Denemarken deed alleen mee, omdat groepswinnaar Joegoslavië als gevolg van een beslissing van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd gedwongen zich terug te trekken.[1] De beslissing van de Veiligheidsraad was een reactie op de in 1991 uitgebroken Joegoslavische oorlogen. Denemarken haalde de finale doordat zowel Frankrijk als Nederland de tegenstander hadden onderschat. De algemene verwachting was dat wereldkampioen Duitsland dit niet zou doen. Echter, John Jensen opende de score met een schot van afstand. Er waren wel protesten omdat er een overtreding was gemaakt in de voorbereiding, maar de scheidsrechter keurde het doelpunt toch goed. De Duitsers stormden onophoudelijk op het doel van Peter Schmeichel, maar de doelman was in grote vorm en maakte schoten van Karl-Heinz Riedle en Jürgen Klinsmann onschadelijk. Twaalf minuten voor het einde viel de beslissing: Vilfort scoorde de beslissende treffer waardoor de eindstand 2-0 voor Denemarken werd.
Vilfort ging tussen de wedstrijden zijn dochtertje bezoeken, die leed aan leukemie. Zijn familie stuurde hem steeds terug naar het Deense kamp. Vilforts dochtertje overleed vlak na het toernooi.