Deze pagina beschrijft de kwalificatie voor het Europees kampioenschap voetbal 1980. De winnaar van elke groep plaatste zich voor de eindronde. Dat zijn in totaal zeven landen. Het gastland, Italië, was automatisch gekwalificeerd. De wedstrijden werden gespeeld tussen 24 mei 1978 en 26 maart 1980.
1 Een vetgedrukt jaartal betekent een kampioenschap tijdens dat toernooi
Groepen en wedstrijden
Legenda
■Geplaatst voor het hoofdtoernooi.
Groep 1
Het Engelse clubvoetbal was eind jaren zeventig op zijn hoogtepunt. Vanaf 1977 won telkens een Engelse club de belangrijkste Europa Cup, de Europa Cup der Landskampioenen: FC Liverpool in 1977 en 1978, Nottingham Forest in 1979 en 1980. Het Engels voetbalelftal had zich niet meer gekwalificeerd voor een belangrijk toernooi sinds 1970, maar nu was kwalificatie geen probleem in een niet zo zware poule, Engeland verloor alleen een punt tegen Ierland. Belangrijkste speler van Engeland was Kevin Keegan, de speler van de West-Duitse topclub Hamburger SV scoorde zeven doelpunten. Denemarken eindigde (zoals gebruikelijk) als laatste in de groep, maar de eerste symptomen van het Deense team, dat furore zou maken in de jaren tachtig waren al zichtbaar. Spelers als middenvelder Søren Lerby en aanvaller Preben Elkjær Larsen maakten hun debuut in het Deense team. Net als het Nederlands elftal eind jaren zestig was er tijd nodig om aan te haken met de Europese top, maar met name in de thuiswedstrijd tegen Noord-Ierland toonde de ploeg zijn klasse: een 4-0 overwinning.
Groep 2 was een spannende groep, waar liefst drie ploegen vooraf kans maakten op kwalificatie: de WK-gangers Schotland, Oostenrijk en het talentrijke België. Schotland stelde teleur door geen enkele topwedstrijd te winnen en speelde geen rol van betekenis, België begon de campagne ook teleurstellend met vier gelijke spelen en had een achterstand van drie punten op het verrassende Portugal, dat vooral indruk maakte met een overwinning in Wenen tegen Oostenrijk.
In het najaar van 1979 keerden de kansen: België won de thuiswedstrijden van Portugal en Schotland en Portugal was definitief kansloos na een nederlaag in eigen huis tegen Oostenrijk door een goal van Walter Schachner. België moest nu winnen in Glasgow tegen Schotland om Oostenrijk voor te blijven. België won op een overtuigende manier van Schotland door twee goals van François Van der Elst en een van Erwin Vandenbergh. België plaatste zich voor de eerste keer voor een internationaal toernooi sinds 1972. De basis was gelegd voor een zeer succesvol decennium voor de Rode Duivels.
Groep 3 was een herhaling van de WK-kwalificatie in 1978, Spanje, Roemenië en Joegoslavië mochten opnieuw tegen elkaar spelen, nu aangevuld met dreumes Cyprus. De strijd was al snel beslist in het voordeel van Spanje, het haalde drie punten tegen Roemenië en won in Zagreb van Joegoslavië. De thuisnederlaag tegen Joegoslavië had slechts statistische waarde. Het EK in Italië was een goede testcase voor de Spanjaarden, twee jaar voor het WK in eigen land.
Groep 4 was een spannende groep met twee vooraanstaande landen van de laatste jaren Nederland en Polen, aangevuld met Oost-Duitsland als gevaarlijke outsider. De overige twee landen Zwitserland en IJsland waren kansloos en het was zaak voor de drie kanshebbers veel te scoren, dat deed Nederland het beste. De generatie van 1974 begon zo langzamerhand af te haken, Johan Neeskens stopte met interlandvoetbal en halverwege de campagne stopte ook Rob Rensenbrink, de nieuwe generatie was minder sterk. De thuiswedstrijd tegen Oost-Duitsland werd overtuigend met 3-0 gewonnen. In Polen was Nederland kansloos, 2-0 door goals van Boniek en Mazur (strafschop). Polen verloor echter dure punten tegen Oost-Duitsland, 2-1 nederlaag in Leipzig, 1-1 in Chorzów. Polen moest nu winnen in Amsterdam, het kwam snel op een voorsprong dankzij Rudy, maar verdediger Huub Stevens scoorde uit een fraaie omhaal de 1-1.
Polen was uitgeschakeld en Nederland en Oost-Duitsland mochten uitmaken, wie zich zou plaatsen voor de eindronde, Nederland had genoeg aan een gelijkspel. Er waren veel geblesseerden in het Nederlands elftal en in eerste instantie overklaste Oost-Duitsland Nederland: 2-0 door goals van Schnuphase en Joachim Streich (strafschop). Voor liefst 92.000 toeschouwers in Leipzig kantelde de wedstrijd, toen Tscheu La Ling en Konrad Weise uit het veld werden gestuurd. De 'robotvoetballers' uit de DDR waren hun automatismen kwijt en vlak voor rust scoorde Frans Thijssen de aansluittreffer. Direct na rust scoorde invaller en Europees topscorer Kees Kist de gelijkmaker, Nederland was nu baas op het veld en halverwege de tweede helft maakte René van de Kerkhof aan alle onzekerheid een einde. Nederland was geplaatst en de wedstrijd ging de geschiedenisboeken in als het "Wonder van Leipzig".
Tsjecho-Slowakije moest zijn titel verdedigen tegen een getalenteerd Frankrijk, dat op het WK in 1978 vroegtijdig werd uitgeschakeld, maar een goede indruk achterliet. In de eerste wedstrijd was de nieuwe ster Michel Platini geblesseerd en liep Frankrijk achter de feiten aan door in de slotfase een 2-1-voorsprong tegen Zweden te verspelen: 2-2. Tsjecho-Slowakije won wel tweemaal van het weggevallen Zweden en na een overtuigende 2-0 overwinning op de Fransen was de strijd al snel beslist. Voornaamste speler bij de Tsjechen was Antonin Panenka, de begaafde middenvelder van Bohemians Praag.
Groep 6 was net als groep 3 een herhaling van de WK-kwalificatie in 1978, Hongarije, de Sovjet-Unie en Griekenland mochten opnieuw tegen elkaar spelen, nu aangevuld met Finland. Destijds versloeg Hongarije verrassend de Sovjet-Unie en de verwachting was, dat deze landen de enige kandidaten waren voor kwalificatie. Het liep totaal anders, eerst verraste Finland met twee zeges op de Grieken en de Hongaren. Griekenland leek uitgeschakeld na een tweede nederlaag tegen de Sovjet-Unie, maar sloeg terug met twee duidelijke zeges op Finland (8-1) en Hongarije (4-1) en omdat alle landen veel punten verspeelden was de strijd compleet open. Griekenland pakte een belangrijk punt in Boedapest, waardoor Hongarije kansloos was. Beslissend was nu het duel tussen Griekenland en Sovjet-Unie in Athene.
In een uitverkocht stadion nam Griekenland snel de leiding via Nikouloudis en hij zorgde ervoor, dat Griekenland zich voor de eerste keer voor een internationaal toernooi plaatste. Voor de Sovjet-Unie was de ramp compleet, toen men in een volslagen leeg Lenin-stadion (1.500 toeschouwers in een stadion met een capaciteit van 90.000 man) in Moskou gelijk speelde tegen Finland en als laatste eindigde in deze groep. Het was al voor de vierde achtereenvolgende keer, dat deze voormalige grootmacht zich niet plaatste voor een groot toernooi. Het team was duidelijk geen eenheid met spelers uit Rusland, Oekraïne en Georgië.
In de breedte was het Duitse voetbal erg sterk, in 1979 en 1980 haalden liefst vier verschillende ploegen een Europese finale, in 1980 werden West-Duitse clubs in de UEFA-Cup alleen uitgeschakeld door andere West-Duitse clubs. Het West-Duitse voetbalelftal kon wat verversing gebruiken na het teleurstellende WK van 1978, waar de generatie "Beckenbauer" stopte met interlandvoetbal. Een nieuwe generatie stond op, Karl-Heinz Rummenigge en Manfred Kaltz hadden al ervaring opgedaan in Argentinië, verscheidende spelers als Bernd Schuster en doelman Harald Schumacher maakten hun debuut.
West-Duitsland begon de kwalificatie overigens erg slecht met een doelpuntloos gelijkspel tegen dwerg Malta. Een 0-0 in Turkije verontrustte de nieuwe trainer Jupp Derwall zeker en gaf de belangrijkste tegenstander Wales moed. In Cardiff boekte West-Duitsland een overtuigende 2-0 overwinning en dat was de aanzet tot een toch makkelijke kwalificatie.