De winnaar van elke groep plaatste zich voor de eindronde. België kwalificeerde zich uit groep 1. Nederland redde het in groep 7 net niet achter Spanje. Het werd net op doelsaldo uitgeschakeld na een slotwedstrijd in de groep tussen Spanje en Malta die in 12-1 eindigde.
In vergelijking met het vorige EK plaatsten West Duitsland, België en Spanje zich opnieuw, Tsjechoslowakije en Italië werden uitgeschakeld door Roemenië, Engeland en Griekenland door Denemarken. Frankrijk, Portugal en Joegoslavië namen de plaats in van Nederland.
1 Een vetgedrukt jaartal betekent een kampioenschap tijdens dat toernooi
Loting en potten
De loting vond plaats op 8 januari 1982 in Parijs. 32 teams werden verdeel over 5 potten en na de loting in 7 groepen. Frankrijk was als gastland automatisch gekwalificeerd. Vetgedrukte landen zijn uiteindelijk de landen die zich zouden kwalificeren.
België leek een zware loting te hebben met Schotland, Oost-Duitsland en Zwitserland als tegenstanders, maar was vrij snel zeker van kwalificatie door de eerste vier wedstrijden te winnen. Interessantste wedstrijd was de thuiswedstrijd tegen Schotland, waar de Schotten streden voor hun laatste kans. België won in een spectaculair duel met 3-2 met twee goals van François van der Elst en Kenny Dalglish. Schotland eindigde zelfs op de laatste plaats.
Vooraf leek het een spannende strijd te worden tussen Polen en de Sovjet-Unie. Op het WK in Spanje streden beide ploegen om een plaats in de halve finale, die werd gewonnen door Polen, nu waren de rollen omgedraaid. Polen had al flinke averij opgelopen door thuis gelijk te spelen tegen Finland en te verliezen in Portugal. De wedstrijd in Moskou ging kansloos met 2-0 verloren met onder andere door een doelpunt van Oleh Blochin en de Polen waren uitgeschakeld.
De Sovjet-Unie had nog één concurrent: Portugal, maar die ploeg werd niet gezien als een serieuze kanshebber. De Portugezen hadden sinds het WK van 1966 nauwelijks nog iets gepresteerd en werden in Moskou volledig zoek gespeeld: 5-0. De Portugezen bleven in het spoor van de Russen door met 1-0 van Polen te winnen en moesten de thuiswedstrijd tegen de Sovjet-Unie ook winnen om door te gaan. Voor 75.000 Portugezen in Lissabon wonnen de Portugezen met 1-0 van de Russen door een wel erg gemakkelijk gegeven strafschop. Bekendste speler was de spelverdeler van Benfica, de besnorde middenvelder Chalana.
Denemarken had nog steeds de reputatie van een klein voetballand, het was als vierde geplaatst in deze groep achter Engeland, Hongarije en Griekenland, maar ondertussen speelde bijna de volledige selectie bij Europese topclubs. Veteraan en ex-Europees voetballer van het jaar Allan Simonsen speelde zijn laatste jaar bij FC Barcelona, de vaak ongrijpbare linksbuiten Jesper Olsen en de keiharde tacticus Søren Lerby speelden bij Ajax en aanvoerder/ libero Morten Olsen en de technische middenvelder Frank Arnesen speelden bij Anderlecht. Het was wel zaak, dat de ploeg de kwalificatie niet begon met een ongelukkige nederlaag zoals bij vorige kwalificaties.
In de thuiswedstrijd tegen Engeland kwam Denemarken twee keer op een achterstand door doelpunten van Trevor Francis, maar door een weergaloze solo van Jesper Olsen kwam Denemarken een minuut voor tijd op gelijke hoogte. Engelse hooligans waren ook weer op bezoek en uiteraard moest de wedstrijd stil gelegd worden, omdat er vuurwerk op het veld werd gegooid, het bleef nog lang onrustig in Kopenhagen. Denemarken bleef wedstrijden winnen en was nu de enige concurrent van de Engelsen. Engeland verspilde wel een belangrijk punt in de thuiswedstrijd tegen Griekenland. Denemarken had voor de topper in het Wembley Stadium een punt achterstand (met een duel minder gespeeld).
Denemarken speelde opnieuw een sterke wedstrijd en won met 0-1 van een matig spelend Engeland door een benutte strafschop van de inmiddels weer in de Deense competitie spelende Allan Simonsen.
Denemarken had nu twee punten nodig in de uitwedstrijden tegen Hongarije en Griekenland om zich te plaatsen. Denemarken kreeg in Boedapest kans op kans en verloor in de slotfase met 0-1, in Athene schreef Denemarken definitief geschiedenis door met 0-2 te winnen door doelpunten van Allan Simonsen en de bij SC Lokeren spelende spits Preben Elkjær Larsen. In die periode debuteerde het supertalent Michael Laudrup. Denemarken had nu een team, dat het elke topploeg in Europa moeilijk kon maken.De campagne van de Engelsen eindigde zoals het begon: er braken ernstige rellen uit, nu in de uitwedstrijd in Luxemburg.
Joegoslavië had een slecht WK achter de rug en begon de kwalificatie meteen met een nederlaag tegen Noorwegen. In een waar foutenfestival verspeelden de Joegoslaven een punt in eigen huis tegen de belangrijkste tegenstander: Wales, 4-4. Bij Wales speelde de topspits van FC LiverpoolIan Rush en was bij een overwinning in de return zeker van deelname aan het EK. Wales was veel sterker dan de Joegoslaven en hadden het aan doelman Zoran Simović te danken, dat de stand 1-1 bleef.
Een week later vond de laatste wedstrijd plaats tussen Joegoslavië en Bulgarije in Split, bij een gelijkspel was Wales zeker van plaatsing, bij een overwinning van een van deze teams was dat team zeker van plaatsing. Het werd opnieuw een knotsgekke wedstrijd, na 60 minuten was de stand 2-2 en speelden beide teams vol op de aanval. In de slotfase kwamen op gegeven moment drie Bulgaren vrij voor de goal te staan, maar ze kregen ze de bal er niet in. In de tegenaanval scoorde verdediger Radanović het beslissende doelpunt en dompelde zowel Bulgarije als Wales in rouw. Joegoslavië plaatse zich ondanks een hoog aantal tegendoelpunten: 11 in zes wedstrijden.
Vooraf was er geen twijfel, welke ploeg de grote favoriet was: wereldkampioen Italië, dat via grote voetballanden als Brazilië en West-Duitsland de titel pakte. De "Squarda Azzuri" begon meteen met puntverlies in eigen huis tegen Tsjecho-Slowakije en Roemenië en blameerde zich door met 1-1 gelijk te spelen tegen dreumes Cyprus. De wereldkampioen begon de uitwedstrijd tegen Roemenië met twee punten achterstand op deze ploeg en kon na de 1-0 nederlaag (doelpunt László Bölöni na een fout van veteraan Dino Zoff) zich al bijna niet meer plaatsen. Vervolgens verloor Italië drie wedstrijden op een rij, waarbij de vooral de thuiswedstrijd tegen Zweden ontluisterend was (0-3 nederlaag). Pas in de laatste wedstrijd won Italië met 3-1 van Cyprus, waarbij men tien minuten voor tijd nog op gelijke hoogte stond. De topscorer van het WK Paolo Rossi speelde alle wedstrijden mee, maar scoorde pas in de laatste wedstrijd, uit een strafschop.
De strijd om de eerste plaats ging tussen drie teams: Tsjecho-Slowakije, Roemenië en het verrassende Zweden. De Tsjechen wonnen in Boekarest van Roemenië, maar verloren dure punten tegen Zweden (2-2 thuis, na een 2-0 voorsprong drie minuten voor tijd, 1-0 nederlaag uit) en een gelijkspel in Cyprus. Roemenië won twee keer van Zweden. De laatste wedstrijd was Tsjecho-Slowakije tegen Roemenië. In Bratislava had Roemenië genoeg aan een gelijke spel, bij een overwinning van Tsjecho-Slowakije eindigden de Tsjechen op gelijke hoogte met de twee concurrenten en had dan een beter doelsaldo. De wedstrijd eindigde in 1-1 (beide doelpunten tien minuten voor tijd) en Roemenië plaatste zich voor de eerste keer sinds 1970 voor een groot toernooi.
West-Duitsland had een tumultueus WK achter de rug, waar schandalen welig tierden, maar wel de finale werd gehaald. Het raakte Paul Breitner kwijt, maar zijn rivaal Bernd Schuster kwam terug in de selectie. Het begin was heel slecht, voor de eerste keer sinds 1967 verloor de ploeg een EK-duel: 1-0 in Belfast tegen Noord-Ierland. In april speelde West-Duitsland weer tegen Oostenrijk, voor de eerste keer sinds het schandalige niet-aanvalsverdrag op het WK, toen West-Duitsland en Oostenrijk niet meer voetbalden om de volgende ronde te halen. Ook deze wedstrijd was weinig verheffend, het bleef 0-0 en halverwege had Oostenrijk een ruime voorsprong (negen punten uit vijf wedstrijden), maar moest nog alle zware uitwedstrijden spelen.
Oostenrijk verloor die wedstrijden allemaal kansloos en was uitgeschakeld: vooral de uitwedstrijd tegen de Duitsers was pijnlijk, na 20 minuten stond het al 3-0 voor de thuisploeg.
Kwalificatie kon West-Duitsland nauwelijks nog ontgaan, vooral omdat de derde kandidaat Noord-Ierland onnodige punten verloor tegen de kleine ploegen (1-0 verlies in Turkije, 0-0 in Albanië). De Duitsers speelden nog twee thuiswedstrijden, waarvan één overwinning genoeg was voor kwalificatie. In Hamburg vocht Noord-Ierland voor hun laatste kans en won met 1-0 door een doelpunt van Norman Whiteside. Ook in Saarbrücken kwam de titelverdediger op een beschamende achterstand tegen Albanië. Pas elf minuten voor tijd scoorde "die Mannschaft" het bevrijdende doelpunt en eindigde op doelsaldo boven Noord-Ierland. Een tragedie speelde zich ook af tijdens de cyclus: Bernd Schuster kwam opnieuw in onmin met coach Jupp Derwall en de Duitse voetbalbond en zou nooit meer spelen voor het nationale elftal.
Na het echec in de kwalificatie-reeks voor het WK van 1982 moest Nederland of gaan verjongen of doorgaan met een nieuwe generatie. In de eerste helft van de kwalificatiereeks worstelde bondscoach Kees Rijvers met deze afweging. De eerste wedstrijd werd 1-1 in IJsland. In een halflege Kuip won Nederland met 2-1 van Ierland dankzij een doelpunt van Dick Schoenaker in de eerste minuut, na voorbereidend werk van debutant René van der Gijp en een doelpunt van Ruud Gullit. De uitwedstrijd tegen Malta werd gespeeld in Aken vanwege een straf van de UEFA aan Malta. Vlak over de Nederlandse grens won Nederland met 0-6, hetgeen beslissend kon zijn voor het doelsaldo. In een uitwedstrijd tegen Spanje stelde Rijvers een surplus aan verdedigers en verdedigende middenvelders op, waaronder weer recordinternational Ruud Krol. Nederland creëerde totaal geen kans en na een benutte strafschop van Señor vlak voor rust vond Spanje het ook prima. Halverwege had Spanje elf punten uit zes wedstrijden en leek het zich makkelijk te plaatsen voor de eindronde.
Rijvers ging verjongen. In een wedstrijd tegen IJsland debuteerden vier spelers, waaronder Marco van Basten. Nederland stond na 20 minuten met 3-0 voor en verzuimde de score op te voeren. Nederland had een onervaren selectie met doelman Piet Schrijvers, middenvelder Willy van de Kerkhof en aanvoerder Bennie Wijnstekers als enige routiniers. Een ware testcase was de uitwedstrijd Ierland, Ierland was al uitgeschakeld en Nederland moest winnen. Nederland speelde in de eerste helft verdedigend en kwam met 2-0 achter. In de tweede helft ging Nederland aanvallen en de wedstrijd stond op zijn kop. Door twee doelpunten van Gullit en een van Van Basten werd het 3-2 voor Nederland.
Opeens waren er weer alle kansen om zich te plaatsen. Een tegenvaller was de ziekte van Pfeifer van Van Basten. Peter Houtman zou hem vervangen. In een uitverkochte Kuip won Nederland met 2-1 van Spanje. Gullit werd matchwinner. Spanje en Nederland hadden nu evenveel punten. Het doelsaldo was met zes goals verschil beter bij Nederland en beide landen moesten nog spelen tegen Malta. Rijvers weigerde zijn opstelling aan te passen en stuurde hetzelfde elftal de wei in. Aanvallend liep het stroef. Na het invallen van Frank Rijkaard werd er nog royaal gewonnen: 5-0.
Nu moest Spanje vier dagen later met elf goals verschil van Malta winnen. Na de eerste helft stond het 3-1 door drie goals van Santillana, Malta scoorde zelfs de gelijkmaker via Silvio Demanuele. Wat er in de catacomben van het stadion in Sevilla gebeurde, zou altijd een mysterie zijn. Spanje scoorde achter elkaar, de doelman van Malta Bonello hield geen bal meer en de Maltese voetballers liepen als een kip zonder kop. Ook opvallend was de haast, die de Turkse scheidsrechter had na elk Spaans gescoord doelpunt. In de 83e minuut scoorde Señor het twaalfde doelpunt en was Spanje geplaatst. De wedstrijd werd rechtstreeks op de Nederlandse televisie uitgezonden. Rijvers zag het totaal niet aankomen, hij was aan het kaarten bij de buren. Later had Malta een compleet nieuw trainingskamp. De UEFA besloot, dat voortaan beslissende wedstrijden in de kwalificatie gelijktijdig zouden worden gespeeld.