste WK Nederland en Polen. Italië moest na het zeer teleurstellend verlopen WK afscheid nemen van een hele generatie creatieve spelers, waar men in 1968 Europees kampioen mee werd. Men scoorde in zes wedstrijden slechts drie treffers, vooral de 0-0 thuis tegen Finland was bedenkelijk. Men incasseerde ook alleen maar drie treffers, alle drie in Amsterdam tegen Nederland. Nederland won met 3-1 dankzij goals van Rob Rensenbrink en twee van Johan Cruijff.
De volgende testcase voor Nederland was tegen Polen, de twee sterspelers van Barcelona Cruijff en Neeskens arriveerden te laat voor de training in Polen, maar bondscoach George Knobel legde de training neer en verwelkomde de spelers innig, hetgeen kwaad bloed zette bij de andere spelers, vooral bij de spelers van PSV. De wedstrijd was een ramp, het team was geen eenheid en ging met 4-1 ten onder. Voor de return in Amsterdam donderde en bliksemde het in het Nederlandse kamp. Het gevolg was dat een dag voor de wedstrijd de PSV-spelers Willy van der Kuylen en doelman Jan van Beveren het trainingskamp verlieten na ruzie met Johan Cruijff. Zij zouden alleen nog maar spelen in het Nederlands elftal als Cruijff niet aanwezig was. Het conflict wakkerde wel extra krachten aan bij Nederland, want nu werd Polen overlopen: 3-0 door goals van Johan Neeskens, Ruud Geels en Frans Thijssen.
Doordat een paar dagen later Polen met 0-0 gelijkspeelde tegen Italië, had Nederland genoeg aan een 2-0 nederlaag tegen Italië om zich te kwalificeren. In een bijzonder negatieve wedstrijd, waar twee teams weigerden te voetballen bleef het bij 1-0 door een goal van Fabio Capello. Nederland had verschillende gezichten laten zien tijdens deze kwalificatie-reeks, maar plaatste zich toch voor de kwartfinales.
De favoriet van deze groep de Sovjet-Unie begon de kwalificatiereeks met een nederlaag (3-0 tegen Ierland, drie goals van Givens) en eindigde met een nederlaag (1-0 tegen Turkije). Alle andere wedstrijden gingen gewonnen en aangezien de drie andere landen (naast Ierland en Turkije ook Zwitserland) onderling veel punten verspeelden kwam de kwalificatie van de Russen geen moment in gevaar. Men hoopte de nare smaak van diskwalificatie voor het WK in 1974 weg te spoelen, toen de ploeg weigerde te spelen in het stadion van Chili, waar mensen werden gemarteld. De ploeg had in ieder geval de Europese voetballer van het jaar in zijn gelederen: Oleh Blochin van Dinamo Kiev.
België begon de kwalificatie-reeks voortvarend met 7 punten uit vier wedstrijden en aangezien de voornaamste concurrent Oost-Duitsland liefst drie punten verspeelde tegen IJsland kon de kwalificatie niet mis gaan. Echter, in Brussel pakte Oost-Duitsland zijn laatste kans en won met 1-2. België mocht nu met 1-0 verliezen van Frankrijk om kwalificatie veilig te stellen, de Belgen hielden de defensie gesloten en met een 0-0 gelijkspel was België definitief zeker van de kwartfinales.
Uiteraard was de regerend wereld- en Europees kampioen West-Duitsland de torenhoge favoriet zich te kwalificeren voor de kwartfinales. Gerd Müller was inmiddels gestopt met interlandvoetbal, maar de ploeg rond Franz Beckenbauer behoorde nog steeds tot de grote favorieten. De Duitsers speelden echter twee keer gelijk tegen Griekenland, maar omdat Griekenland wel met 2-0 verloor van Malta plaatste men zich toch eenvoudig voor de kwartfinales.
In vergelijking met het vorige EK plaatste alleen West Duitsland zich voor het eindtoernooi, de Sovjet-Unie en België werden respectievelijk uitgeschakeld door Tsjechoslowakije en Nederland, Joegoslavië nam de plaats in van Hongarije.
De winnaar plaatst zich voor de eindronde. Er waren niet veel verrassingen in de kwartfinales, Spanje begon weer uit het diepe dal te klimmen, maar de Wereld- en Europees kampioen West Duitsland was duidelijk nog een maatje te groot: 1-1 in Madrid, 2-0 in München. Joegoslavië was duidelijk beter dan Wales in de thuiswedstrijd (2-0), maar wankelde nadrukkelijk in de uitwedstrijd, het speelde gelijk door een dubieuze strafschop en een gemiste van Wales-zelf. Het publiek in Wales was bijzonder fanatiek en men moest scheidsrechter Rudi Glöckner uit Oost-Duitsland in bescherming nemen.
De "derby der lage landen" tussen Nederlands voetbalelftal en België was een ongelijke strijd, voor de kwalificatie van 1974 speelden beide ploegen twee keer gelijk, maar nu was het krachtsverschil te groot. In de "Kuip" van Rotterdam vermorzelde Oranje de Rode Duivels met 5-0, Rob Rensenbrink was een speler van de Belgische topclub RSC Anderlecht, maar had geen medelijden voor zijn teamgenoten, hij scoorde drie maal. In de uitwedstrijd nam België een voorsprong, maar Johnny Rep en een wonderschone lob van Cruijff trokken alles recht.
De Sovjet-Unie had zich altijd geplaatst voor de eindronde van het EK en had een mooie generatie Oekraïense spelers, die met Dinamo Kiev de Europa Cup der Bekerwinnaars en de Supercup won (de laatste prijs ten koste van het grote Bayern München), Oleh Blochin werd gekozen tot beste speler van Europa boven Cruijff en Beckenbauer. Daarom verwachtte men geen problemen tegen Tsjecho-Slowakije, een land dat al sinds 1962 geen aansprekend succes had. Ook Tsjecho-Slowakije had een talentrijke generatie met middenvelder Antonin Panenka als blikvanger. Bovendien waren de wedstrijden politiek beladen, heel het land wilde wraak voor het neerslaan van de Praagse Lente van 1968, toen Rusland met tanks hervormingen tegenhield. In de eerste wedstrijd in Bratislava werden de Russen overrompeld, 2-0 onder andere door een vrije trap van Panenka. Voor 100.000 toeschouwers in Kiev hield Tsjecho-Slowakije de voorsprong vast, ondanks het feit dat de ploeg lange tijd met tien man speelde. Het nam zelfs twee keer een voorsprong, maar de uiteindelijke 2-2 was desondanks een uitstekend resultaat. In een sterk deelnemersveld met Nederland, West-Duitsland en het organiserende Joegoslavië werden de Tsjechen gezien als een outsider.
↑Groep 1: De wedstrijd tussen Tsjechoslowakije en Engeland was eerst op 29 oktober. Deze wedstrijd werd echter na 17 minuten stilgelegd vanwege mist. De score was op dat moment 0–0.
↑Debuut van Ludo Coeck (RSC Anderlecht) voor België.